jL vHl® Het nieuwe gebouw voor het Rijksarchief in Gelderland Bij de keuze van de plaats voor het nieuwe gebouw van het Rijksarchief in Gelder land hebben twee overwegingen gegolden. Ten eerste werd met het oog op de openbaarheid van de archieven een ligging in de nabijheid van het centrum der stad wenselijk geacht. Voorts kon op de gekozen plaats aan de Markt te Arnhem, waar ook het nieuwe Huis der Provincie Gelderland en het Paleis van Justitie ver rezen waren en de marktwanden om voltooiing vroegen, een spoedig totstandko men verwacht worden. Er is wel even gedacht aan de noordzijde van de stad, die misschien een mogelijkheid zou bieden om de depots in de heuvels in te bouwen, maar de bovengenoemde redenen deden daarvan afzien. Tegenover de overweging, dat de nabijheid van de Rijn en van de brug in tijd van oorlog gevaar zou mee brengen, werd het argument gesteld dat in de tweede wereldoorlog de op zichzelf gunstig gelegen gebouwen, waar belangrijke collecties opgeborgen waren, toch on gewenste aandacht trokken waardoor zij met hun inhoud niet gespaard bleven (Doornenburg, Nederhemert). Het gebouw is ontworpen door ir. M. Bolten, hoofdarchitect A bij de Rijksgebou wendienst. Hij leidde de bouw, die in 1967 voltooid werd. De eerste ontwerpen van ir. Bolten voor het nieuwe Rijksarchief dateren reeds uit het voorjaar van 1954. Het ministerie had toen een zeer bescheiden programma van eisen opgesteld. De situatie van het gebouw is herhaaldelijk gewijzigd: nu eens op de tegenwoordige plaats, dan weer vlak naast het oude archiefdepot. Uiteindelijk kwam in 1958 het plan gereed voor aanbesteding op de huidige plaats. In ver band met financiële en politieke moeilijkheden ging deze aanbesteding niet door. Vervolgens werd in februari 1960 een nieuw programma van eisen vastgesteld. Na een tussenontwerp op het terrein vlak naast het oude gebouw is in 1961 de huidige plaats definitief gekozen. De opdracht tot het bouwen dateert van 5 juni 1964. De nieuwe behuizing bestaat uit twee, zoveel mogelijk gescheiden, gedeelten: het administratiegebouw aan de Markt en haaks daarachter het depotgebouw langs het Prinsenhof. Het complex kon nagenoeg vrijstaand gezet worden, omdat men de Hofstraat, die vroeger achter het voormalige Provinciehuis naar de Markt liep, in de straat 'het Prinsenhof heeft doen herleven. Ook de zuidelijke muur van het voorgedeelte, waarnaast een gebouw voor de Provinciale Waterstaat zal verrijzen, blijft vrij door een smalle gang. Aangezien men de Markt een zoveel mogelijk ge sloten aanzien wenste te geven, is deze gang aan de marktzijde afgesloten door ver binding der gevels van de gebouwen; aan de noordzijde is de afsluiting gesuggereerd door de ingang van het Prinsenhof te overwelven met een vertrek (de bibliotheek) van het Paleis van Justitie. Teneinde de rumoerigheid van de Markt te ontwijken werd besloten de leeszaal en de werkkamers aan de tuin (oostzijde) te leggen. Niettegenstaande de uitbreiding van het eisenprogramma is dit toch bescheiden ge houden. Zo werd verondersteld dat het archief nimmer een zelfstandige portier nodig zou hebben, en dus is van meet af aan de binderij op de begane grond bij de voordeur geprojecteerd, opdat daar toezicht op de komende en gaande en op de telefoon gehouden zou worden. Dat geldt ook voor het hek aan de achterzijde, dat van een electrisch te bedienen slot voorzien werd. Bezoekers die zich aan deze zijde melden vinden hier een fietsenstalling en het is mogelijk auto's binnen te laten, die bij het verhoogde overdekte perron kunnen lossen. De archivalia worden binnengebracht in de sorteerruimte, gelegen in het tussenlid tussen bureaugebouw en depot, waar zich ook het diensttrappenhuis en de lift voor personen en boekenwagentjes bevinden. Aan de noordzijde is eveneens een kleine sorteerruimte ingevoegd, die met een buitendeur onmiddellijk toegang geeft tot het Prinsenhof. In deze ruimte kunnen zo nodig de archivalia gereinigd worden, waar bij een afzuiginstallatie voor het verwijderen van het opwaaiende stof moet zorgen. Het administratiegebouw herbergt op de begane grond de hal, de restauratie- en bindwerkplaats, een kleine keuken-, en ook de voordrachtzaal. Hier komen groepen studenten met hun hoogleraren bijeen; zo ook belangstellende niet-vakgenot en, die voorlichting over de archieven en de regionale historie ont vangen. Daartoe is een door ons ontworpen geschiedkundige kaart op de wand geschilderd, er is gelegenheid tot projecteren, en in een wandvitrine kunnen kaarten en boeken getoond worden. Regelmatig geeft men hier de lessen van de cursus voor 'amateur-historici' van het Gelders Oudheidkundig Contact; de eerste organisatie hiervan danken wij aan de collega's van het Gemeentearchief, die destijds de cursus konden doen starten in een door het Arnhemse gemeentebestuur beschikbaar ge stelde zaal in het tijdelijke stadhuis. De tentoonstellingsruimte voor de archivalia ligt in het depot, zoals hierna nog ter sprake zal komen. De werkplaats voor restaureren en binden is voorzien van grote kasten met uit- schuifbare planken voor verschillende papiersoorten, en een kast met schuinstaan de stokken om er rollen papier op te leggen (rollenhouders). Men vindt er de ge bruikelijke binderijmachines. Voorts is er een bedieningstafel voor de telefoon installatie. De telefoon (2 buitenlijnen), tevens huistelefoon, wordt dus in de binderij bediend, doch zo nodig geschiedt dit ook in de kamer van de ambtenaar bij de studiezaal. De mogelijkheid bestaat aan personen, die zich in het depot bevinden, door middel van een daar aangebrachte luidspreker te verzoeken zich telefonisch te melden; in het bureaugebouw kan met hetzelfde doel in de gangen een geluidsignaal gegeven worden. Voorts wordt op deze bedieningstafel een waarschuwing ontvangen wan neer de automatische brandmelder in werking treedt die in het gebouw aange bracht is. Het is een thermische melder; het voornemen bestaat deze zo mogelijk te wijzigen in een verbrandingsgasmelder. De waarschuwing wordt eveneens op gevangen in de brandweerkazerne. De achter de voordrachtzaal gelegen depotverdieping is door een gang van de bin- [242] 243

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 32