jaargang per kalenderjaar verschenen. Dit in aanmerking nemende zijn via de uit
gever alleen de jaargangen 1899, 1903, 1914, 1915, 1916, 1918, 1920, 1924, 1927,
1932, 1933, 1955 en 1964 te verkrijgen, alsmede de index over 1892-1938.
Voor alle andere jaargangen tot en met 1963 doet het bestuur een dringend be
roep op de leden om exemplaren, die zij kunnen missen, te zenden aan mevrouw
drs. E. P. Polak-de Booy, Frans Halslaan 74, Bilthoven, dan wel naar haar kan
tooradres: Centraal Register van Familiearchieven, p.a. Rijksarchief in Utrecht,
Alexander Numankade 201, Utrecht. Telefonisch is mevrouw Polak te bereiken
onder 030 - 71 62 55 (b.g.g. 71 00 44) en na 17 uur onder 030 - 78 48 38. Als ieder
een naar vermogen medewerkt, kunnen mevrouw Polak en degenen, die bereid
zijn haar daadwerkelijk terzijde te staan, de index, zoals die hun voor ogen staat,
tot stand te brengen en daarmede de Nederlandse archiefwereld in al haar ge
ledingen een grote dienst bewijzen. Moge hun, die de energie en de ideeën opbren
gen voor dit werk, het dan ook aan het onmisbare materiaal niet ontbreken!
Tehuis voor Archief ambtenaren genaamd Morrenhuis
Naar aanleiding van berichten als zou de financiële positie van de Stichting Te
huis voor Archiefambtenaren het voortbestaan van het Morrenhuis aan de Cele-
besstraat 76 te 's-Gravenhage in zijn huidige vorm onzeker maken, heeft het be
stuur van de Vereniging van Archivarissen in Nederland zich met een verzoek
om nadere inlichtingen tot het college van regenten gewend. Het bestuur heeft
daarbij gewezen op het grote belang, dat collega's uit alle delen van het land
hebben bij dit Haagse pied-a-terre, en voorts de aandacht gevraagd voor de uit
drukkelijk bij testament vastgelegde bedoeling van Theodorus Morren en de cul
turele betekenis van het in zijn vroegere woonhuis bewaard gebleven interieur van
een verzamelaar uit het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw.1) Het be
stuur heeft dan ook het vertrouwen van de vereniging uitgesproken, dat in ge
zamenlijk overleg een bevredigende oplossing gevonden zal kunnen worden voor
de financiële moeilijkheden van de stichting.
1 Zie Ned. Archievenblad 1967, blz. 137-139.
[64]
Kantmeldingen in registers van de burgerlijke stand
Het waarnemend hoofd van de Vierde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief
verzocht om plaatsing van het volgende:
In het Staatsblad nr. 326 van 1969 is opgenomen het
Besluit van 21 juli 1969 tot vaststelling van een algemene maatregel van
bestuur ter uitvoering van artikel 25 sub c, d en e alsmede van de artikelen
16, vierde lid, en 44, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
(Besluit Burgerlijke Stand).
Naast vele andere wetenswaardigheden bevat dit Besluit het volgende artikel
waarvoor in het bijzonder de aandacht wordt gevraagd:
Artikel 30 1 Wettelijk voorgeschreven kantmeldingen worden opgemaakt door
de ambtenaar van de burgerlijke stand, onder wie het register berust, waarin de
kantmelding moet worden geplaatst. Is het register overgebracht naar een archief
bewaarplaats als bedoeld in de Archiefwet 1962, dan wordt de kantmelding over
eenkomstig een aanwijzing van de ambtenaar van de burgerlijke stand, die het
register laatstelijk onder zijn berusting had, opgemaakt door de beheerder van die
bewaarplaats.
2 De in het vorige lid bedoelde ambtenaar van de burgerlijke stand zendt, indien
het dubbel of het afschrift van het register onder de griffier berust, de tekst van
de kantmelding aan die griffier, die haar daarin overneemt.
3 Bij het plaatsen van de kantmeldingen kan worden gebruik gemaakt van stem
pels. Het gebruik van cijfers in de kantmeldingen is toegestaan; voor zover zij
echter een verbetering inhouden van een dag van geboorte, van huwelijk of van
overlijden, moet deze dag in letters worden uitgedrukt.
4 De kantmeldingen worden geplaatst aan de kant of de voet van de akte, ge
dagtekend en ondertekend.
Dit betekent dat thans alle beheerders van de archiefbewaarplaatsen als bedoeld
in de Archiefwet 1962, die registers onder hun berusting hebben, met het maken
van de wettelijk voorgeschreven kantmeldingen zijn belast. Tot nu toe was deze
bevoegdheid krachtens artikel 15 van de Archiefwet 1962 voorbehouden aan de
rij ksarchi vari ssen.
[65]