een audiëntie aan te vragen57. Dat dit initiatief verband hield met de politiek van Lodewijk-Napoleon is waarschijnlijk. Doch het is niet onmogelijk dat de idee van een reis naar Brussel Thorbecke ingegeven werd door J. B. Nothomb, Belgisch ge zant te Berlijn en vriend van Conway. Nothomb ontmoette Thorbecke een eerste maal de 24e, tijdens een diner door de gezant van Nederland aangeboden; Conway's naam werd toen vernoemd en het is mogelijk dat dit de contactname tussen de Bel gische diplomaat en de Nederlandse staatsman vergemakkelijkt heeft. De volgende dag hadden beiden een lang onderhoud: de Eerste Minister van Nederland had er toen zijn verwondering over uitgedrukt hoe weinig men zich te Berlijn scheen te be kommeren om wat in Frankrijk gaande was en om Belgiës bijzondere positie tegen over Frankrijk; hij noemde dit onverschilligheid; meer zelfs, liet verstaan dat een overeenkomst tussen de regering van Pruisen en de Prins-President op de rug van België niet tot het rijk der onmogelijkheden behoorde. Nothomb deelde dat pessi misme evenwel niet; wel vond hij het spijtig dat Thorbecke met zulk een indruk naar 's-Gravenhage zou terugkeren. Nog de 26e 's avonds bevestigde de gezant dat Thor becke via Keulen naar Brussel zou reizen vooraleer naar zijn land terug te keren. 7e n'ai pas besoin de vous dire que j'ai trouvé M. Thorbecke dans d'excellentes dis positions en ce qui nous concerne. II a la plus haute opinion de notre Roi'; deze staatsman, wiens persoonlijkheid Nothomb in deze twee woorden 'intelligence et probité' samenvatte, kon volgens hem een nuttige invloed ten voordele van België uitoefenen58. De 28e maart, om 9 uur 's avonds kwam Thorbecke te Brussel aan. 's Anderendaags stelde Conway hem te Laken aan de Koning voor en deze laatste onderhield zich twee uur met hem. 's Avonds werd in het paleis te Brussel een diner aangeboden, waarna een nieuw privégesprek van twee uur volgde. De 30e 's morgens reisde de Eerste Minister naar Nederland verder59. De ontmoeting tussen Leopold I en Thorbecke schijnt hartelijk geweest te zijn. Aan zijn intieme medewerker Conway vertrouwde de Koning toe: 'M. Thorbecke m'a beaucoup plu et j'éprouve une vive satisfaction d'avoir eu l'occasion de faire sa con- naissance et j'espère que même dans l'avenir nous resterons amis'60. Thorbeckes in druk van zijn Brussels bezoek was niet minder gunstig: 'Het was eene groote voldoe ning voor mij, uwen edelen Vorst te leeren kennen. Een waar genot, een Koning te zien, die verdient het te wezen. Ein so fester, klarer, die Weltverhaltnisse beherr- schender Bliek mit soviet gute und wohlwollender Offenheit sind eine so seltenen als 57 Zie: brief van Thorbecke aan Conway, Berlijn 23.3.1852 AKP Conway nr 64. 58 Zie: brieven van J. B. Nothomb aan Conway, Berlijn 25.3.(1852) en Berlijn 26.3. (1852) 's avonds AKP Conway nr 64. Zie ook: aantekeningen en herinneringen van Conway, 1852, AKP Conway nr 117. In zijn brief van de 26.3.1852 stelde Nothomb voor Thorbecke het grootlint in de Leopoldsorde toe te kennen. 59 Zie: aantekeningen van Conway, 1852, voornoemd. Zie eveneens: AKP Departement van de Grootmaarschalk, regering Leopold I, register der diners nr 5 (1844-1852). Voor het door de Koning te Brussel aangeboden diner liet Thorbeckes echtgenote zich veront schuldigen. Gericke d'Herwijnen zat bij dit diner aan; de prinsen Leopold en Filip en prinses Charlotte waren eveneens aanwezig. Thorbecke logeerde te Brussel in het Hötel de Flandre. 