steun van het departement zou het minder gemakkelijk geweest zijn. Behalve het extra-nummer dat gewijd wordt aan de studiedagen, zal nog een extra-nummer uit komen; de minister heeft n.l. toegestaan dat het jaarverslag van de Rijks archief- school met bijlagen in deze vorm verspreid wordt. Tot ons genoegen heeft de heer mr. F. C. J. Ketelaar zich bereid verklaard een vaste rubriek 'archiefrecht' te verzorgen om te voorkomen dat de ten aanzien van archie ven geldende regelingen aan de aandacht der vakgenoten ontsnappen. In 1971 zullen résumé's in het Engels van de belangrijkste artikelen worden toege voegd. Aan de auteurs wordt verzocht zelf een samenvatting van hun artikelen in het Nederlands te geven; de redacteur zorgt dan voor de vertaling. Een ander novum is het voornemen in 1972 te beginnen met honorering van artikelen. Onze oud-voorzitter dr. W. J. Formsma heeft veel tijd besteed aan het concipiëren van een proeve voor een nieuwe Handleiding, mede met gebruikmaking van de tek sten die geschreven zijn door wijlen mr. S. J. Fockema Andreae en door dr. G. W. A. Panhuysen. Ter voorkoming van dubbelwerk heeft de heer Formsma zijn concept ter inzage gegeven aan de docenten van de Rijks archiefschool en erin toegestemd een der syllabi op zijn eigen naam te laten uitkomen met de bedoeling dat de desbe treffende tekst later in de nieuwe proeve voor een handleiding zou worden opgeno men. Het boek dat thans in concept gereed is en in het bijzonder over archiefvorming en inventarisatie handelt, is geheel anders van opzet dan de oude 100 paragrafen1). Over de mogelijkheid van uitgave en over de naamgeving zal spoedig overleg ge pleegd worden door het bestuur, waarnemend directeur en docenten van de Rijks archiefschool en de auteur. Het spreekt vanzelf dat wij gebruik van het boek door de leerlingen op prijs zouden stellen. Het departement is bereid de kosten van ver schijning te subsidiëren. Het bureau beroepenvoorlichting van het directoraat-generaal van de arbeidsvoor ziening zou gaarne zien dat onder auspiciën van de Vereniging een monografie ge wijd wordt aan het beroep archivaris. Ook hier ligt samenwerking met de Rijks ar chiefschool voor de hand, te meer waar het bureau zelf de waarnemend directeur benaderd heeft over de wijze van beroepsvoorlichting. De heren Ketelaar, drs. M. K. J. Smeets die voor de Limburgse schooljeugd een informatieve folder schreef over de opleiding tot middelbaar archiefambtenaar en mr. J. H. van den Hoek Ostende beraden zich gezamenlijk over de uitvoering. Onder de internationale contacten waren die met onze zuiderburen bij voortduur hartelijk. Dat de Belgische algemene rijksarchivaris dr. C. Wyffels en twee andere Belgische archivarissen de studiedagen bijwoonden, hebben wij zeer gewaardeerd De Twaalfde Brabantse Archivarissendagen, waaraan deelgenomen werd door de archivarissen uit het hele vroegere hertogdom Brabant, werden op 25 en 26 septem ber 1970 gehouden te Deurne. Sprekers waren mej. dr. A. Scufflaire van het Alge meen Rijksarchief te Brussel en de heer E. J .Th. A. M. van Emstede. De Brabantse 1 Zie W. J. Formsma, De nieuwe handleiding, Opzet en uitvoering. N.A.B. 1958/59, blz. 104 e.v. [92] St. Laurentiusviering had op 10 maart plaats te Geertruidenberg, de Limburgse in het Duitse Erkelenz. De Limburgse Laurentiusviering is een evenement, waarop de collega's van over de Belgische en Duitse landsgrenzen elkaar ontmoeten. Als voorzitter der Vereniging was ik van 21 tot 24 september 1970 met enige land genoten als gast aanwezig op de 46 Deutscher Archivtag te Ulm. Hoofdthema was 'Erschliessung der Archive'. Van een serieuze instelling werd blijk gegeven door op één dag 12 referaten te wijden aan het onderwerp. Dat daartussen in nog tijd over bleef voor het houden van een jaarvergadering van de Verein deutscher Archivare en voor een snelle lunch mag een wonder heten. Het congres, dat naast gemeinsame Arbeitssitzungen ook vele Veranstaltungen der Fachgruppen telde en besloten werd met Studienfahrten, was niet alleen voortreffelijk georganiseerd maar ook bijzonder leerzaam. Een jaarlijks terugkerend internationaal hoogtepunt is de Table-ronde des Archives, die in 1970 van 31 augustus tot 3 september gehouden werd te Jerusalem. Ik genoot het voorrecht de Vereniging te mogen vertegenwoordigen, terwijl de heer Ribberink aanwezig was namens de rijksarchiefdienst. U zult begrijpen dat wij het verblijf in Israël ervaren hebben als een belevenis. Dat de Oost-Europese genodigden het af lie ten weten, was een teleurstelling. De Table-ronde werd daardoor tot een romp- Table-ronde. De onderwerpen 'Gedrukte archieven' en 'De taak van de archivaris' waren goed voorbereid door de beide secretarissen, Chr. Gut en prof. dr. R. H. Bautier, in rap porten, waarin de antwoorden op toegezonden enquêtevragen verwerkt waren. Vragen als: 'Horen officiële gedrukte documenten thuis in archieven of bibliothe ken?' en 'Moeten gedrukte documenten een eigen archivalisch leven lijden, zoals ze dat in Israël doen en ook wel in Duitsland (amtliche Drucksachen)?' zijn voor ons tot nu toe niet zo relevant geweest. Naar zijn gewoonte had prof. Bautier zijn rapport 'De taak van de archivaris' door spekt met eigen opvattingen. Hij wil de archivaris in de eerste plaats blijven zien als historicus zonder rechte belangstelling voor de administratieve problematiek, een ar chief als een instelling van wetenschappelijk karakter, contre coeur belast met ad ministratieve taken. De archivaris-historicus naar het hart van de rapporteur is wel actief in het aanleggen van wat de Duitsers 'zeitgeschichtliche Sammlungen' noe men; hij heeft zeker een educatieve en culturele opdracht te vervullen en heeft de plicht naast inventarisatiewerk zuiver historisch wetenschappelijk werk te verrichten: 'Mais ce qui est indispensable c'est que l'archiviste, sous quelleque forme qu'il exerce sa profession, ne devra jamais oublier qu'il est un historiën au service de l'histoire' Bautiers eenzijdige pleit voor de historische basis van het beroep en voor een histo risch georiënteerde beroepsopleiding, ontmoette vanzelf veel tegenspraak. In de vier de aflevering van de jaargang 1970 van het Nederlands Archievenblad vindt U een uitvoeriger verslag van de Table-ronde dan de tijd mij nu toestaat U te geven. Wel voel ik mij thans geroepen U te wijzen op de werkzaamheden van de Centrale Archieven voor de geschiedenis van het Joodse volk. De directeur dr. D. J. Cohen heeft er begrip voor dat wij allerminst zullen bevorderen dat Joodse archieven in [93]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 7