de, dan is men geneigd te denken, kan de computer hier geen uitkomst bieden?
De oktober-aflevering begint met een beschouwing van de dames A. R. Fry en
W. Baum over Oral History. D. Th. McAllister, curator van het Michelson Mu
seum, beschrijft zijn ervaringen bij het verzamelen van archivalia voor de geschit'
denis der (natuur)wetenschappen. P. McCarthy verschaft talrijke gegevens over een
nieuwe methode ter conservering van oude papieren: Vapor Phase Deacidification.
Over het werkprogramma van zijn archiefdienst worden we ingelicht door F. W.
Burch, Records Administration for the State Archives and Records Service at
St. Paul, Minnesota. F. J. Weber geeft een overzicht van de gedrukte gidsen van
archieven, die van belang zijn voor de geschiedenis van de Rooms-Katholieken in
Amerika. V. B. Santen stelt de waarde van financiële bescheiden in het licht en
gaat daarbij in op de z.i. onnodig lange bewaartermijnen, die voor deze stukken
zijn voorgeschreven of ook wel zonder voorschrift in acht worden genomen. F.
Shelley geeft richtlijnen voor de beantwoording van de vraag, welke archivalia het
best in een gedrukte bronnenpublikatie en welke beter op microfilms of -fiches tot
de gebruiker gebracht kunnen worden. A. B. Rollins Jr. maakt een aantal opmer
kingen over de verhouding tussen archivaris en historicus en de hulp en voorlich
ting, die de eerste aan de tweede kan en moet verschaffen. J. H. Franklin tenslotte
doet verslag van een door een groep studenten onder zijn leiding verricht onder
zoek in het archief van North Carolina.
Bij de boekbesprekingen wordt ruimschoots aandacht besteed aan de Guide to the
Sources in the Netherlands for the History of Latin America, samengesteld door
M. P. H. Roessingh. De bespreking is van G. S. Ulibarri. J. H. v. d. HO
Der Archivar, het bekende Duitse Archievenblad, begint de eerste aflevering van
de 22ste jaargang met een verslag van het zesde Internationale Archiefcongres in
september 1968 in Madrid gehouden en van de tegelijkertijd gehouden vergadering
van de Internationale Archiefraad. Aangezien het Congres reeds uitvoerig in dit
tijdschrift is verslagen beperk ik me door weer te geven dat de Archiefraad zich
vooral heeft bezig gehouden met de vraagstukken rond de archiefopbouw van de
jonge staten. Tot voorzitter van de Raad werd verkozen Louis Sanchez Belda,
Algemeen Directeur van het Bibliotheek- en Archiefwezen in Spanje.
Ook de redactie van het tijdschrift Archivum kwam in Madrid bijeen en nam af
scheid van zijn secretaris prof. Bautier, die nog verschillende publicaties in het
vooruitzicht stelde. Tot de redactie is toegetreden dr. J. E. A. L. Struick, de gemeen
te-archivaris van Utrecht.
Van de hand van mr. H. Hardenberg is een artikel opgenomen over de Nederland
se archiefwet van 1962 en het archiefbesluit van 1968. Daar dit artikel tot informa
tie van het Duitse publiek bestemd is, dient hier slechts aangestipt te worden, dat
niet iedere Nederlandse archivaris schrijvers uitspraak met betrekking tot de deci
male classificatie zal onderschrijven. De kritische instelling ten opzichte van de
verbeteringen die de wet moet brengen zal door meerderen gedeeld worden. Zon-
[66]
der meer personeel en grotere gebouwen met betere outillage is verbetering nauwe
lijks te verwachten, zo besluit de oud Algemene Rijksarchivaris.
Het blad vervolgt met een artikel van Helmut Bickelhaupt over 'Urheberrecht und
Archivwesen', waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen twee soorten werkzaam
heden nl. enerzijds het werk dat de archivaris in diensttijd en in opdracht van zijn
werkgever verricht en anderszijds die arbeid, die hij privé als nevenwerkzaamheid
verricht, waarop zijn werkgever geen auteursrecht kan laten gelden.
Daarop volgen bijdragen van Egon Merker 'Zur Frage der Besteuerung von Ver-
lagsarchiven' en van Hans Booms over de 'Sammlung Rese'. F. J. M. Rese, foto
graaf van beroep, heeft een verzameling tijdsdocumenten bijeengebracht uit de
periode 1920-1945. Gewaardeerd door en naderhand ook geliëerd aan de
N.S.D.A.P. bevat deze verzameling, die in 1945 in beslag genomen is door de ge
allieerden en die eerst onlangs in West-Duitsland is terug gekeerd, zeer veel stukken
over de Nazi-beweging en haar voornaamste figuren. De verzameling berust thans
voor een groot gedeelte in het Bundesarchiv.
De aflevering wordt besloten met een kort bericht van Claus Stukenbrock over
'Erste Erfahrungen mit dem Aktenschweissen im Staatsarchiv Hamburg' en de vaste
rubrieken wettelijke bepalingen, mededelingen, boekbesprekingen en bibliografie
voor het archiefwezen over de jaren 1965/66 van de landen Luxemburg, Denemar
ken, Zweden en Polen.
Het mei-nummer is een themanummer, waarvan de grote artikelen gewijd zijn aan
de problemen waarvoor de archivaris gesteld wordt bij de behandeling van de peri
ode 1930-1950. Manfred Wolf en Hans Schmitz bespreken de vraag welke bronnen
de archieven bevatten voor de geschiedenis van deze periode.
Zij wijzen er op, dat het door oorlogshandelingen verloren gegane materiaal dikwijls
aangevuld moet worden met gegevens uit archieven van kerken en scholen, de regio
nale en plaatselijke pers en de documentatieverzamelingen. Het ontbreken van ar
chieven van N.S.D.A.P.-afdelingen kan uiteraard niet alleen aan de oorlog geweten
worden, want bewuste vernietiging is in 1944/45 vaak toegepast.
Dit artikel evenals de volgende van Heinz Boberach getiteld 'Das Schriftgut der
staatlichen Verwaltung, der Wehrmacht, und der N.S.D.A.P. aus der Zeit von 1933-
1945', van B. Stasiewski en H. Steinberg over de kerkelijke archieven en van B. Bril
ling over de Jodenvervolging zijn oorspronkelijk referaten gehouden op de vijfde
bijeenkomst van de archivarissen in Noord-Rijnland-Westfalen.
De techniek van interviews met personen die in het openbare leven actief geweest
zijn wordt de Duitse archivaris uiteengezet door Peter Hüttenberger, die onder meer
als voordeel aanmerkt de discussiemogelijkheid. Deze techniek staat internationaal
sterk in de belangstelling, daar aan de zgn. 'oral history' ook in de Ver. Staten veel
aandacht geschonken wordt, vergelijk oktobernummer 1969 American Archivist.
De aflevering besluit met dezelfde rubrieken als het vorige nummer.
In het juli-nummer is ter inleiding van de 45ste Duitse Archievendag de korte ge
schiedenis opgenomen van het Staatsarchief van Sleeswijk-Holstein en van dat der
[67]