De inwoners van Bokhoven behoorden oudtijds onder de parochie Hedikhuizen, waarover de abt van Berne in 1285 het patronaatsrecht verkreeg van het kapit tel van St. Jan te Luik. Het charter van deze overdracht bevindt zich in het Rijksarchief van de provincie Noord-Brabant (Coll. aanw. 1953, nr. 28). In het jaar 1363 besloot men, daar wateroverlast van de Maas de bewoners van Bokhoven vooral in de winter verhinderde hun parochiekerk te bezoeken, tot de bouw van een eigen kapel, toegewijd aan de H. Maria en Catharina, waar over de kapelaan van Hedikhuizen als rector werd aangesteld. In 1369 werd deze kapel door de bisschop van Luik tot parochiekerk verheven. De charters die de stichting der parochie betreffen zijn bewaard gebleven (inv. nos. 1-8). Wat het kerkgebouw betreft, dit werd in 1498, tegelijk met het dorp en het kasteel van de heren van Bokhoven, verwoest door de troepen van her tog Karei van Gelre. Het huidige kerkgebouw, togewijd aan de H. Antonius, abt, dateert uit 1500. De parochie omvatte de hele heerlijkheid Bokhoven. Deze werd door de heren-, vanaf 1499 baronnen- en van 1640 graven van Bokhoven als achterleen van het Duitse rijk in leen gehouden van het prinsbisdom Luik, zodat de prinsbisschop van Luik als bisschop het kerkelijk- en als prins het wereldlijk gezag over Bok hoven bezat. Krachtens de bulle De Statu Ecclesiarum van II maart 1561, die in het kader van de oprichting der nieuwe bisdommen de omvang van het diocees 's-Her- togenbosch omschreef, maakte Bokhoven voortaan van dit bisdom deel uit. Aan het feit dat het staatkundig onder het prinsdom Luik bleef behoren dankte het de merkwaardige enclave-positie, die een waarborg inhield voor de onbelem merde uitoefening van de katholieke eredienst. Toen het in augustus 1794 door de Franse legers werd ingenomen, kwam aan deze status een einde; bij decreet van de Nationale Vergadering van de Franse Republiek van 1 oktober 1795 werd Bokhoven bij Frankrijk ingelijfd en op 5 januari 1800 aan de Bataafse Republiek gecedeerd. Voortaan onderging het in staatkundig opzicht dezelfde veranderingen als de omliggende gebieden. Vrijwel tegelijkertijd met deze inventaris verscheen als overdruk uit het heemkun dige tijdschrift Met Gansen Trouw, jaargang 19 (1969), nummer 6-7, blz. 81-112, het boekje Bokhoven, parel aan de Maas, gids voor heden en verleden. Daarin wijdde H. van Bavel, O. Praem., archivaris van de abdij Berne, uitvoerig aan dacht aan nr. 91 uit de inventaris van het parochiearchief: Calendarium waarin aantekening gehouden werd van de jaargetijden die gefundeerd zijn in de periode 1345-1748 en de fondsen waaruit deze betaald worden, aangevangen c. 1550. Dankzij de welwillende toestemming van de auteur kunnen wij dit artikel hier laten volgen en het zo onder de aandacht van een bredere lezerskring brengen. Het jaargetijdenboek van Bokhoven Wat schamper, maar raak karakteriseerde iemand het onlangs geïnventariseerde kerkarchief van Bokhoven met de woorden: 'centen en ruzies'. Enerzijds kan men hierop antwoorden, dat dit ergens geldt voor alle archieven: betwist of betwijfeld recht dwingt tot archiefvorming. Anderzijds kan men wijzen op duidelijke uitzon deringen, zoals de hier besproken anniversaire kalender, ook genoemd Liber of Memoriale Defunctorum: zielenboek. Het is een zeer vredig boek, waarin de namen werden bijgeschreven van hen, die bij leven of bij testament de kerk had den begiftigd en voor wier zielerust een anniversarium, jaargetijde of 'jaarzang' op hun sterfdag werd gehouden. Hun naam, soms met vermelding van hun ver diensten en fundatie, werd dan tijdens de dienst uit dit boek voorgelezen of ter aankondiging reeds op de voorafgaande zondag na de preek. Beschrijving Het boek meet in de breedte 18 cm, in de hoogte 24 cm en in de dikte 1J^ cm en telt 36 bladen van een zwaar soort perkament in een oorspronkelijke, perkamen ten band. Het werd destijds gesloten met een koperen knipslotje, waarvan nog een stuk beslag op het voorplat aanwezig is. Het eerste folium draagt de titel van het boek: 'Liher ecclesie de Boechoeven kerkeboek van Bokhoven; hierachter is later bijgevoegd: Anniversariorum'der jaargetijden, wat later weer half werd doorgekrast. Dit blad geeft bovendien aan beide zijden 16de eeuwse historische notities te lezen. De eerste luidt: 'Dit zijn de naemen van een testament: Joost Goyaert Evertszn ende Meryken de huysvroue, hetwelcke zoude rusten bij den pastoor van Bochoven, namentlyck bij den pastoor heer Dirick van den Meer, overleden, eertijds pastoor geweest tot Woensel' (pas toor te Bokhoven 1613-1616). De tweede, meer belangrijke aantekening luidt: 'Anno 1363 edificata est capella- non-parochialis choro saltern completa in Bochoven sumptibus communitatis cum dote data a communitate tempore Giselberti died Cock, militis, filii Ricoldi Cock militis, domini temporalis de Bochoven; eaque capella conformata est dicto anno ab episcopo Leodiensi sub onere trium missarum in qualibet septimana. Predict a capella per episcopum Leodiensem erecta est in ecclesiam parochialem et baptis- malem anno Domini 1369'. Vertaling: 'In 1363 werd te Bokhoven een niet-parochiale kapel gebouwd, waar van althans het koor gereed kwam; de gemeenschap van gelovigen droeg de kos ten ervan en begiftigde de kapel met goederen. Dit geschiedde ten tijde van de wereldlijke heer van Bokhoven Giselbertus gezegd Cock ridder, zoon van Ricol- dus Cock ridder. Deze kapel werd nog dat jaar bevestigd door de bisschop van Luik op voorwaarde, dat er wekelijks drie missen zouden geschieden. De kapel is door de bisschop van Luik verheven tot een parochie- en doopkerk in het jaar des Heren 1369'. De kalender vult de overige bladen; op de laatste bladzijde staat een zeer ver- [82] [83]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 14