nisch te verwerken (computers) in de toekomst een toeneming van het aantal geraad pleegde delen en stukken per bezoek. Dit zal opgevangen moeten worden door meer inventarissen en efficiënter huisvesting. Het toenemende gebruik dwingt om de kwetsbare originelen veilig te stellen, tot omvangrijker restauratie en vorming van schaduwarchieven. Naast de feitelijke taakverzwaring bracht de Archiefwet 1962 nieuwe plichten. De rijksarchiefdienst werd belast met het toezicht op de zorg voor de archieven bij de overheidsadministratie en met het regelmatig overnemen van deze archieven. Voorts werd aan de dienst opgedragen om door cursussen, tentoonstellingen, rondleidingen en gidsjes aan de in de wet verankerde openbaarheid van de archieven voor een bre der publiek inhoud te geven. Breakdown. Het rapport onderscheidt de taken van de rijksarchiefdienst in dagelijkse routine werkzaamheden, middellange projecten en projecten op lange termijn. Bij voortgaande taakverdeling werden de projecten op lange termijn (inventariseren, indiceren, restauratie, vorming van schaduwarchieven) uitgesteld of in het geheel niet meer ondernomen. Dit proces bereikte ook de projecten op middellange termijn (inspectie, overnemen van archieven). Het rapport typeert dit als breakdownhet punt waar de ontwikkeling afbreekt. De achterstand bij de projecten van lange en middellange termijn heeft een remmend effect op de dagelijkse routine-werkzaamheden als de inlichtingendienst. De dienst raakt in een vicieuze cirkel. Achterstand volgt op achterstand. Zolang het routinewerk met kunst en vliegwerk nog wel liep, bleef de breakdown voor de buitenwereld gecamoufleerd. Bij de rijksarchiefdienst zelf kon de break down niet worden geconstateerd door het ontbreken van statistisch materiaal; er leefde een gevoel van onbehagen, dat steeds sterker werd. Bij de rijksarchieven in de provincie wijzen de tekenen op een volkomen breakdown in 1960, bij het algemeen rijksarchief in 1964. Organisatie. De rijksarchiefdienst, zo stelt het rapport, bevindt zich door de ernstige discrepantie tussen taken en middelen in een werkelijke noodsituatie. Om daaruit te geraken is een strakkere organisatie nodig. Bij ieder rijksarchief zullen afzonderlijke eenheden dienen te komen voor: het toegankelijk maken van archieven; de inlichtingendienst en de educatieve taak; de administratie; het fotowerk. Het verschijnsel van taakverschuiving zal hierdoor niet zo ongemerkt meer kunnen binnensluipen als voorheen het geval was. Personeel. Terwijl de personeelsbezetting van de gemeentearchieven en de provinciale inspec- [152] ties tussen 1952 en 1968 ongeveer even sterk toenam als de vermeerdering van het aantal bezoekers, leek de toestand bij het rijksarchiefwezen vrijwel bevroren. Eerst in de allerlaatste jaren kwam hierin enige verbetering. De werkelijke rijksuitgaven voor het rijksarchiefwezen zowel personeel als materiaal bleven achter bij de uitga ven voor vergelijkbare diensten als de rijksmusea, de rijksdienst voor de monumen tenzorg en de koninklijke bibliotheek. De achterstand in het toegankelijk maken van de archieven wordt in het rapport berekend op 9500 manjaren. Om deze achterstand binnen 25 jaar weg te werken zullen volgens het rapport in de periode 1972 tot 1986 305 extra-personeelsleden moeten worden aangetrokken. De personeelsstructuur van de rijksarchieven in de provincie, welke tot een ineffi ciënte inzet van het personeel leidt, dient te worden vervangen door een evenwichti ger opbouw. Met het oog op de hulpverlening aan het publiek zullen hoge eisen aan het nieuw aan te trekken personeel moeten worden gesteld. Bij het vernieuwen van de vak methodieken kan de rijksarchiefschool een belangrijk middel zijn. Huisvesting. In het rapport wordt uitvoerig aandacht besteed aan de huisvesting van de rijksar chiefdienst. Het rapport concludeert, vooral op grond van een door de Haagse brandweer ingesteld brandbeveiligingsonderzoek, dat het algemeen rijksarchief voor berging van archieven en personeel absoluut ongeschikt is. Daarom is de bouw van een nieuw algemeen rijksarchief in Den Haag zeer urgent. Voor de noodzakelijke nieuwbouw van de rijksarchieven in de provinciehoofdsteden dient in de komende 20 jaar rond 30 miljoen gulden beschikbaar te komen. Het rapport berekent voorts, dat een regelmatige vernietiging van archiefbescheiden door de administratie tonnen gelds kan besparen. Ten aanzien van film en micro fiche wordt geconstateerd, dat deze vooralsnog niet goedkoper zijn dan de klassieke berging. Inde slotconclusie constateert de Archief raad, dat met kracht en binnen enkele jaren de kloof tussen middelen en taken dient te worden overbrugd, wil de rijksarchief dienst ooit geraken uit de vicieuze cirkel, waarin achterstand volgt op achterstand en taak na taak onuitgevoerd blijft liggen. De Archiefraad dringt er met klem bij de minister van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk op aan, dat een beleidsprogramma wordt geformuleerd, met als uitgangspunt dat de noodsituatie, waarin de rijksarchiefdienst verkeert, om bijzon dere maatregelen vraagt.' J. H. v. d. HO. [153]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 37