Het Zesde Internationale Archiefcongres Onder de vele buitenlanders die Madrid in de maand september 1968 bevolkten, bevonden zich ook een vijfhonderd archivarissen, die deelnamen aan het zesde in ternationale archiefcongres. Zij waren veelal te herkennen aan een bruin akten- tasje, dat hen was uitgereikt namens de heer Antonio Garsia Rodriguez Acosta, director general de promoción del turismo, en aan een in rood en groen uitgevoerd naamplaatje, dat velen ook buiten het congresgebouw trots hielden opgespeld. Degenen onder hen die van hun verblijf in Madrid gebruik hadden willen maken om de stad in al zijn grootsheid te bewonderen, kwamen nogal bedrogen uit. In het programma was weinig ruimte gelaten voor 'sightseeing' en de stad zelf lokte er ook niet toe, In verband met de aanleg van ondergrondse parkeergarages en het verbeteren van de watertoevoer naar de fonteinen waren vele grote pleinen opge broken. Het anders zo luisterrijke Plaza de la Cibeles, waar de monumentale Calle de Alcala, de Paseo del Prado en de Paseo de Calvo Sotelo samenkomen, miste zijn flonkerende, bij avond verlichte fontein en lag er nu enigszins duister bij. Ook Neptunus die zo fier zijn drietand zwaait op de Plaza de Canovas del Castillo was met schuttingen omgeven en moest het zonder water stellen. Zelfs het centrum van de oude stad de Plaza Mayor, een vierkant plein, omringd door arcaden, waar oud tijds toneelvoorstellingen en terechtstellingen plaatsvonden, was niet door de bull dozers gespaard. Toch heeft iedere congresganger de sensatie gehad enige dagen opgenomen te zijn geweest in het Spaanse levensritme dat zoveel van het onze ver schilt, voornamelijk door de andere uren waarop de maaltijden worden gebruikt. Hiermede in verband staat de enorme verkeersintensiteit tussen zeven en negen uur 's avonds, die zijn hoogtepunt beleeft op de Puerta del Sol, de oude Oostpoort, het huidige stadscentrum, waarop tien straten uitkomen. Ook de vele Spanjaarden die 's avonds laat met hun gehele gezin, babies en kleuters inbegrepen, hun wan delingetje maken, geven de stad een levendig karakter. De meeste archivarissen hebben echter wel een ogenblikje gevonden om door het Prado te dwalen en te genieten van de werken van de meesters van de Spaanse schilderkunst of van de Vlaamse schilders uit de tijd van Jeroen Bosch, wiens 'Tuin der lusten' men hier kon bewonderen. Recht tegenover het Prado lag het moderne congresgebouw, het 'Casa sindical' waarin alle zittingen werden gehouden. Aan het gebouw was voor deze gelegen heid een bord bevestigd, waar men in het Spaans, Frans en Engels kon lezen dat hier het Vide internationale archiefcongres werd gehouden. Deze mededeling werd voorafgegaan door het wapen van Madrid: een beer die tegen een aardbezieboom opstaat. Dit embleem dateert uit de middeleeuwen, toen het nog kleine Madrid werd [216] omgeven door wouden, die het jachtgebied vormden van de Castiliaanse koningen. Dit embleem werd op vele stukken betreffende het congres teruggevonden. Voorafgegaan door een algemene vergadering van de Conseil International des Archives (CIA), vond de openingsplechtigheid op 3 september in bovengenoemd gebouw plaats, terwijl de dag te voren reeds enige werkgroepen bijeen waren ge komen. De algemene vergadering, die werd bijgewoond door de officiële Neder landse vertegenwoordigers de heren drs. R. A. D. Renting 1 (Vereniging van archi varissen in Nederland) en mr. J. H. de Vey Mestdagh (Rijksarchiefdienst) was voor al gewijd aan financiële aangelegenheden, o.a. besteding van gelden voor diverse projecten, zoals de uitgave van een handboek over mechanisering, de stichting van een beroepsschool en uitgave van historische bronnen van Latijns-Amerika. Daar naast werd besloten de volgende table ronde, die gewijd zal zijn aan de gemeente archieven, in september 1969 te Boekarest te houden. Op de openingszitting spra ken Luis Sanchez Belda, voorzitter van het organiserend comité, dr. Alfred Wagner, afgevaardigde van de UNESCO, Z. Exc. José Luis Villar Palasi, minister van onderwijs en wetenschappen, en de president van de CIA, prof. E. Sabbe. Deze laatste spreker herinnerde aan het twintigjarig bestaan van de CIA, waarvan de toenmalige Nederlandse algemeen rijksarchivaris, jhr. mr. D. P. M. Graswinckel, medeoprichter was. Zeer prijzend liet Prof. Sabbe zich uit over de activiteit van zijn Spaanse collega's, die o.a. was gebleken bij het samenstellen van een archief- gids voor Latijns-Amerika. De vertegenwoordiger van de UNESCO gaf een alge mene uiteenzetting van hetgeen zijn organisatie op archiefgebied heeft gedaan en van plan is te doen. Hij vestigde speciaal de aandacht op de archieven van Guatemala en Peru die met ondergang worden bedreigd en sprak de hoop uit dat het congres in deze zaak een oplossing aan de UNESCO aan de hand kan doen. De minister van Onderwijs en Wetenschappen achtte het de belangrijkste taak van de huidige archivaris: het op juiste wijze beheren en bewaren van de lopende administratie van de overheidsorganen. Alle sprekers wekten op tot samenwerking en verbroede ring van de verschillende landen op alle terreinen van het archiefgebied. Aansluitend op de openingszitting werd de deelnemers een cocktail aangeboden door de 'general direction of archives and libraries', waarop de verbroedering in de praktijk kon worden gebracht. Volgens de deelnemerslijst namen 480 personen uit 43 landen aan het congres deel. Frankrijk vormde met zijn 119 deelnemers de grootste groep. Ook het gastland Spanje was ruim vertegenwoordigd met 92 per sonen. Italië met 42, Westduitsland en Engeland met 40 en Amerika met 23 deel nemers konden ook gerekend worden onder de landen met een grote deelname. De Nederlandse afvaardiging bestond uit 18 personen, een vrij groot aantal als men het vergelijkt met de deelname van Zweden met 12, België met 8, Portugal met 5, Denemarken en Oostenrijk met 4 en Noorwegen met één vertegenwoordiger. Ook vele landen van het Oostblok waren met een kleine vertegenwoordiging aan wezig. Van de Latijns-Amerikaanse landen waren slechts Argentinië, Brazilië, 1 De heren Renting en De Vey Mestdagh waren zo vriendelijk hun aantekeningen be treffende de zittingen van de algemene vergaderingen van de CIA aan mij ter hand te stellen. [217]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 19