Kroniek
Jaarverslag van de Rijksarchiefdienst over 1969.
Dit verslag, dat ons in maart 1971 bereikte, draagt evenals dat over 1968 het jaartal
1970 op het titelblad, waaruit we met vreugde constateren, dat de achterstand vrij
wel is ingehaald. Uitvoering en indeling van het verslag over 1969 zijn op enkele
zeer kleine details na onder opleiding zijn de examens niet meer vermeld i.v.m.
het verschijnen van een afzonderlijk verslag van de rijksarchiefschool; in de inhouds
opgave verviel het verschil in lettertype tussen de hoofden van het eigenlijke verslag
en de bijlagen- het woord leeskamers maakte er plaats voor studiezalen en achter
personeel vervielen de overbodige woorden: van 's Rijks archiefdienst; in de lijst van
literatuur waarin gegevens uit de archieven zijn verwerkt werd de afdeling geschie
denis van andere landen gesplitst in: a. in Europa en b. buiten Europa, terwijl een af
deling Diversen aan de lijst werd toegevoegd gelijk aan die van het verslag ovei
1968. Het ook nu weer geïllustreerde verslag is in de boekhandel verkrijgbaar voor
f5'60- j
Het onderzoek van de centrale afdeling organisatie en efficiency naar de stand van
zaken bij de rijksarchiefdienst leidde tot het instellen van een afdeling Algemene
Zaken. De rijksarchivarissen dienen te worden ontlast van het in omvang groeiende
administratieve werk. De archivistische staf zal zich dan geheel kunnen wijden aan
het wegwerken van de inventarisatie-achterstand, aan het behoud en de overname
van voor blijvende bewaring in aanmerking komende archieven en aan het verwen
kelijken ook voor een breder publiek van de wettelijk gegarandeerde openbaarheid
van de overheidspapieren.
Na het op 1 mei 1968 in werking treden van de Archiefwet 1962 vervangt het con
vent van rijksarchivarissen de van 1890 daterende jaarlijkse Bijeenkomst van rijks
archivarissen. Het convent benoemde twee commissies. De ene bereidt onder voor
zitterschap van de rijksarchivaris dr. L. P. L .Pirenne de heruitgave voor van hetm
1953 verschenen en sinds jaren uitverkochte overzicht 'De rijksarchieven in Neder
land'. Het streven is om een tot 31 december 1970 bijgewerkte en verbeterde heruit
gave in 1971 te doen verschijnen. De andere commissie werkt aan een verbeterde op
leiding voor de restaurateurs. Vergeleken bij de oosteuropese landen en Italië heelt
Nederland op het gebied van archiefrestauratie een grote achterstand.
De staten van aanwinsten en overdrachten zijn ook dit jaar een rijke bron van inlich
tingen. Het in het Nederlands Archievenblad van 1969 op blz. 54 genoemde arch.et
[148]
van de kostschool Clarenbeek te Apeldoorn blijkt door de heer Schipper in bewaring
te zijn gegeven aan het rijksarchief in Gelderland. Onlogisch schijnt, dat collega's
in de provincies veel meer van het algemeen rijksarchief ontvangen hebben, dan al
daar als overdrachten geboekt staat, zie blz. 57, 77, 85, 88. Uniformiteit in de redac
tie ontbreekt trouwens, men neemt over van het Algemeen Rijksarchief, van de alge
mene rijksarchivaris, van de Algemene Rijksarchivaris te 's-Gravenhage en var. de
algemene rijksarchivaris te 's-Gravenhage. Waarschijnlijk heeft men echter bedoeld
door bemiddeling van deze functionaris, zoals enige keren wordt vermeld t.a.v. van
de archivaris van de Minderbroeders overgenomen oorkonden, die Limburg mede
deelt van de algemene rijksarchivaris te hebben overgenomen. Noord-Holland ver
meldt wel de overdracht van het oud-archief van het waterschap De Schermeer
(helaas zonder jaartallen) aan het bestuur van dat waterschap ter plaatsing in het ge
meentearchief van Alkmaar, maar niet de stukken, die naar Friesland en Gelderland
gingen (blz. 60 en 66). Tussen de blz. 56 en 77 en de blz. 75 en 53 constateerden we
nog opmerkelijke redactieverschillen t.a.v. dezelfde stukken, in het tweede geval zelfs
een verschillend jaartal, wat wel aan een drukfout zal zijn toe te schrijven. Op het
rijksarchief in Zeeland werden 32 foto's van het fort Rammekens en omgeving, c.
1800-c. 1850 gefotografeerd. Wij veronderstellen, dat met die foto's van c. 1800
foto's van prenten uit de Napoleontische tijd bedoeld zijn.
Traditiegetrouw besluiten we met enige gegevens over het bezoek aan de rijksarchie
ven. Het Algemeen Rijksarchief werd bezocht door 2311 personen, die 15021 bezoe
ken brachten. Het Hulpdepot Schaarsbergen telde bovendien 43 bezoekers met 319
bezoeken. Friesland had met 811 (precies het aantal dat koploper Gelderland in
1968 boekte) het hoogste aantal bezoekers van de archieven in de provincie, zij
brachten 3790 bezoeken. Groningen telde ook nu weer het grootste aantal bezoeken,
4918, gebracht door 597 personen. Dit laatste aantal werd overtroffen door Noord-
Holland, 770 bezoekers met 3635 bezoeken (op de kop af evenveel bezoeken als in
1968); Gelderland, 732 bezoekers met 3507 bezoeken en Noord-Brabant, 706 bezoe
kers met 2849 bezoeken. Utrecht had 508 bezoekers met 1226 bezoeken, Limburg
383 bezoekers met 2951 bezoeken, Overijssel 375 bezoekers met 1151 bezoeken,
Drente 362 bezoekers met 680 bezoeken en Zeeland 323 bezoekers met 1176 bezoe
ken. Het laagste bezoekersaantal boekte dus Zeeland en Drente het laagste aantal
bezoeken.
J. H. v. d. HO.
De rijksarchiefdienst: problemen, oplossingen en prioriteiten.
Onder deze titel verscheen in maart 1971 bij de Staatsuitgeverij advies nr. 15 van de
Archiefraad, dat op 9 juni 1970 werd uitgebracht aan de Minister van Cultuur, Re
creatie en Maatschappelijk Werk. In dit advies wordt onder meer de opvatting van
de Archiefraad weergegeven over doelstelling en taken van het archiefwezen, doel
stelling en taken van de minister en doelstelling en taken van de rijksarchiefdienst.
De organisatie van de rijksarchiefdienst wordt doorgelicht. Een analyse wordt ge-
[149]