De analytische inventaris 4 en dat de beide regionale organisaties wel vruchtbaar bleken, maar ook nieuwe impulsen nodig hebben, de ene meer, de andere minder. Misschien kan de aanvulling van de lacune in het derde punt maken, dat over nog eens 25 jaar de eerste twee feiten niet meer hoeven te worden geconstateerd, terwijl een dergelijke internationale ontmoeting ook een belangrijke stimulans kan zijn voor de reeds bestaande regionale en persoonlijke contacten. Deze bijdrage kon niet veel meer zijn dan een poging om datgene, wat de laatste 25 jaar is gebeurd, enigszins door te lichten. Misschien heb ik daarbij een te donkere bril opgezet en zou een ander een zonniger beeld kunnen oproepen. In december 1969, bij de opening van het Bredase congresgebouw Het Turfschip, ledigden zowel de Antwerpse schepen Delwaide als de Rotterdamse burgemeester Thomassen hun oranjekleurige emmertjes met resp. Schelde- en Maaswater in een groot vat. Weinige ogenblikken later tapte burgemeester Merkx van Breda een karaf van het mengsel en in die korte tijd bleek dat een uitstekende champagne te zijn ge worden. Als er al mensen zijn, die weten dat het allemaal zo eenvoudig niet is, dan zijn dat zeker de archivarissen. Niet alleen op politiek, economisch en cultureel ter rein, maar ook op het gebied van het archiefwezen kan men zeggen dat er nog heel wat water door Schelde en Nieuwe Maas zal moeten afvloeien naar de Noordzee, voordat van een werkelijk samengaan van België en Nederland kan worden gespro ken. Dat zal bovendien zeker niet gebeuren door Gods water over de akker te laten lopen. Er zal hard moeten worden gewerkt. J. M. F. IJsseling SUMMARY Contacts between Belgian and Dutch archivists since 1946. In view of the 25th anniversary of the Belgian-Dutch Cultural Treaty this contri bution gives a critical survey of the relations between the archivists of both countries, Attention is given to contacts on a national level between the Organisation of Archivists in the Netherlands and its Belgian sister-organisation, to the agreement of 1953 concerning the exchange of public records kept in the Belgian and Dutch national archives and to the work of the Committee for the publishing and editing of joint historical original sources that was installed in 1961 and that has two works in preparation, a paleographical atlas of charters of before the year 1200 and a Corpus Vaticano-Burgundicum. The study-days for archivists that are regularly held in the Netherlands since 1956 appear to be of great importance for the Belgian Dutch relations. Further are discussed the activities of the Benelim Convent of Limburg archivists that was founded in 1957 and finally there is some information on the Brabantine Archivists' Day that is held every year since 1959. There is little reason to be satisfied with the results achieved. Up until now these contacts have been rather without obligations. The author hopes that the many things that have been achieved so far may be kept and that they may be given further shape and he also pleads for bi-annual meetings of not too small groups of representatives from the archivists of both countries. [126] De brabantse kring van archivarissen, waartoe ik vijf jaar lang behoorde, weet dat van collega Van Emstede bijzondere dingen te verwachten zijn. Hij is een man die keihard werkt, die een grote liefde heeft voor het vak en die voorts zijn archief goed weet te verkopen. Hij startte met de reeks Varia Peellandiae Historiae ex Fontibus, welke op de duur zal uitgroeien tot een uitgebreide bronnenpublicatie voor de bij zijn streekarchivariaat aangesloten gemeenten. Tevens nam hij het voor een archivaris opmerkelijke initiatief de series ingekomen stukken, die chronolo gisch waren opgelegd, te ordenen tot dossiers en, voor zover dit onmogelijk was, tot bundels. Ik was hierover aanvankelijk nogal verontwaardigd de oude orde ning werd geweld aangedaan maar toen ik beter thuis was in de brabantse dorps archieven moest ik hem gelijk geven, aangezien het simpel op datum leggen van stukken, zonder agenda, index of klapper, theoretisch bezien weliswaar als 'ordening' kan worden beschouwd, maar dan toch een ordening is, waaraan niemand iets heeft, aangezien de papiermassa volstrekt ontoegankelijk is. Ik heb derhalve zijn voor beeld gevolgd, tot genoegen van de gemeenteambtenaren en bezoekers. Deze ge beurtenis was leerzaam, omdat ik ervoer dat inventariseren met name zin heeft als behalve de maker ook de bezoekers iets aan een inventaris hebben. En tevens was ik geneigd te veronderstellen, dat als Van Emstede in deze gelijk had, hij ook wel gelijk zou hebben met zijn analytische inventarissen. Van deze geneigdheid kwam ik echter terug toen ik zijn eerste werkstuk onder ogen kreeg en ik moet zelfs be kennen, dat mijn weerzin tegen zijn werkwijze gelijkelijk groeide met zijn productie. Aangezien van tijd tot tijd de roep weerklinkt om 'analytische inventarissen', had ik verwacht dat zijn inventarisatie-arbeid en met name zijn inventaris van het oud archief van de gemeente Bakel en Milheeze meer de aandacht zou hebben ge trokken.1 Wat is een analytische inventaris? Aangezien 'Archiefterminologie' hierop geen antwoord geeft, moet ik proberen zelf een definitie te vinden, b.v.: 'Een ana lytische inventaris is een archiefinventaris, waarin behalve beschrijvingen van ar chiefbestanddelen tevens inhoudsopgaven dezer bestanddelen zijn opgenomen'. Analytische inventarisatie is ongetwijfeld een boeiend onderwerp voor bij de haard, doch als men het in de praktijk wil beoefenen wordt men al aanstonds geconfron teerd met een levensgroot probleem. Immers, enerzijds voelt een gewetensvol inven- 1 In de reeks der Peellandse archiefinventarissen zijn inmiddels vijf delen van de hand van de streekarchivaris E. J. Th. A. M. van Emstede verschenen. Zij worden vermeld in Ned. Archievenblad 1970, blz. 62 en 146, en 1971 blz. 144-145 (red.). [127]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 24