Berichten
r 48
Gemeente- en waterschapsarchieven
Amsterdam. De Gemeentelijke Archiefdienst (kortheidshalve ook betiteld als
'het Gemeentearchief') is belast met het beheer van de archieven der vroegere en
tegenwoordige gemeente-instellingen (secretarie, diensten en bedrijven), voor zover
deze archieven zijn overgebracht naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats in
gevolge de Archiefwet. De Dienst is gevestigd in het hoofdgebouw Amsteldijk 67
en in het hulpgebouw Nieuwe Prinsengracht 55 (gebouw Ceres).
De archieven van de opeenvolgende stadsbesturen werden tot 1808 bewaard in het
stadhuis op de Dam, daarna op de zolderverdieping van het stadhuis aan de Oude-
zijds Voorburgwal. In 1848 werd daar de eerste gemeentearchivaris, Dr. P. Schel-
tema, aangesteld. In 1892 verhuisde het zogenaamde oud-archief (vóór 1813)
naar de Waag op de Nieuwmarkt, vanwaar dit in 1914 weer werd overgebracht
naar het voormalige raadhuis van Nieuwer Amstel aan de Amsteldijk, hoek Tol
straat. Een brandvrije archiefbewaarplaats met 5 km planklengte werd daartoe
aan dit gebouw toegevoegd. Het zogenaamde nieuw-archief (na 1813) werd in
1923 van het stadhuis verplaatst naar Herenmarkt 12 (voormalige bank van Le
ning)1. In 1957 werd een gedeelte van het gebouw Ceres (Nieuwe Prinsengracht)
in gebruik genomen onder andere voor de archieven van diensten en bedrijven.
In 1955 besloot de gemeenteraad tot uitbreiding van het gebouw Amsteldijk met
een nieuwe archiefbewaarplaats van 12 km planklengte en een vleugel aan het
hoofdgebouw voor bureauruimte, studiezaal en technische ateliers. Het doel is
de concentratie van de gehele Dienst in dit gebouw. Van dit plan is in 1964 de
eerste fase (de archiefbewaarplaats) gereedgekomen; de tweede fase (de werk-
vleugel) nadert haar voltooiing.
De Archiefdienst beheert zowel archieven (de schriftelijke neerslag van de stedelijke
administratie) als verzamelingen: de historische bibliotheek betreffende Amster
dam en de topografisch-historische atlas van Amsterdam (prenten, tekeningen,
aquarellen, foto's en plattegronden).
De archieven zijn te onderscheiden in die van het ten stadhuize zetelende stads
bestuur (oudtijds vier burgemeesters, de vroedschap, de thesaurieren, schout en
schepenen, de weeskamer, de desolate boedelskamer en andere; sedert de 19de eeuw
de burgemeester, burgemeester en wethouders en de gemeenteraad) en die van
de afzonderlijke stadsinstellingen (oudtijds onder andere de Wisselbank, de Bank
van Lening, de weeshuizen, gasthuizen en andere gestichten; ook corporaties als
1 Dit hulpgebouw werd op 31 december 1968 opgeheven.
de ambachtsgilden). Voorts de van het Rijk in bewaring ontvangen notariële
archieven en de kerkelijke doop-, trouw- en begrafenisregisters van vóór de invoe
ring van de burgerlijke stand (1811). Daarnaast heeft de Archiefdienst vele archie
ven van particuliere instellingen, families en personen in eigendom of bruikleen
verworven.
Het oudste archiefstuk is het tolprivilege van 1275, door graaf Lloris V van
Holland verleend aan de 'homines manentes apud Amestelledamme' (de 'lieden
wonende bij de Amsteldam', toen Amsterdam namelijk nog geen stad was); het
is het oudste stuk, waarin Amsterdam met name wordt vermeld en waarbij aan
zijn inwoners vrijdom van de grafelijke tollen werd verleend in het belang van
hun handel. Het archief van de weeskamer begint met 1468 en is een belangrijke
bron voor de genealogie van oude geslachten en hun vermogens. De resoluties van
de vroedschap zijn bewaard sedert 1536; zij zijn van meer dan lokaal belang, aan
gezien de vroedschap zich niet alleen bezighield met zuiver stedelijke aangelegen
heden, maar ook met zaken van lands- en gewestelijk bestuur, waarin Amsterdam
oudtijds een overwegende stem had. Dientengevolge zijn de vroedschapsresoluties
mede een bron voor de Nederlandse geschiedenis in ruimere zin. De notariële
archieven (1578-1841) omvatten ruim 20.000 delen of 2,5 km planklengte en zijn
een onvoorstelbaar rijke bron voor de economische, sociale en culturele geschie
denis van de stad; helaas echter moeilijk te raadplegen bij gebrek van voldoende
ingangen erop. Van de particuliere archieven zijn met name te noemen: de familie
archieven onder andere De Graeff, Bicker, Backer, Hooft, de koopmansarchieven
Brants en De Vogel, de archieven van de Hervormde, Evangelisch-Lutherse,
Waalse, Engelse en Portugees-Israëlitische gemeenten alhier.
De bibliotheek omvat behalve algemene naslag- en geschiedwerken een zo volledig
mogelijke verzameling van boeken, tijdschriften en andere gedrukte stukken over
Amsterdam in de ruimste zin, ingedeeld in rubrieken volgens alle facetten van
stedelijk leven (stadsbestuur, topografie, handel en nijverheid, verkeer en vervoer,
wetenschappen, kunsten, kerkwezen enz.). Onder de tijdschriftencollectie is een
volledig stel ingebonden jaargangen van het Algemeen Handelsblad sedert 1828.
In de verzameling persberichten zijn sedert de vorige eeuw onnoemelijke hoeveel
heden krantenknipsels bijeengebracht, goed geconserveerd en naar onderwerpen
gerubriceerd, dus zeer gemakkelijk te raadplegen. Het nieuwste snufje van de biblio
theek is sedert enige jaren de fonetische documentatie, bestaande uit grammo
foonplaten en opnamen op geluidsband van Amsterdamse gebeurtenissen en
personen.
De topografisch-historische atlas brengt Amsterdam in beeld in de vorm van topo
grafische prenten en tekeningen (zowel oude als moderne), foto's en plattegronden.
De oudste plattegrond is de bekende houtsnedekaart in vogelvlucht van Cornelis
Anthonisz. van 1544; daarna kan men de ontwikkeling van het stadsplan in een
serie van honderden plattegronden tot op de huidige dag volgen. Ook de verande
ringen in het stadsbeeld door de moderne ontwikkeling (sloping zowel als nieuw
bouw en stadsuitbreiding) worden in de atlas vastgelegd. De waarde van de topo
grafische atlas is in de eerste plaats documentair: voor de studie van de topografie
[49]