Varia
genoemd wordt 'preparation of important works of scholarship Niet openbaar zijn
bescheiden betreffende pensioenen, belastingen, de openbare veiligheid en bepaalde
rechten van de Commonwealth. Andere stukken, zoals die van de ministerraad, mo
gen slechts met bijzondere toestemming worden ingezien.
Er bestaan plannen om in Canberra een nieuw gebouw te stichten voor het Com
monwealth Archives Office en de National Archives.
Professor R. G. Neale, hoogleraar in de geschiedenis aan de universiteit van Queens
land, is belast met de uitgave van historische documenten uit het archief van het
Australische Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Opheffing van het NIDER.
De leden van het Nederlandse instituut voor informatie, documentatie en registra
tuur (NIDER) hebben op 26 februari 1971 in een algemene vergadering te 's-Gra-
venhage besloten het instituut op korte termijn op te heffen.
Het NIDER, dat in 1921 werd opgericht, was tot nu toe in ons land de centrale or
ganisatie voor de bevordering van informatie, documentatie en archiefbeheer. De
voorgenomen opheffing is het sluitstuk van een ontwikkeling die het NIDER onge
veer zes jaar geleden in beweging heeft gebracht en die ten doel had te komen tot
een nationaal informatiebeleid.
De ontwikkeling heeft ten slotte geleid tot de oprichting van de stichting NOBIN
(Nederlands orgaan voor de bevordering van de informatieverzorging) op 4 februari
jl. Het gehele NIDER-bureau zal in deze nieuwe stichting worden opgenomen, met
uitzondering van de inlichtingen- en reproduktiediensten, die volgens de plannen
naar TNO zullen overgaan. Het NIDER-personeel zal in dienst van NOBIN en
TNO treden.
Voorjaarsbijeenkomst van District III en de Studiegroep
Departementsarchieven van de S.O.D.
Deze bijeenkomst werd op 20 april 1971 in het zalencentrum 'Op Gouden Wieken
te Scheveningen gehouden en had een spectaculair karakter. Na een inleiding van de
voorzitter van District ITT, de heer A. Bloemendal, verkreeg de Algemene Rijksarchi
varis, mr. A. E. M. Ribberink, het woord. Hij wilde vooral de solidariteit benadruk
ken, die er tussen archivarissen en registratoren moet bestaan. In dit verband zeide
de Algemene Rijksarchivaris o.m.:
'Archieven worden gemaakt door registratoren. Zij ordenen de inkomende en uit
gaande post en maken het mogelijk, dat het overheidsapparaat verantwoorde beslis-
[156]
singen neemt. De registratuur moet zorgen dat de besluitvorming gedragen wordt
door een juiste informatie. Deze taak wordt met de dag zwaarder. De maatschappe
lijke vraagstukken eisen meer specialisatie, het overheidsingrijpen neemt toe en de
besluitvorming wordt ingewikkelder. Daarbij komt er steeds meer papier; de papier
massa explodeert
Wanneer men als archivaris een inventaris maakt van het takenpakket van de regi
stratuur, dan slaat de schrik je om het hart en zakt de moed je in de schoenen. Na
zo'n inventarisatie durft een archivaris slechts aarzelend te verschijnen in het midden
van registratoren. Is onze verhouding niet die van de krekel tot de mier? De registra
tor draagt de hitte van de dag. Hij leidt de informatiestroom langs de daarvoor in
aanmerking komende specialismen, zorgt voor voortgangscontrole en bouwt archie
ven, die hij in de semi-statistische periode ontdoet van alle ballast om ze, wanneer
de statische jaren aanbreken, geïnventariseerd over te dragen aan de archivaris. De
archivaris daarentegen mag van de wet 50 jaar achterlopen
Slechts tezamen kunnen archivarissen en registratoren bereiken, dat de archiefwet
geving wordt uitgevoerd, dat de archieven blijven dienen voor administratie, burger
en wetenschap als vindplaatsen van inzicht en recht. Zonder archieven is er geen
rechtszekerheid, zonder archieven is geen administratieve of wetenschappelijke be
zinning mogelijk op het verre of recente verleden. Samen moeten we bewaren en toe
gankelijk houden; U in de moeilijkste jaren, de archivaris daarna. Samen zullen we
de kernen moeten ontdoen van de ballast; vernietigen is een plicht. Slechts wie ver
nietigt kan bewaren. Slechts wie vernietigt kan toegankelijk houden.
De papierexplosie heeft ook deze taak verzwaard. Spraken oudere auteurs nog over
vernietigingspercentages van 85 tegenwoordig leest men bij theoretici uit de
DDR beschouwingen met een bewaarpercentage van %1.
Vernietiging is een plicht, los nog van het economische motief, dat bij een kostprijs
van 10 tot 50 gulden per strekkende meter per jaar toch wel gewicht mag hebben,
los ook van het koninklijk besluit van 2 oktober 1950 K425, U wel bekend. Sinds
20 jaar eist dit koninklijk besluit met zeer matig succes vernietiging. Het voorschrift
van artikel 21: De hoofden post- en archiefzaken dragen zorg dat regelmatig ver
nietiging plaats vindt, wordt echter dit jaar meerderjarig. Een feestelijk moment.
Wellicht komt er dan als verjaarspresent enig personeel ter beschikking. Het moet
toch duidelijk zijn dat zonder enig personeel ook de meest enthousiaste confrater
niets vermag. Men kan toch moeilijk verwachten, dat zwaar onderbezette afdelingen
dit omvangrijk karwei klaren op zon- en feestdagen of in de nachtelijke uren. Wie
wil dat er gegraven wordt, moet schoppen leveren of, om met prof. Diepenhorst te
spreken: quid sunt leges sine pecunia; wat is een schip zonder bemanning.'
Als gave van het archivariaat overhandigde mr. Ribberink aan de beide besturen elk
een set wasafdrukken van middeleeuwse zegels, t.w. van Jan I, hertog van Brabant,
van Albrecht van Beieren en van de steden Luik, Amsterdam en Brugge. Tenslotte
verklaarde de Algemene Rijksarchivaris op verzoek van de heer Bloemendal de bij
eenkomst voor geopend.
1 Ned. Archievenblad 1970, p. 324.
[157]