bant enigszins door een zekere verzadiging enerzijds en een te geringe bereidheid tot medewerking bij enige gemeentebesturen anderzijds. Ook het tekort aan geschikte beheerders speelde een rol en misschien ook de aandacht, die het Toneel van mr. Bemsen vroeg. De heer Bernsen was de laatste jaren voorzitter van het beroepsgezel schap 'Proloog' in Eindhoven en van de bekende amateurvereniging 'Moyses'-Bosch' te 's-Hertogenbosch, de stad waar de overleden inspecteur geboren en getogen was. Zijn Brabantse geaardheid verklaart wellicht ook dat Bernsen geen formalist of stijve archiefinspecteur was. Hij was steeds joviaal, charmant, hartelijk en meelevend, maar hij kon als het nodig was ook de puntjes op de i zetten. Zijn heengaan is een groot verlies, doch zijn voorbeeld blijft. Moge het voor mevrouw Bernsen-Diels en haar kinderen een troost zijn, dat haar man en hun vader zo'n uitzonderlijke goeie kerel was. H. B. M. Essink Afscheid van G.J. Lugard als gemeentearchivaris van Schoonhoven Op 29 augustus 1969 werd te Schoonhoven in kleine kring afscheid genomen van de heer G. J. Lugard als archivaris van die stad. Burgemeester J. Aten herinnerde eraan dat de heer Lugard 45 jaar dat ambt had vervuld, waarvan de eerste zeven jaar ge heel buiten bezwaar van de gemeentekas. In die tijd heeft hij niet alleen de bestuur ders der gemeente maar ook duizenden particulieren aan zich verplicht door met zijn grote kennis van zaken altijd voor iedereen klaar te staan. Na een kort woord van de provinciale inspecteur dr. J. L. van der Gouw hield de aftredende archivaris een overtuigend betoog voor het maatschappelijk belang van de plaatselijke geschiedenis en voor de rol die in de locale gemeenschap en bij het onderwijs voor het archief en de archivaris is weggelegd. Hij voegde er aan toe, dat de door de burgemeester ge roemde hulp aan iedereen ook een schaduwzijde had, namelijk dat hij in de bewer king van een inventaris van het stadsarchief was blijven steken. Een fraai geschenk in zilver was het zichtbaar teken van dankbaarheid van het ge meentebestuur van de zilverstad aan zijn aftredende archivaris. Collega Lugard maakte in 1925 een supplement op H. J. L. Th. van Rheineck Leys- sius' inventaris van het oud-archief der stad Schoonhoven en inventariseerde kort daarna de archieven van het hoogheemraadschap de Krimpenerwaard en van het waterschap de Linge-uitwatering. Hij publiceerde in de loop der jaren 59 kleinere en grotere historische studies over Schoonhoven. Een lijst van de titels van deze publi caties is opgenomen in de decemberaflevering 1969 van het Regionaal-Historisch Tijdschrift Holland, tweemaandelijkse uitgave van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk 'Vigilate Deo Confidentes' en de Stichting Con tactcentrum voor regionale en plaatselijke geschiedbeoefening in Noord- en Zuid- Holland. L4] De Brabantse Archivarissendagen Ten geleide Op 11 en 12 september 1959 kwamen op initiatief van prof. dr. F. Blockmans, stads archivaris van Antwerpen, ambtsbroeders uit de belgische provincies Antwerpen en Brabant en uit het nederlandse Noord-Brabant voor de eerste maal in een tweetal studiedagen bijeen. Van meet af aan sloeg dit initiatief aan. Zakelijke afspraken, vakproblemen, discussies over bepaalde aspecten van de Brabantse geschiedenis konden in een sfeer van hartelijke vriendschap aan de orde worden gesteld. Staat kundige, politieke en levensbeschouwelijke tegenstellingen speelden geen enkele rol. De collegialiteit won het pleit. Sindsdien zijn deze bijeenkomsten elk jaar gehouden, beurtelings in een gemeente ten Noorden of ten Zuiden van de rijksgrens. Het voormalige hertogdom Brabant lijkt op die dagen voor de deelnemers hersteld. In de loop der jaren hebben deze samenkomsten aan wetenschappelijke standing ge wonnen. De steun en aanwezigheid van de algemene rijksarchivarissen van België en Nederland gaven en geven er extra reliëf aan. In Nederland is de organisatie in han den van het bestuur der Kring van gemeente- en streekarchivarissen in Noord-Bra bant. In België bestaat sinds kort een permanente commissie van voorbereiding onder leiding van dr. A. Bousse, rijksarchivaris in de provincie Antwerpen. Een bewijs van erkenning van de betekenis van deze studiedagen mag gezien worden in de bereidheid van de redactie van het Nederlands Archievenblad in dit nummer naast het verslag ook de tekst van de drie referaten op te nemen, die op 3 en 4 ok tober te Herenthals zijn uitgesproken. Twee ervan stellen het actuele thema van de opbouw van een documentatieverzameling aan de orde. Het merkwaardige feit doet zich daarbij voor, dat een meer in stilte opererend streekarchivariaat aan de interne wetenschappelijke documentatie door middel van indicering grotere aandacht kan wijden dan een belangrijk gemeente-archief, waar de opbouw van de documentatie vooral afgestemd is op de externe vraagstelling van de administratie en de plaatse lijke burgerij. De betekenis voor Nederland van de lezing van collega Vandewoude van het Alge meen Rijksarchief te Brussel zal naar ik vermoed nauwelijks iemand ontgaan. Moge dit 'Brabant'-nummer van het Nederlands Archievenblad de collegae uit andere grensprovincies stimuleren hun contacten met 'buitenlandse' archivarissen te intensiveren. Het Benelim-convent is in Limburg, dat zich trots land zonder grenzen noemt, reeds bijzonder actief. Indien ik in een jaar gedwongen zou zijn afspraken voor bijeenkomsten te annuleren dan zouden de Brabantse Archivarissendagen de laatste zijn. Dit lijkt chauvinisme, maar is enthousiasme voor een activiteit, waarin de gedachte van de Benelux werke lijk een zaak van vlees en bloed is geworden. L. P. L. Pirenne [5]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 9