Over het auteursrecht schreven G. Lohse, directeur van de bibliotheek van de
Technische Hogeschool in Aken, W. R. H. Koops, hoofdbibliothecaris der Uni
versiteitsbibliotheek te Groningen, die in het bijzonder inging op de situatie met
betrekking tot de praktijk van de documentreproductie, en J. Lambert, conser
vator aan de Koninklijke Bibliotheek van België, die de toestanden in Oost-Duits-
land tot onderwerp nam.
De in 1967 begonnen kroniek van het archief wordt in deze aflevering voortgezet.
Bij de kronieknota's krijgt Nederland zes bladzijden, met o.a. het Repertorium
van inventarissen van Nederlandse archieven, Beknopte genealogische gids voor
Nederland, door de Fryske Akademy uitgegeven archiefinventarissen en Ned.
Archievenblad 1965-1967.
J.H. v.d.HO
Archeion
Deel XLIX (1968) van het Poolse Archeion telt 256 bladzijden. Dank zij de sa
menvatting in het Engels kunnen we een kort overzicht van de inhoud geven.
Het eerste artikel behandelt vijftig jaren socialistische archiefwetenschap in de
Sovjet-Unie en is bedoeld als bijdrage van de redactie van Archeion aan de her
denking van de oktoberrevolutie van 1917.
De vervolgens aan de\orde gestelde archiefproblemen betreffen de bescherming
en de houdbaarheid van microfilms en de vernietigbaarheid van archieven, onder
scheidenlijk beschreven door R. Kowalik en I. Sadurska en door K. Muszynska.
Beide artikelen beginnen met samenvattingen van buitenlandse literatuur en prak
tijk.
De bijdragen van D. Kosacka, J. Szymanska-Petalowa en O. Staron hebben te
maken met de wederopbouw van Warschau na de tweede wereldoorlog. Achter
eenvolgens kwamen aan de orde het oude kaartenmateriaal, de bouwkundige do
cumentatie uit de jaren 1918-1965 betreffende historische monumenten en de tech
nische documentatie van de herbouw der stad 1944-1965. Enige plattegronden en
tekeningen van een fabriek illustreren de artikelen, die in 1966 op een conferentie
van archivarissen en architecten behandeld werden.
K. Bielecki geeft een overzicht van de ontwikkeling der sedert 1950 bestaande
regionale archieven, waarvan er in 1966 reeds 67 waren. In het bijzonder gaat hij
in op de situatie rond Poznan (Posen), die door een tweetal kaartjes verduidelijkt
wordt.
H. Altman verzamelde uit de twaalf tot nu toe verschenen delen van het Poolse
Biografische Woordenboek gegevens over archivarissen. Dat leverde tot en met
de letter K 98 biografieën op, die Altman met een korte inleiding publiceerde.
K. Jelonkowna behandelt het gilde der kooplieden, dat van het begin der 15e
eeuw tot 1949 in Krakau bestond en waarvan het archief over de jaren 1722-1949
bewaard bleef. De inventaris telt 85 nummers. Het gilde beschermde de belangen
der Krakause handelaars tegen concurrerende Joden en vreemdelingen en tegen
handwerkslieden, die zich tevens op het gebied van de handel bewogen.
[104]
K. Blaschke van het Saksische Landeshauptarchiv geeft voor de lezers van Ar
cheion een overzicht van de problemen der archiefvernietiging in Oost-Duitsland;
Kassation als Problem und Aufgabe.
Een uitvoerige kroniek, recensies en referaten vullen de verdere aflevering. De
jaargangen 1965 en 1966 van het Nederlands Archievenblad werden door C.
Biernat uit Danzig, die in deel XLIII ook onze Archiefterminologie besprak, in
ongeveer twee bladzijden samengevat. De referent wijst op de ruime aandacht die
behalve aan de archivistiek, aan kroniek waarin Archeion de laatste jaren ook
vermeld wordt en berichten, alsmede aan verenigingsnieuws en aan personalia
besteed wordt. Necrologieën (met portret) van T. Kupczynski (1885-1967) en F.
Mlynek (1904-1967) besluiten met de archiefbibliografie over 1966 deel XLIX.
Deel L (1968) heeft in verband met een dubbel jubileum een feestelijk bandje om
de omslag. Vijftig jaar Pools staatsarchief 1918-1968 en veertig jaar Archeion
1927-1967. In de 371 bladzijden tellende uitgave is zowel aan het eerste als het
tweede een artikel gewijd. Aan de Engelse samenvatting ontlenen wij het volgende.
T. Manteuffel beschrijft hoe bij het herstel van de Poolse onafhankelijkheid in
1918, de archieven die sedert de derde verdeling van Polen in 1795 tussen Rus
land, Pruissen en Oostenrijk in vreemde handen gekomen waren hun Pools karak
ter terug kregen. In de periode tot 1939 waren er in Polen 19 staatsarchieven met
een staf van 113 personen. Nu zijn er 107 staatsarchieven met 910 personeelsle
den. De archiefdienst ressorteert onder het ministerie van opvoeding en hoger
onderwijs. Aansluitend aan het artikel van Manteuffel worden enige bescheiden
betreffende de archieforganisatie in 1918 en 1919 in fotokopie weergegeven. Even
eens in 1918 werd het Pools militair archief opgericht. Het bestaat nu uit vijf af
delingen: 1. betreffende het koninkrijk Polen 1815-1831; 2. betreffende het Rus
sische militaire district Warschau 1832-1915; 3. betreffende de Poolse opstanden
tegen de Russen 1830-1831 en 1863-1864; 4. betreffende het Poolse leger in de
tweede wereldoorlog en 5. betreffende het optreden van vreemde troepen op Pools
grondgebied. Aldus de bijdrage van B. Woszczynski.
Op de geschiedenis van Archeion wordt ingegaan door P. Bankowski. De titel
pagina van de eerste aflevering is als illustratie bij zijn artikel opgenomen. Ar
cheion verscheen van 1927 tot het uitbreken van de tweede wereldoorlog in 1939
met zestien afleveringen. De Duitsers zetten de uitgave onmiddellijk stop, maar
twee jaar na de oorlog verscheen in 1947 Archeion weer. De erin gepubliceerde
artikelen betreffen in hoofdzaak de geschiedenis en de inhoud van de Poolse ar
chieven, maar er wordt relatief veel ruimte en aandacht besteed aan buitenlandse
archieven.
O. Staron kwam aan de hand van een onderzoek in de archieven van twintig tech
nische bureaus tot de conclusie dat aan die archieven nog heel wat te verbeteren
valt. Over problemen bij het microfilmen van archiefstukken schreven A. Ja-
nowski en Cz. Jesionek. J. Szymanski behandelde het weinige dat over is van
de gilde-archieven van Wojnicz in het district Krakau. A. Sztachelska bestu
deerde drie 18e eeuwse registers uit het verder door oorlogsgeweld vernietigde
staatsarchief van Bialystok. In verband met het honderdjarig bestaan van het
[105]