Bij de staatsgreep van Lodewijk Napoleon vroeg Thorbecke zich onmiddellijk af wat
de toekomst brengen zou en hij verzocht Conway hem op de hoogte te houden van
wat in de Franse hoofdstad gebeurde: 'De zaken te Parijs schijnen ernstig te willen
worden. Blijft de president gematigd, er is welligt vooreerst nog geen groot gevaar.
Maar is er eenige waarborg voor die gematigdheid!'30.
De 8e december 1851: 'De wapenkracht heeft voor het oogenblik haar werk verrigt;
doch vanwaar moet nu de zedelijke kracht komen!'31.
Meer geruststellend was Thorbeckes brief van de 28e december 1851: 'De fransche
gebeurtenissen hebben, dunkt mij, tot dus verre niets wat bevreemdt. Nadat men van
den eersten indruk zal zijn teruggekomen, en in de plaats van politiemaatregelen een
beginsel van politieke organisatie zal trachten te stellen, zal het meer de moeite
waard worden het oog weder daarheen te wenden. De winter is een tijd van rust en
feesten; maar wat zal het voorjaar ons te zeggen hebbenT32. In het voorjaar 1852
stelde Thorbecke vast hoe stil het bij Belgiës zuiderbuur was. Had die stilte iets
onheilspellends? 'Dat de president, vrij in zijne keus, aan zich zeiven overgelaten,
oorlog in ZIJN belang zou achten, kan ik mij niet wel voorstellen. Maar de gespan
nen, autokratische heerschappij, die hij in Frankrijk beproeft, zou wel eens in krijgs
voering steun kunnen behoeven. Ook zouden diplomatische combinatiën van elders,
waardoor men trachtte hem, ten koste van eenigen, onschadelijk voor anderen te
maken, geen ongehoorde dingen zijn'33.
Ongerustheid spreekt uit Thorbeckes brief van de 19e september 1852. Aan de hand
van berichten uit Wenen wist de Eerste Minister mee te delen dat de Oostenrijkse
regering in een nabije toekomst te Parijs een 'ontknoping' voorzag, die 'eene inbreuk
zal maken op de beginselen van den toestand, door de Tractaten v(an) 1815 geves
tigd, zonder dat men eenige waarborg hebbe dat die inbreuk niet afbreking of over
strooming worde'. En, ging hij verder, 'De President kan hebben begrepen dat het
stichten eener erfelijke Dynastie niet alleen op de toekomst moest zien, maar de
voortzetting zijn van het in 1815 gevallen keizerschap. Welligt heeft hij zijne partij
gekozen, en spreekt hij daarom niet; maar juist dit niet-spreken maakt ongerust. Ik
kan voor het oogenblik niet meer schrijven'31. Hoezeer Leopold I Thorbeckes be
grijpende houding hoogschatte, blijkt uit deze korte verklaring aan Conway: 'Je suis
enchanté que Th(orbecke) reste en communication, dans un cas donné cela peut être
de la plus grande utilité'35.
Diplomatieke berichten in Nederland en in België ontvangen, werden blijkbaar met
elkaar vergeleken om de juistheid ervan na te gaan. Het verblijdt mij, schreef Thor-
30 Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandsche) Z(aken) 3.12.1851
AKP Conway nr 64.
31 Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandse) Z(aken), 8.12.(18)51
AKP Conway nr 64.
32 Thorbecke aan Conway, 's-(Graven)Hage 28.12.1851 AKP Conway nr 64.
33 Thorbecke aan Conway, 's-(Graven)Hage 22.2.1852 AKP Conway nr 64.
3+ Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandse) Z(aken), 19.9.1852
AKP Conway nr 64.
35 Leopold I aan Conway, 21.9.(1852) AKP Conway nr 64.
[28]
becke de 28e september 1852, dat onze berigten met de uwe, ten aanzien der betrek
king tot Oostenrijk, overeenstemmen. Het is niet kwaad meermalen aldus te contro
leren. Bovenal verheug ik mij, dat de willekeurige maatregelen, door den Pres(ident)
jegens uw Land genomen, aldaar den indruk hebben te weeg gebragt, dien gij be
schrijft. De engelsche gezant kwam mij over die maatregelen spreken, en hield ze
voor een teeken, dat de algemeene toestand bedenkelijker wierd'36.
Bij de aanvang van het jaar 1853 had Thorbecke het over de erkenning van het
nieuwe regime in Frankrijk door de grote Europese mogendheden en over de pogin
gen van Engeland de Keizer der Fransen voor zich te winnen. Hij gaf daarbij vol
gende bedenking: 'Die drei Continentalmdchte haben wenigstens Einheit und einige
Anzeichen von Entschlossenheit in bezug auf die Zukunft an Frankreich entgegen
gesetzt. Ob sie aber besser thaten, das unvermeidliche Ereignis abzuwarten statt sich
vorher zu berathen, ist die F rage. Jetzt haben sie eine Misstimmung veranlast, die
der neue Kaiser vielleicht nicht ungerne suchen wird zu exploitiren. Sein Streben
muss sein, der französischen telheitf?), auch, vielleicht am liebsten, ohne Krieg, zu
fröhnen'; terwijl Nederland zich mocht veroorloven zich inzake de erkenning van
het keizerrijk naar het Engelse voorbeeld te schikken, mocht België, gezien zijn bij
zondere positie, niet meer aarzelen37.
Het bezoek van de Franse erfprins te Brussel, tijdens de eerste dagen van februari
1854, had in Nederland aanleiding tot ongunstig kommentaar gegeven. 'Ik heb niet
geloofd, schreef Thorbecke de 14e februari, dat men te Brussel, waar men gewis
zulk een bezoek niet kon weigeren, daaraan méér zou hechten dan hetgeen dergelijk
vertoon de circonstance waard is. Maar ik behoef u niet te zeggen, dat men hier
goedgevonden heeft een andere kleur aan de zaak te geven. De gelegenheid was te
schoon om een oud wantrouwen wakker te maken. Ook de u bevriende vreemde
Diplomatie was er mede bewogen. Wat deed, vraagt men, de Prins de Chimay in
Parijs? Hij heeft Pr(ins) Nap(oleon) naar Br(ussel) gebragt, en is ook met hem naar
Fr(ankrijk) teruggekeerd. Zal nu de Hertog van Braband38 zijn opwachting aan het
keizerlijk hof gaan maken? Zeg mij, S.V.P., welken indruk heeft de persoon ten
uwent gegeven? Tot dus ver hoorde ik den republikeinschen hekkespringer geenszins
roemen'39.
Bij gelegenheid van het bezoek dat de Koning der Belgen begin september 1854 aan
36 Thorbecke aan Conway, Dep(artement) v(an) B(innenlandse) Z(aken), 28.9.1852
AKP Conway nr 64.
37 Thorbecke aan Conway, (Den) Haag 3.1.1853 AKP Conway nr 64. Na deze brief
gelezen te hebben, schreef Leopold I aan Conway: 'La lettre de Th(orbecke) m'a fait
grand plaisir; voir un homme bien, si affectueux, est trés touchant'. 6.1.(1853) AKP Con
way nr 64.
38 Prins Leopold (1835-1909), de latere koning Leopold II.
39 Thorbecke aan Conway, 's-(Graven)Hage 14.2.1854 AKP Conway nr 64.
[29]