rieel verlangen, dat met Uw hulp het nederlandse archiefwezen met zijn onme
telijke rijkdom aan wetenschappelijke en culturele waarden, een nieuwe bloei
tegemoet mag gaan21.
Notulen van de ledenvergadering, gehouden op 26 maart 1969 in de
Technische Hogeschool te Eindhoven.
Aanwezig 81 leden.
De voorzitter opent de vergadering om 13.45 met het uitspreken van de jaarrede
(zie hiervoor) en verwelkomt prof. mr. J. Th. de Smidt, voorzitter van de Archief-
raad, die als gast de vergadering bijwoont.
Vervolgens worden de notulen van de vergaderingen gehouden op 8 juni 1967
te Alkmaar en 14 november 1967 te 's-Hertogenbosch, zoals deze zijn afgedrukt in
het Nederlands Archievenblad, jrg. 1967, aflevering 3, goedgekeurd.
De kascommissie, bestaande uit de collega's W. J. E. van de Water en H. G.
Wondaal, verklaart bij monde van de laatste, dat zij na een joyeuze ontvangst
bij waarnemend-penningmeester Klomp diens jaarrekening over 1968 in orde be
vonden heeft en stelt voor hem décharge te verlenen. Dit geschiedt bij acclamatie
en onder applaus. De voorzitter bedankt collega Klomp hartelijk voor zijn be
reidheid in een plotseling ontstane noodsituatie in te springen.
Dr. F. A. Beekman verzoekt om bespreking van de begroting 1969. Hem in
teresseert in het bijzonder of er voor 1969 en volgende jaren verhoging van rijks
subsidie is aangevraagd. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn.
Tot leden van de nieuwe kascommissie worden aangewezen de collega's R. Ch.
M. Jacobs en drs. D. van der Vlis.
Daarna komt aan de orde de verkiezing van een nieuwe voorzitter in plaats van
mr. A. E. M. Ribberink, die zich in verband met zijn benoeming tot Algemene
Rijksarchivaris genoodzaakt ziet voortijdig af te treden.
Dr. Brekelmans uit enige twijfel aan de juistheid van de volgorde van dit en het
volgende agendapunt maar verklaart zich bereid hierop niet verder in te gaan.
Het bestuur stelt als kandidaat drs. R. A. D. Renting. Aangezien er geen tegen
kandidaten zijn wordt collega Renting bij akklamatie tot voorzitter verkozen. Op
een vraag van de aftredende voorzitter verklaart hij zich bereid deze funktie op
zich te nemen zij het dan niet meteen op deze vergadering en spreekt vervolgens
zijn voorganger toe, als volgt:
'Op het ogenblik, waarop de wacht wordt gewisseld, is het gebruikelijk en passend
even om te zien alvorens de koers uit te gaan zetten.
Sedert 1953 hebben vier rijksarchivarissen onze Vereniging geleid. Was de naam
Fruin verbonden aan de Archiefwet van 1918, voor de tot stand koming van die
21 R. C. Bakhuizen van den Brink, Het Nederlandsch Rijksarchief, 's-Gravenhage
1857, p. 3;
Trefpunt van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, januari 1969 p. 2.
[16]
van 1962 heeft onze oud-voorzitter dr. Panhuysen zich bijzonder verdienstelijk ge
maakt. Het binnenloodsen van de Archiefwet, de uitwerking in het Archiefbesluit,
de vaststelling van de relatie van de archivaris tot het 'lopend' archief, de hele ar-
chivistische problematiek ordeningsbeginselen, opleiding, Handleiding, hebben
jarenlang veel aandacht opgeëist van het bestuur en van allen, die overeenkomstig
art. 2 van de statuten der Vereniging de bevordering van de belangen van het Ne
derlandse archiefwezen beoogden. Niet voor niets leven we in het land van Muller,
Feith en Fruin.
Onze oud-voorzitter dr. Van Buytenen constateerde in 1966, dat het 75-jarig be
staan van de Vereniging een scherpe caesuur met zich meebracht ten aanzien van
de ontwikkeling. In de goede jubileumbundel Septet werd nog eenmaal de schijn
werper gericht op de beproefde oude vakken, die ten heiligen getale van zeven
de vrijwel onaantastbare basis geworden waren van de opleiding voor het eerste
klas-examen. De archivaris-nieuwe stijl, bevrijd van de antiek aandoende nadere
kwalificatie eerste of tweede klas en met het vooruitzicht mischien het jaar 2000
te zullen beleven, heeft zijn studie-basis moeten verbreden, noodgedwongen hier
en daar ten koste van de diepte. Hij heeft te maken met andere categorieën geïn
teresseerden, nieuwe vraagstellingen en benaderingswijzen, uitgebreidere terreinen
van bemoeienis, moderne media in talloze variaties, popularisering en educatie.
Slaat men het programma op van de Parijse Stage Technique International d'Ar-
chives, dan telt men niet minder dan 70 tot 80 verschillende onderwerpen en 15
excursies naar steeds weer andere vakverwante instellingen. Wij archivarissen kun
nen straks onmogelijk meer ons hele werkterrein overzien en zijn hard op weg
naar specialisering, de aantrekking van gespecialiseerde medewerkers voor afzon
derlijke taken.
Waarde Ribberink, het wordt tijd, dat ik me tot je richt. Meer dan eens heb je
laten blijken je sterk bewust te zijn van het feit, dat een kleine middengroep nu
geroepen is acte de présence te geven om onze kostbare verworvenheden binnen
afzienbare tijd zonder schokken over te dragen aan de talrijke jongere groep, die
in 2000 nog actief zal zijn. Toen je zelf op 3 maart 1967 te Gouda gekozen werd
tot voorzitter had je wel bedenkingen gehad wie zou ze niet hebbenmaar je
accepteerde uit verantwoordelijkheidsgevoel. Twee jaar ben je voorzitter geweest
en sneller dan wij en je zelf destijds konden verwachten, is dat voorzitterschap
beëindigd.
Je besluit om voortijdig af te treden kan betreurd maar moet gerespecteerd worden.
Voor de Vereniging als zodanig waren de laatste twee jaren, vergeleken met de
stormachtige periode van de jaren vijftig, een adempauze. Het Nederlandse archief
wezen evenwel bereikte de frontpagina's der kranten: de afkondiging van de Ar-
ciefwet, het onverwachte en door ons algemeen betreurde vertrek van de alge
mene rijksarchivaris, de daarop volgende publikaties over de schrikbarende achter
stand bij en stiefmoederlijke bedeling van 's-rijks archieven; dan de stellige hoop
op een toch nog spoedige verwezenlijking van een plan tot nieuwbouw aan de
Haagse Laan van Meerdervoort en de installatie door minister Klompé van de
Archief raad.
[17]