en kan in de toekomst evenveel nut afwerpen voor de gemeentearchieven. Bij ver scheidene gemeentebesturen constateerde de inspecteur al belangstelling voor de hier geboden mogelijkheid. Er bestaan reeds bruikbare inventarissen van een aan tal gemeentearchieven, maar ook op dit gebied valt nog veel te doen. Van de op het ogenblik bestaande archiefbewaarplaatsen is het merendeel te klein en ook in andere opzichten ondoelmatig. De gemeentelijke herindeling schept evenwel gelegenheid om op den duur tot bevredigender toestanden te geraken. Acht gemeentebesturen, voor welke i.v.m. die herindeling de bewaring in het over gangsstadium moeilijkheden opleverde, hebben hun archieven op aanraden van de inspecteur op het Rijksarchief in Middelburg gedeponeerd. Het tarief van de daarvoor verschuldigde jaarlijkse vergoeding werd in 1968 door de minister van C.R.M. van 6,— tot 22,50 per strekkende meter verhoogd. Het is de vraag of er in het vervolg tegen dit tarief nog vraag zal zijn naar bergruimte in het Rijks archief, tenzij op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling van betaling wordt verleend, wat bij zes der betrokken gemeenten gebeurd is. Mevrouw A. J. Popkema-Van Heiningen vertrok op 1 september 1968 als ge meentearchivaris van Goes en Tholen. Per 1 december werd zij opgevolgd door L. J. Abelmann, tot dan streekarchivaris in de kring Oldenzaal. C. Postma werd als archivaris van Zierikzee m.i.v. 1 maart 1968 opgevolgd door W. H. Keikes, voordien archivaris van het streekarchivariaat Noordoost-Friesland. Het belang rijke gemeentearchief van Brouwershaven zal wellicht t.z.t. naar Zierikzee wor den overgebracht en\ingevolge een gemeenschappelijke regeling tussen beide ge meenten onder beheer van dezelfde arcrhivaris gesteld worden. Het archief van de Waterkering van de calamiteuze polder Burgh- en -Westland werd aan het ge meentearchief van Zierikzee in bewaring gegeven. De provinciale ambtenaar voor de inventarisatie inventariseerde veertien polder- archieven van de Brede Watering van Zuid-Beveland en tien polderarchieven op Noord-Beveland. Commissies De Algemene Classificatiecommissie voor de Overheidsadministratie hield blij kens het jaarverslag over 1968 op 20 februari van dat jaar haar honderdvijftigste plenaire vergadering. Met inbegrip van de werkgoepsvergaderingen was dat de driehonderdachtste samenkomst. De contacten van de A.C.C.O. met de V.N.G. verbeterden eind 1968 door meer intensief overleg. De werkgroep U.D.C.-aange- legenheden ving in de loop van 1968 met haar werkzaamheden aan. Gezocht wordt naar een plaats voor 'internationale organisaties' in U.D.C. 35. Een classi ficatieschema voor meetmiddelen kwam gereed. Aangaande het vervoer van ge vaarlijke stoffen wordt gewerkt aan een nadere onderverdeling van de betreffende rubriek. Registratuurplannen van de Departementen van Algemene Zaken en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zijn in behandeling. [112] Voor de jaarverslagen 1968 van de Permanente commissie voor de post- en ar chiefzaken bij de rijksadministratie en de Permanente commissie voor overheids documentatie raadplege men de oktoberaflevering 1969 van Overheidsdocumen tatie, 23e jaargang, nummer 10. Buitenlandse archieven Algemeen Rijksarchief van België. In 1969 verscheen een 20 bladzijden tellend geïllustreerd overzicht van de geschiedenis, de huidige werkzaamheden en de pu blicaties van dit archief. Aan de centralisatiepolitiek der Bourgondische hertogen herinneren de archieven van de ons uit onze vaderlandse geschiedenis zo goed bekende instellingen als Grote Raad van Mechelen, Raad van Financiën, Raad van State, Geheime Raad. In de Franse wetgeving ligt de basis van het archief wezen in België. In 1815 werd P. J. de l'Ortye secretaris-archivaris voor de zuide lijke provincies van het Koninkrijk der Nederlanden. Zijn medewerker sinds 1828, P. F. Gachard werd in 1831 algemeen rijksarchivaris van het onafhankelijke Bel gië. Meer dan vijftig jaar vervulde hij dit ambt en gedurende die periode groeiden de archieven aanmerkelijk door de overbrenging van overheidsarchieven, aanko pen, ruilingen, giften en bewaargevingen. In de provinciehoofdsteden ontstonden ook rijksarchiefbewaarplaatsen, het laatst in Antwerpen in 1896. Onder het be wind van prof. Sabbe kwamen er na de tweede wereldoorlog ook arrondisse mentsdepots in Doornik, Kortrijk, Huy en Renaix, alsmede hulpdepots in Saint- Hubert en Beveren-Waas. De archiefwet van 24 juni 1955 en het uitvoeringsbe sluit van 12 december 1957 regelen tegenwoordig het archiefwezen in België. Se dert 1958 functioneert een uitgebreide en intensieve archiefinspectie. De Belgische Rijksarchiefdienst omvat zeven departementen, waarvan er drie in Brussel en vier in de provincies gevestigd zijn. In Brussel bevinden zich boven dien vier wetenschappelijke diensten: de wetenschappelijke bibliotheek, de dienst van de studiezaal, de educatieve dienst met het Museum van de nationale ge schiedenis, de administratieve, economische en sociale bibliotheek, en een alge mene technische dienst met ateliers voor fotografie en microfotografie, restaura tie van documenten en boekbanden en het afgieten en herstellen van zegels. De departementen zijn in het kort te onderscheiden als volgt: I. Algemene weten schappelijk dienst en algemene leiding van de archiefinspecties; II. Archieven van het Ancien Régime; III. Moderne archieven; de secties IV-VII omvatten de rijks archieven in de provincies. Onder de departementen ressorteren in totaal veertien secties, o.a. belast met taken als inventarisatie en archiefvernietiging. De publicaties zijn te onderscheiden in algemene overzichten van de inhoud der archiefbewaarplaatsen en der verschenen inventarissen, de inventarissen zelf en catalogi van tentoonstellingen. Tenslotte wordt de aandacht gevestigd op het tijd schrift van onze zustervereniging Archief- en Biblioheekwezen in België, van welks inhoud jaarlijks in onze Kroniek melding wordt gemaakt. [113]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 29