laatste maanden van 1966 merkbaar, toen de betreffende rijksgoedkeuring werd verleend. De voorwaarde, hierbij gesteld, was, dat de werkzaamheden binnen drie maanden een aanvang moesten nemen. Inmiddels waren de bouwkosten sinds 1961 zozeer gestegen, dat het te verwachten was, dat het indertijd toegestane crediet onvoldoende zou zijn. Bovendien waren aan het dak van de te handhaven bebou wing ernstige gebreken geconstateerd, die dringend herstel behoefden. Aanvullen de credieten van resp. ƒ71.500,en ƒ20.000,werden gevraagd en verleend. In november werd aan de aannemer opdracht verstrekt de uitbreiding van het archiefgebouw te realiseren. Alvorens echter met de werkzaamheden kon worden begonnen, moest het depot worden ontruimd. De archieven werden deels overgebracht naar de kelder van het Gemeentelijk Woningbedrijf, gelegen aan het Emaus, en deels vonden zij een plaats in de reeds bestaande leeszaal. Ondanks het feit, dat de archieven en de bibliotheek zo verspreid stonden opgesteld, is het personeel erin geslaagd de lees zaal geopend te houden voor het publiek. Direct nadat de oude depots waren ontruimd, werden de vertrekken afgebroken en werd het terrein klaargemaakt voor de nieuwbouw. Op 3 januari 1968 werd de eerste paal geslagen; in december van hetzelfde jaar kon de officiële opening plaatsvinden. Het nieuwe depot heeft een nuttige oppervlakte van 12,5 bij 8 meter. De buiten muren bestaan uit siermetselwerk. De muur aan de N.N.O.zijde, gelegen aan de openbare weg, is voorzien van kleine sleufvensters, het kopeinde is blind en de Z.Z.W.gevel is een doorlopende glaswand, bestaande uit gewapend glas, gevat in stalen sponningen. Aan de binnenzijde is de glaswand beschermd door stalen tralies van 12 mm. Centrale verwarming, voorzien van thermostaten, in combinatie met natuurlijke raamventilatie, bewaren een goed atmosferisch evenwicht. De vloer in het depot, belegd met linoleum in twee kleuren blauw, wordt gedragen door bijna 60 houten palen van 18 meter lengte, voorzien van oplangers. Het depot biedt thans ruimte aan ruim 700 m1 archief door klassieke stalen stellingen. Mo menteel is bijna de helft in gebruik. De vloerconstructie is evenwel zodanig uit gevoerd, dat een „compact" systeem geplaatst kan worden. De brandpreventie bestaat uit brandmelders en een zware stalen kluisdeur met een waterkerende drempel. Aansluitend op het depot bevinden zich de sorteerkamer, keuken, werkkast en toiletten. In dit gedeelte bestaat de N.N.O.gevel uit een glaswand volgens een gelijke constructie als in het depot. De sorteerruimte heeft een nuttige oppervlakte van ruim 10 bij 4 meter en heeft eveneens een blauwe linoleumvloer. Bij het verlaten van de sorteerkamer komen we via de, ook nieuwe, vestibule in de hal van het reeds bestaande gebouw. Volgens de plattegrond bevindt zich achter de kamer van de archivaris nog een depot, de voormalige secretarieruimte, die thans fungeert als bergplaats voor de bibliotheek. Door het gehele gebouw werd een uiterst gevoelige „Cerberus" brandmeldinstallatie aangebracht, die aan gesloten is op de centrale meldkamer van het politiebureau hier ter stede. Hier mede is een brandbewaking gedurende het gehele etmaal gewaarborgd. [28] De centrale verwarmingsketel, ondergebracht in een kelder buiten het gebouw met een aparte toegang, wordt gestookt d.m.v. aardgas en is voorzien van een automatische regeling. Last, but not least, werd het oude gedeelte grondig opgeknapt. Het schilderwerk, behang, vloeren en verlichting werden aan een verjongingskuur onderworpen, waarbij het meubilair niet werd vergeten. De sombere lokalen van weleer kregen hierdoor een geheel ander aanzien en distantiëren zich nu verre van de legende, die omtrent archiefgebouwen de ronde doet. Het raadhuis van de voormalige gemeente Vlaardinger-Ambacht, opgezet om een geheel ander doel te dienen, blijkt uitstekend geschikt te zijn als openbare ar chiefbewaarplaats van een middelgrote gemeente. De uitbreiding van dit archiefgebouw is des te opmerkelijker, daar de werkzaam heden plaatsvonden ondanks het feit, dat geen bevoegd wetenschappelijk archief ambtenaar als archivaris aan de gemeente was verbonden. Het is te danken aan het inspirerend streven van de gemeentesecretaris, de heer A. Kranenburg, dat na het opheffen van de bestedingsbeperking de definitieve voorbereidingen tot de werkzaamheden direct een aanvang konden nemen. De officiële opening vond op 19 december 1968 plaats ten stadhuize van de ge meente. Aan het grote aantal genodigden, 75, kon in het archiefgebouw nl. geen passende accommodatie worden geboden. In zijn openingswoord memoreerde de burgemeester, mr. J. Heusdens, de geschie denis van het Vlaardingse archiefwezen, waarna hij op symbolische wijze het gebouw aan de, pas in dienst getreden, archivaris overdroeg, door het aanbieden van een overzicht van de archieven, aanwezig in de bewaarplaats. In zijn dankwoord legde de archivaris o.m. de nadruk op de groeiende belang stelling voor de plaatselijke archieven en aanvaardde het gebouw in grote erken- telijkheid. De rijksarchivaris in de provincie Zuid-Holland zag in de uitbreiding een verheu- gend verschijnsel, nl. dat de bij de wet aan B. W. opgedragen zorg voor de archieven in Vlaardingen beschouwd wordt als een aangename verplichting. Ten slotte releveerde de gemeentesecretaris, die ex lege gedurende bijna vijf jaar het archief heeft beheerd, het belang van de archieven zowel voor de parti culier als voor de overheid. Vervolgens begaf het gezelschap zich per autobus naar het archiefgebouw, waar van men na een bezichtiging terugkeerde naar het stadhuis, om de openings plechtigheid op informele wijze te besluiten. De totale bouwkosten hebben bedragen: Nieuwbouw en noodzakelijk onderhoud bestaande gebouw 279.000, Reparatie dak bestaande gebouw 20.000, Brandmeldinstallatie f 16.932, ƒ315.932,— D. van der Vlis [29]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 17