zwaar tegen daarnaast een circulaire aan de gemeentebesturen te zenden. Drs. Renting merkt op, dat dr. Van Hoboken verwijten aan het bestuur heeft laten horen en het slapte heeft verweten. Echter, het heeft in zijn brief van 18 oktober 1968 aan de VNG medegedeeld: prijs te stellen op toenadering; er bezwaar tegen te hebben, dat er in de VNG-concepten zo weinig over het begrip 'zorg' te vinden is; van mening te zijn, dat beheersbepalingen niet in raadsverordeningen thuis horen maar door B W moeten worden vastgesteld; materiële bezwaren te heb ben tegen de bepaling van art. 2, lid 2. Dr. Van Hoboken valt ook de bepaling van artikel 2, lid 1, aan, maar daarin heeft het bestuur na zorgvuldig overleg be sloten hem niet te volgen, voornamelijk in verband met de inhoud van het praead- vies-Panhuysen. De brief aan de VNG vermeldt ook uitdrukkelijk, dat de VAN alleen haar eigen concepten kan aanbevelen. Drs. Renting meent, dat deze verkla ringen volkomen duidelijk zijn en weinig weifelmoedigheid vertonen. Dr. Van Hoboken verklaart van de door het bestuur gemaakte bezwaren op de hoogte te zijn. Maar blijkbaar hebben deze onvoldoende indruk gemaakt bij de VNG. Bovendien had het bestuur naar zijn mening beter gedaan de hele aange legenheid aan de ledenvergadering voor te leggen. Aangezien het bestuur er blijk baar bezwaar tegen maakt een circulaire benevens de tekst van de VAN-concepten aan de gemeenten te sturen, vraagt hij hierover een uitspraak van de ledenverga dering. De voorzitter stelt voor, dat de leden bij zitten en opstaan hun mening kenbaar maken. Na telling blijkt de vergadering met 43 tegen 38 stemmen voor verzending van circulaire en concepten te zijn. Tijdens de rondvraag bedankt prof. De Smidt voor de uitnodiging om deze ver gadering bij te wonen en verklaart te hopen, dat de archivarissen de leden van de Archiefraad niet zullen zien als een verzameling stuurlui aan de wal en hem in deze vergadering niet zullen zien als een vreemde eend in de bijt. De voorzitter verklaart daarop, dat het hem veel genoegen doet, dat prof. De Smidt gelegenheid heeft kunnen vinden deze vergadering bij te wonen. Mr. Schaap komt terug op de opmerking van de voorzitter in zijn jaarrede, dat het hem de taak van de vereniging lijkt te zijn op korte termijn studiedagen te wij den aan het probleem van de vernietiging in verband met de door art. 3 van de Archiefwet voorgeschreven algemene regelen over dit onderwerp. De minister heeft voor deze aangelegenheid blijkbaar aan de Archiefraad gedacht en dit onder werp is ook vermeld in het reglement van de raad. Naar zijn mening is het on gewenst, dat twee instanties zich met dit onderwerp bezig houden. De voorzitter verklaart dat over deze vaktechnische zaak overleg in de Vereniging van Archivarissen, het archivistisch forum bij uitstek, geboden is. Daar niemand verder het woord wenst, wordt de vergadering gesloten, waarop zij, die geen trein te halen hebben met belangstelling luisteren naar een voordracht van dr. C. Groeneveld, de juist aftredende bibliothecaris van de Technische Ho geschool en na een filmpje over de hogeschool genoten te hebben onder dr. Groe- nevelds leiding een wandeling door de verschillende gebouwen maken. Van de onder het Ministère des Affaires Culturelles ressorterende Direction des Archives de France werd de volgende circulaire ontvangen, die het bestuur gaarne onder de aandacht van de leden brengt. Tevens wordt de aandacht gevraagd voor het Documentatiecongres op 7 november 1969 te 's-Gravenhage. Stage technique International d'Archives, Année 1970 En 1970, le stage technique international d'Archivs créé aux Archives nationales a Paris, en 1951, et qui groupe des archivistes et des étudiants étrangers, des élèves sortant de l'Ecole des Chartes, des archivistes municipaux, différents fonc- tionnaires des ministères, entrera dans sa dix-neuvième année d'existence. Ce stage qui commencera le lundi 5 janvier 1970, se déroulera aux Archives natio nales dans des mêmes conditions que les années précédentes. Les conférences seront faites le matin et l'après-midi, celles du matin étant communes aux stagiai res étrangers et francais, celles de l'après-midi étant réservées aux stagiaires étran gers; le temps restant libre sera consacré aux travaux pratiques. En plus des conférences et des travaux pratiques, des visites auront lieu dans les différents services des Archives nationales: microfilm, atelier de reliure et de réparation des documents, Minutier central, Bureau des Renseignements, Cartes et Plans ainsi que dans les Services des Ministères autonomes, a la Direction de la Documentation franpaise et au Fichier législatif du Secrétariat général du Gou vernement, aux Archives de l'UNESCO, a l'Institut national de statistiques et d'études économiques, aux Archives de la Régie Renault, de la Radiodiffusion Télévision franpaise, etc. II reste toujours entendu qu'après le stage qui se terminera dans la seconde quin- zaine du mois de mars, les stagiaires étrangers qui pourraient prolonger leur séjour en France, auront Ia possibilité de continuer leurs travaux pratiques, soit aux Archives nationales a Paris, soit dans un dépot d'archives départementales. La Direction générale des Affaires culturelles et techniques au Ministère des Affaires étrangèies de France accorde a des érudits et étudiants étrangers un certain nombre de bourses pour leur permettre de suivre ce stage. Aussi les archi vistes et étudiants désireux de participer a ce dernier pourront faire, le cas échéant, une demande de bourse, et celle-ci devra être déposée dans les plus hrefs délais auprès des Ambassades de France se trouvant dans leur pays d'origine afin que les dossier soient constitués le plu rapidement possible; les bourses, en effet, sont attribuêes chaque année dans la première quinzaine de mai. lis devront, en outre, avertir la Direction des Archives de France, de leur intention de participer au stage. II leur sera alors envoyé un bulletin d'inscription semblable au modèle joint a cette circulaire, s'ils n'ont pas eu celui-ci. II se peut aussi que des fonctionnaires, des archivistes ou des étudiants étran gers, non bénéficiaires d'une bourse, souhaitent également participer aux travaux du stage ils pourront envoyer a la Direction des Archives de France leur demande d'admission a laquele il ne sera donné suite que s'ils peuvent faire justifier par leur administration ou leur université de leur aptitude et du profit intellectuel et professionnel qu'ils peuvent retirer du stage. [22] [23]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 14