Boekbespreking Dr. H. de Buck, Bibliografie der geschiedenis van Nederland, samengesteld in opdracht van het Nederlands Comité voor Geschiedkundige Wetenschap pen, uitgegeven door E. J. Brill te Leiden 1968, prijs 49, Na een voorgeschiedenis van veertig jaar, die in 1928 met de oprichting van het Nederlands Comité voor Geschiedkundige Wetenschappen begon1, is deze vraag baak voor de beoefenaars der geschiedenis van Nederland van de pers gekomen. In ruim 700 bladzijden kunnen zij er hun gegevens vinden over de Nederlandse ge schiedenis in de ruimste zin tot en met het jaar 1945. De bijeengebrachte literatuur reikt tot en met 1963. Hetgeen van een later jaar is opgenomen is niet meer het resultaat van doelgericht onderzoek, maar van incidentele vondsten. Daarbij wordt onder nr. 229 zelfs een boek genoemd, dat nog in voorbereiding is. In zijn inleiding, die een verantwoording is van zijn werk, merkt dr. De Buck op, dat hij een beperkte keuze deed uit al het bestaande titelmateriaal. Hij is er zich van bewust, dat zijn keuze niet altijd de onverdeelde instemming zal hebben van de gebruikers van de bibliografie, maar hoopt, dat de opgenomen titels betrouwbare wegwijzers zullen blijken te zijn. Zo zal men om achter het bestaan van archiefin ventarissen te komen steeds het Repertorium van inventarissen, dat onder nr. 13 genoemd wordt, moeten raadplegen. Er zijn categorieën waar de samensteller door de beperktheid van het materiaal naar een zekere volledigheid kon streven en dat uit nuttigheidsoverwegingen ook gedaan heeft. Zo bij de bibliografische publica ties, de tijdschriften en handboeken in bepaalde rubrieken. De titels van buitenlandse verzamelingen, algemene overzichten, handboeken en periodieken, die in bepaalde gevallen ook voor de Nederlandse geschiedenis van belang kunnen zijn, heeft dr. De Buck niet opgenomen. Daarvoor raadplege men werken als Romeins Apparaat voor de studie der geschiedenis. Een ander probleem vormden de titels die in meer dan één rubriek geplaatst zouden kunnen worden. Daarbij moest de samensteller knopen doorhakken en hij heeft dat gedaan door te kiezen voor wat hij het belangrijkste aspect van de titel achtte. Zo staan werken over de haven en de scheepvaart van Amsterdam niet onder de gewestelijke en plaatselijke geschiedenis, maar onder Economische geschiedenis sub Koopvaardij en havens. Dit lijkt ons een goede oplossing, want daar zullen de meeste gebruikers van de bibliografie ze wel zoeken. 1 Zie Ned. Archievenblad 1965 blz. 56. Het daar afgedrukte schema blijkt met één rubriek vermeerderd te zijn, doordat als derde Praehistorie en Archeologie werd opge nomen. [56] Dat zoeken had wellicht vergemakkelijkt kunnen worden door in de inhoudsop gave de onderverdeling der rubrieken tot in alle details op te nemen. Dan zou met één oogopslag blijken, dat de afdeling Taalwetenschap en naamkunde van de ru briek Hulpmiddelen en wetenschappen onderverdeeld is in a. Taal; b. Woorden boeken; c. Dialecten; d. Naamkunde (met de verdelingen 1. Algemeen; 2. Per soonsnamen; 3. Plaatsnamen). De afdeling Nederland als kleine mogendheid (1840- 1945) uit de rubriek Algemene en politieke geschiedenis naar tijdvakken telt 23 bladzijden, waarop een onderverdeling is gemaakt2 in: Algemeen; Hoofdpersonen uit het tijdperk 1840-1945; Parlementaire geschiedenis en politieke partijen (onder scheiden in: Parlementaire geschiedenis. De politieke partijen. De afzonderlijke partijen); Het tijdvak 1840-1849; Het tijdvak 1849-1898; Het tijdvak 1890-1940; (onderscheiden in Algemeen, Wereldoorlog I, 1914-1918, Tussen de beide wereld oorlogen); Het tijdvak 1940-1945, Wereldoorlog II (onderscheiden in: Algemeen, Bijzonderheden, Memoires, Economische en sociale bijzonderheden, Het verzet). Als deze detaillering in de inhoud was opgenomen zou dat o.i. de bruikbaarheid van de bibliografie voor de bibliotheek- en archiefbezoeker en diens zelfwerkzaam heid ten goede zijn gekomen, omdat dan de onderwerpen, die in de drie registers van auteursnamen, van persoonsnamen en van aardrijkskundige namen3 niet naar voren komen met minder geblader en navraag te vinden zouden zijn geweest. Onder Land- en tuinbouw enz., Ontginning enz.4 zoekt men zonder enige aandui ding in de inhoud toch niet licht titels over jacht en visserij. Signaleerden wij in de voorgaande alinea een ongemak bij het raadplegen van de Bibliografie, dat aan de eigenlijke gebruikswaarde van het werk weinig afdoet en betrekkelijk makkelijk te verhelpen ware geweest, wij moeten tot onze spijt ook wijzen op een onvolledigheid en een inconsequentie. Iedere gebruiker met enige ervaring en kennis op een bepaald gebied der Neder landse geschiedenis zal in deze bibliografie titels missen, die erin hadden moeten staan, vooral als hij daarbij in aanmerking neemt wat wel is opgenomen. Van som mige auteurs zijn uitermate belangrijke en veel geraadpleegde werken weggelaten, terwijl kleinere publicaties van hun hand wel werden opgenomen. Daaronder ook archiefinventarissen, die al via het Repertorium van Formsma, Van 't Hoff en Meinema te vinden waren geweest, en door hun aanwezigheid aanvankelijk be vreemding wekken over het ontbreken van andere en belangrijker inventarissen. Ook hebben wij nergens kunnen nagaan welke maatstaf gehanteerd is bij de op name van tijdschriftartikelen, die toch ook wel vragen oproept. Deze critische opmerkingen doen niet af aan onze waardering voor dr. De Buck en zijn medewerksters mej. drs. E. M. Smit en mej. T. Hartman, dat zij tenslotte 2 Waarom daarbij geen letters en cijfers gebruikt zijn is mij niet gebleken. 3 Ten onrechte is in dit laatste register de naam Niftarlake niet opgenomen, terwijl een vergelijkbare naam als Hamaland wel voorkomt. Onbegrijpelijk is waarom onder Am sterdam de nummers 3687 en 3706 zijn weggelaten, waarvoor n.b. de opeenvolgende reeks van 3670 t/m 3711 onderbroken moest worden 4 Afdeling d uit de onderrubriek Economische geschiedenis van de rubriek Economi sche en sociale geschiedenis en als zodanig wel in de inhoud opgenomen. [57]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 35