Wij ontvingen Amusant is het te vernemen, dat niet alleen drankbestrijding in Leeuwarden ver- enigingstichtend werkte. Er was aldaar een buurtclub D.A.S. wat een afkorting is van Door Alcohol Samengebracht. In de jaren 70 en 80 der 19de eeuw telde Schie dam bijna 400 grotere en kleinere branderijbedrijven constateerde Unger en Schaafsma noteerde juist midden in die periode, in 1876, het grootste aantal op de algemene vergadering van de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alco holhoudende dranken vertegenwoordigde afdelingen, nl. 36. Behalve van de organisaties, die zich met drankbestrijding in engere zin bezig hiel den, treffen we ook archieven aan van zangverenigingen, die een functie hadden bij de propaganda, maar tevens in artistiek opzicht tot prestaties van betekenis kwa men. Dat al deze archieven werden opgespoord, tot op de zolder van een school toe, samen gebracht, geordend en beschreven, verdient grote waardering. De heer Schaafsma, die wij reeds uit zijn Inventaris der archieven van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Leeuwarden3, kenden als een nauwgezet inven- tarisator, heeft wederom een goed werkstuk afgeleverd. Met de drankbestrijding had de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zich reeds in 1804 bezig gehouden door de publicatie van 't Morgenslokje, een gemeenzaam buurpraatje tusschen Dieuwertjen en Grietjen en enige andere personen, waarin de verwoestende uitwer king van de drank op het menselijk lichaam werd beschreven. In de inventaris zijn ook archivalia van het Provinciaal Drankweer Comité en een achttal drankbestrijdersorganisaties uit de provincie Friesland opgenomen, die, vaak bij toeval, met die van de organisaties uit Leeuwarden in het Gemeentearchief terecht zijn gekomen. Twee groepsfoto's van bestuurderen verlevendigen het 86 bladzijden grote boekje. J. H. van den Hoek Ostende Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente te Bodegraven 1513-1952 door mej. G. M. van Aalst, Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage 1969. Het archief berust in de kluis van de kerkvoogdij te Bodegraven. Het jaartal 1513 heeft betrekking op een akte van de deken van Delfland houdende een oproep aan de pastoors enz. in het dekenaat om in hun parochies een collecte toe te staan voor de wederopbouw van de parochiekerk te Bodegraven. Daar Philips II de heerlijkheid Woerden, waartoe ook Bodegraven behoordein pand had gegeven aan de Lutherse hertog Erik van Brunswijk en de landsheer bij de godsdienstvrede van Augsburg in 1555 het recht kreeg de godsdienst van zijn onderdanen te bepalen, komen in Woerden en omgeving relatief meer Lutheranen voor dan elders in Holland. Het duurde tot 1594 aleer in Bodegraven een Calvinis- 3 Zie Ned. Archievenblad 1968, blz. 161. [60] tische predikant werd aangesteld. Tot 1620 kwamen echter bij de Classis en op de Provinciale Synode nog klachten binnen over de rebellerende houding van de Luthersen te Bodegraven. Uit de tijd dat de kerk tot het Lutheranisme was over gegaan zijn slechts enkele jaarrekeningen over. Ten behoeve van de inventaris is gebruik gemaakt van het schema voor de ordening en inventarisatie van plaatse lijke archieven, zoals dit is opgenomen in de Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk, samengesteld door de Commissie voor de Archieven der Nederlandse Hervormde Kerk. Voor de geschiedenis van Bodegraven is dit kerkelijk archief van groot belang, daar tijdens de grote brand van 1870 de stukken van de burgerlijke gemeente tezamen met die van het wees huis, van,de Lutherse Kerk en van de Rooms Katholieke kostschool te niet zijn gegaan. Over Bodegraven is trouwens ook nog iets te vinden in het familiearchief Ter Meuten, berustende bij de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam. De inventaris van dat archief verscheen als bijlage IV van het Jaarverslag 1957 van die dienst met supplement in Jaarverslag 1963 als bijlage V. De nrs. 58-64b betreffen het buiten Rhodus te Bodegraven, de nrs. 65-73 de aldaar door leden der familie Ter Meuten gedreven loodwitfabriek en azijnmakerij. Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Lith-Lithoijen, Kessel en Alem-Maren, 1648-1965, door drs. Louise van Tongerloo, Rijksarchief in Noord- Brabant, Inventarisreeks nr. 1, 's-Hertogenbosch 1969. Inventaris van het archief van de Heren van Oijen, 1550-1899, door H. M. M. van Kollenburg, Rijksarchief in Noord-Brabant, Inventarisreeks nr. 2, 's-Hertogen bosch 1969. Inventaris van het archief van de Classis 's-Hertogenbosch, 1571-1950, door J. Vriens, Rijksarchief in Noord-Brabant, Inventarisreeks nr. 3, 's-Hertogenbosch 1969. Deze drie in offset uitgevoerde archiefinventarissen vormen het begin van een in het vooruitzicht gestelde reeks inventarissen uit het Rijksarchief in Noord-Brabant. De omslag is gehouden in de heraldische kleuren van het wapen van het voorma lige hertogdom Brabant. Het erop gereproduceerde wapenbord werd in 1686 door Jacobus van der Hoeven gesneden in opdracht van de stedelijke regering van 's- Hertogenbosch. Dit wapenbord siert nu met drie andere borden, waarop de wa pens van de Republiek, van de stad 's-Hertogenbosch en van de prinsen van Oranje zijn afgebeeld, het grote trappenhuis van het Bossche stadhuis. Vooral de nummers 1 en 3 hebben uitvoerige inleidingen. Mejuffrouw Van Tongerloo, wetenschappe lijk medewerker aan het Instituut voor Geschiedenis der Rijksuniversiteit te Utrecht, geeft een korte dorpsgeschiedenis van Lith, Lithoijen, Kessel, Maren en Alem, gevolgd door een uitvoeriger geschiedenis van de gereformeerde, later her vormde gemeenten aldaar en hun kerkgebouwen. Bij het laatste ontbreekt het zelfs niet aan illustraties. Ook de heer Vriens heeft aan zijn inventaris een uitvoerige in leiding meegegeven. Toch moet men nog even zoeken waar het jaartal 1571 op de omslag van zijn inventaris vandaan komt. De classis ontstond immers in 1641, twaalf jaar na de verovering van 's-Hertogenbosch door de Staatse troepen in 1629. [61]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 37