-rVr TnK dat °nZe l6den daar°P reCht hebben en niet u'tsluitend op et tot stand gebrachte - en vervolgt dat onze vereniging via haar connecties a n trklonVernTnH fn V00r de nab'je t0ekomst noglüs aan te kloppen b,j het departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk op 1 mei 1968, kort na onze vorige jaarvergadering, in werking getreden. Hij wijst vervolgens o.,. op de uitbreiding v,„ de taak van velen „neef, waarb,, ook d" inspectie van de met-overgebrachte archieven veel aandacht zal opeisen. Er komt veeTv H meer d0Ch °°k ZUllen de ca"aciteiten der archiefambtenaren veelvoud,ger moeten zijn dan tot nu toe. Deze eigenschappen zullen bij de be paling van onze materiele positie behoren gewicht in de schaal te leggen Wat de algemene salansregelingen der archiefambtenaren aangaat, was er een ver betering te signaleren voor bepaalde rangen. Bij het Rijk zullen de lagere rangen sneller worden doorlopen, de rang van archivist wordt voortaan eerder bereikt en dit werkt ook door bij de bevordering tot hogere rangen. Veel opzienbare feiten omtrent salarisacties zijn niet te melden, onze tussenkomst diïne k 21 HChtS t0t mCldentele êeva"erl, waarop door de aard van de zaak niet dieper kan worden ingegaan. De heer Van Veldhuizen geeft vervolgens enkele inlichtingen over ons werk- opnieuw contact w,l gaan zoeken met de departementen. De toprang van de mid delbare archiefambtenaren is thans hoofdarchivist-A, doch wij wezen er al eerder op, dat voortaan de rang van referendaris bereikbaar zou moeten worden. Destijds was de minister met ongenegen hierop verder in te gaan, doch al geruime tijd is Een tweede zaak, die ook de aandacht van vele onzer leden heeft, is de vraag bij we e Centrale van Ambtenaren, toegelaten tot het Georganiseerd Overleg de belangen van onze vereniging het best gewaarborgd zijn. Het is nog niet mogelijk met concrete suggesties te komen; het bestuur blijft echter diligent en roept het geduld van de vergadering in. Helaas moet de voorzitter wijzen op de nogal teleurstellende reactie van onze leden op de enquete omtrent onze werkzaamheden en posities. Hij wijst er nog maals dringend op dat het bestuur moet kunnen beschikken over documentatie eenvoudig omdat hogere autoriteiten, van wie onze salariëring afhangt, daarom zeilen hT o tT, h t0ek°mSt taakana^e en -waardering niet kunnen om- retóurneren n°gmaa'S °P °m geZ°nden formulie™ ingevuld te 2 Er zijn geen mededelingen, behalve de ingekomen berichten van verhindering. vraaVStSofteding V°dge Vergaderin8' Mr' Van den Hoek Ostende vraagt of de rondgezonden gestencilde notulen ook in het Archievenblad zullen verschqnem hetgeen de voorzitter bevestigt.i De heer Van den Hoek Ostende merkt op dat in de passus over de verhoging der contributie is verwezen naar de 1 Zie Ned. Archievenblad 1968, blz. 181-186. [2] vergadering van 13 januari 1965, doch hij kon het punt daarin niet vinden. De voorzitter antwoordt, dat reeds 2 mei 1963 deze handelwijze is goedgekeurd en verwijst naar de notulen van die vergadering. Dr. Brekelmans is tevreden over deze notulen, doch heeft 2 vragen: a) of er reeds een royement van een der leden is nodig geweest, hetgeen de voorzitter ontken nend beantwoord, en b) of er een nieuwe druk van het enquêteformulier komt in verband met een wijziging. De voorzitter zegt, dat de rijksambtenaren het ge wijzigde formulier hebben ontvangen, en dat aangenomen wordt dat de anderen rekening met de wijziging hebben gehouden. De notulen worden, met overneming van de opmerking van de heer Van den Hoek Ostende, vastgesteld. 4 De penningmeester Dr. S. Hart geeft vervolgens een toelichting op de jaar stukken en weidt hierbij vooral uit over de ongelukkige omstandigheid dat de door hem geschatte contributieverhoging van de CHA groter is gebleken te zijn dan hij aannam. Daarom is wederom een contributieverhoging voor onze vereniging nood zakelijk geworden. De leden hebben geen opmerkingen, de kascommissie bij monde van Mr. Van den Hoek Ostende brengt verslag uit en stelt voor decharge te verlenen, wat de ver gadering door applaus onderstreept. De voorzitter dankt kascommissie en penning meester, en wijst er op dat de heer Hart, die op deze vergadering aftreedt, sedert 1961 bestuurslid was, en nooit op bestuurs- en ledenvergaderingen ontbrak. Met enkele hartelijke woorden neemt hij afscheid, en Dr. Hart spreekt een kort dank woord uit. 5 De voorzitter stelt voor om een mandaat te geven aan het bestuur wegens de benoeming van een nieuwe kascommissie, welke benoeming afhankelijk is van de woonplaats van de nieuwe penningmeester. De vergadering keurt dit goed en be noemt vervolgens bij acclamatie in de vacature-Hart de heer J. G. M. Boon te Lopik. 6 De vertegenwoordigers in de CHA, door het bestuur voorgesteld, n.l. de heren Van Veldhuizen uit het bestuur en Jhr. Mr. Sandberg uit de leden worden bij acclamatie gekozen. 7 Causerie door de heer J. Hoek van Dijke, referendaris bij het stafbureau van de afdeling algemene personeelszaken van de gemeentesecretarie van Rotterdam, getiteld: 'Enige gedachten over de plaats en de functie van de vakbeweging'. Na een korte historische inleiding geeft de spreker een overzicht van de vakbewe ging in het algemeen. Hieronder verstaat de 'volksmond' meestal de drie grote vakcentrales, in volgorde van ontstaan, CNV, NVV en NKV, die op hun beurt uit autonome bonden zijn samengesteld bij een organisatie der werknemers naar be drijfstakken. Deze vakorganisaties behartigen de belangen van een bepaalde cate gorie van de bevolking, n.l. de werknemers, en de vertegenwoordigers der vak centrales zetelen in verschillende overlegorganen, b.v. in de Stichting van den Arbeid en de Sociaal-Economische Raad (SER). [3]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 4