affhande' weer verkocht aan Addriaen Sybrecht Faes. In Archangel waren alle pakhuizen of ambaren en de huizen van hout. Bij de grote brand in Archangel in 1619 werd de gehele stad is as gelegd en zagen de kooplieden hun pakhuizen in vlammen opgaan. De schade was zeer groot, daar de opgeslagen goederen ook verbrand waren. Waarschijnlijk was dit voor Gillis Meunicx (van wie alle goede ren verbrand waren en wiens zilverwerk tot één klont gesmolten was) een reden om zich minder te gaan bemoeien met de Rusland-handel. In de notariële archieven vindt men verschillende verkoopakten van Archangelse huizen en pakhuizen. Ook bij de volgende brand in 1667 gingen veel pakhuizen met goederen (o.a. grote partijen hennep) verloren. Daarna heeft men ook stenen pakhuizen gebouwd. Kostbare goederen werden soms in een brandkelder gebor gen. In de bevrachtingscontracten uit de eerste helft van de 17e eeuw wordt van af 1619 voorgeschreven, dat bij brand in Archangel het scheepsvolk moet assi steren. Een in 1630 verkocht pakhuis blijkt 10 bij 10 meter te zijn. De koopprijs voor een pakhuis was in 1663, 1664 en 1670 vijfhonderd gulden. De familie Klenck bezat in Archangel het Klenckenhof. In het testament van 1629 van de weduwe Marcus de Vogelaer worden gelegateerd aan haar drie zoons Marcus, lohan en Daniel de Vogelaer huizen en logies gelegen te Archangel, Colmogra (Cholmogory), Volgeda (Vologda), leselaw (laroslavl) en Moskou. De haventoegang in Archangel was niet al te best. Daarom wilden de kooplieden in 1642 graag gebruik maken van het nieuwe gat van de rivier te Archangel. Ze machtigden enige collega's om dit te bewerkstelligen en ze mochten 1500 roebels (7500 gulden) besteden aan vereringen om dit recht te krijgen. Om de gemeen schappelijke kosten te bestrijden, zou men bij onderlinge afspraak in Archangel een lastgeld collecteren. Bodemerij Regelmatig treft men bodemerij-contracten aan in de notariële archieven. Ook in de 16e eeuw, voor zover ik het kan nagaan. Men moet het idee loslaten, dat bodemerij alleen verstrekt werd aan schippers, die geld moesten opnemen voor herstel van hun schip of benodigde victualiën. Liefst ziet men dan een schipper in een vreemde haven. Een bodemerij is een schuldbekentenis geworden waarbij de bodemerijgever het risico of avontuur van de zee draagt en de bodemerij kan gegeven worden op het schip en op goederen in het schip. In zijn berekening moet de bodemerijgever het opgeld berekenen op grond van zijn renteverlies, de assurantiepremie en ze kere risico's. Een week of veertien dagen na aankomst van het schip op de plaats, waar het contract eindigt, moet de bodemerij nemer het opgenomen bedrag met het opgeld terugbetalen. Ik moet mij hier tot enige aspecten beperken. Bodemerijcontracten werden ge tekend door kooplieden, die soms een tekort aan kasgeld hadden en natuurlijk door schippers. Soms voor aanzienlijke bedragen. In de 17e eeuw is het opgeld voor 't gaan en komen 13-16 Op de route Amsterdam-Archangel-Livorno-Am- [76] sterdam bracht men 40 opgeld in rekening en op de route Amsterdam-Archan- gel-Venetië 48 Uit de aard der zaak was het opgeld bij grotere onveiligheid ter zee aanzienlijk hoger. In 1682 bedroeg het b.v. voor Amsterdam-Archangel-Am sterdam 26 Zeeverzekering Het was gebruikelijk om de goederen, die naar en van Archangel of Lapland ge stuurd werden, te verzekeren. In 1595 nam de bekende koopman en assuradeur Roemer Visscher enige verzekeringen over van een assuradeur uit Delft, die fail liet gegaan was. Hierbij was ook een verzekering van 550 gulden op goederen naar Archangel, waarvoor de premie 12 was. Ik vermoed, dat hier sprake moet zijn van gaan en komen. In het accoord van assurantie van 1615 is de premie voor Archangel op Holland 3Y2 Een zelfde premie gold voor Archangel op Hamburg, Bremen en Emden. De premies van Archangel op Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië worden ook genoemd. Dit waren routes, die regelmatig door de Nederlanders gevaren werden. Het blijkt dat volgens de Koopmansadviezen aangaande het plan tot oprichting van een compagnie van assurantie in 1629, tijdens het Bestand de premie voorgaan en komen op en van Archangel 5a 5l/2 was. In 1628 zou deze premie iy2 geweest zijn. In 1617 verzekerde men voor komen van Archangel voor 3 en in 1619 voor komen en gaan voor 6%. In 1631 zijn de premies voor komen uit Ar changel op Amsterdam, Hamburg en Bremen 3y2 Dus even hoog als in 1615. Voor een grote partij hennep van Archangel naar Amsterdam betaalde men in 1663 4 assurantie. De route van en op Archangel had het voordeel, dat bij een schipbreuk in de Witte Zee, de Noorse kust of het binnenkomen op onze eilanden een deel der goe deren aanspoelde en/of geborgen kon worden. Zelfs bij verzeiling op Bereneiland. Als bron voor het opsporen van de hoogte der verzekeringspremies bieden de notariële archieven over het algemeen niet veel. Meestal speelt dit zich af tussen makelaar en assuradeurs. Bij narigheid en het abandonneren en bergen van goede ren komt de notaris er wel aan te pas. Slechts bij uitzondering staan daar de pre mies vermeld. Voor de 18e eeuw kunnen we beschikken over het archief van de Assurantiekamer. Roggeprijzen Het is mogelijk voor enkele artikelen direct een inzicht te krijgen van de prijzen bij inkoop in Rusland en de prijs, die deze artikelen op de Amsterdamse goederen beurs deden, dus de verkoopprijs. In enige contracten worden de inkoopprijzen genoemd. Een aantal van koopman tot koopman, maar verscheidene van de ver tegenwoordiger (commissaris) van de Czaar aan kooplieden te Amsterdam. In januari 1633 kocht een groep van 24 Amsterdamse kooplieden 5000 last rogge van Van der Heiden, gecommitteerde van de Czaar, tegen 62gulden per last f.o.b. In Archangel waren de bijkomende kosten 2 voor tol en opgelden en 1 [77]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 11