60 Leopold I aan Conway, 1.4.(1852) AKP Conway nr 64. [34] wohlthuende Erscheinung auf dem politischen Gebiet, für Geist und Herz gleich erfrischend. Sie wirkt, was ein König immer thun sollte, wie Sonnenschein'61. Zoals hoger gezegd, deden tijdens Thorbeckes verblijf te Brussel geruchten de ronde dat de regering in Nederland zou vallen. Toen het vaststond dat het kabinet zou aanblij ven, liet Leopold I zijn voldoening aan Conway blijken en gaf daarbij uiting van de vriendschap, die hem met de staatsman van het Noorden verbondt: 'Je suis enchanté des nouvelles de Thorb(e)ck(e). II faut tacher de Lui faire savoir que, ministre ou particulier, il a acquis un ami qui ne se laissera jamais influencer par les circonstan- ces'62. Thorbecke en Conway hebben elkaar enkele malen ontmoet. Afgezien van het be zoek aan Leopold I en waarbij de intendant van de Civiele Lijst als tussenpersoon optrad, stelde de Eerste Minister tijdens de tweede helft van augustus 1852 voor Conway ergens in Zeeland, waar hij op reis was, te ontmoeten. Om gezondheidsrede nen moest Thorbecke echter deze reis onderbreken doch de 29e van die maand stelde hij een nieuwe ontmoeting te Bergen-op-Zoom voor83. Ingevolge Thorbeckes voor stel te Breda een onderhoud te hebben (26 mei 1853), antwoordde Conway dat het hem onmogelijk was de reis te ondernemen64. Na zijn dochter naar Dresden verge zeld te hebben, kwam Thorbecke de 20e september van dat jaar te Brussel aan, waar hij, de 21e, na een gesprek met Conway, door Leopold I in audiëntie ontvangen werd65. Mogelijk hebben beiden elkaar later te Chaudfontaine nog ontmoet66. Minder belangrijk lijken ons de drie brieven van 1867. In deze van de 24e maart sprak Thorbecke zijn kommer over de internationale toe stand uit. De 8 september had hij het over 'den gedrukten toestand, waarin D(uitsch)land zich bevindthij zag niemand in dit land, die voldoende moed en be kwaamheid bezat om de leiding van een anti-Pruisische politiek te nemen; misschien kon een verbond van de zuidelijke staten van Duitsland, 'buiten Oostenrijk', een oplossing brengen. Bij het lezen van Thorbeckes brieven wordt men getroffen door de steeds oprechte en directe toon. Kunnen Nederlanders en Belgen wel ongevoelig blijven aan deze briefwisseling, die, na 1830, ongetwijfeld een lichtpunt is? Emile Vandewoude 61 Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandse) Z(aken) 3.4.1852 AKP Conway nr 64. De 6.4.1852 schreef Leopold I betreffende Thorbeckes brief: 'Je gar- derai encore la lettre de Thorbeck, qui m'a fait grand plaisir' (nota aan Conway AKP Conway nr 64). 62 Leopold I aan Conway, 29.3.(1852) AKP Conway nr 64. Conway schreef in die zin aan Thorbecke, de 30.3.1852 (minuut, AKP Conway nr. 64). 63 Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandse) Z(aken) 16.8.1852 AKP Conway nr 64. Zie eveneens: brief van Thorbecke aan Conway, Nieuwe Tonge, eiland Overflakkee 29.8.1852. 64 Zie brieven van Thorbecke aan Conway, 's(-Graven)Hage 26.5.1853 en Breda 1.6.1853 AKP Conway nr 64. 65 Zie: brief van Thorbecke aan Conway, Dresden 17.9.1853 AKP Conway nr 64. 06 Zie: brief van Thorbecke aan Conway, Chaudfontaine 4.9.1855 AKP Conway nr 64. [35]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 24