vele betrokkenen nog in leven waren.12 En als dit Jupiter overkomt, welk lot wacht dan de spreekwoordelijke os? Het tijdig vastleggen van feiten en ervaringen kan van groot nut en een niet weer kerende kans blijken. Naast de vervreemding in ambtelijk verband is er de vervreemding tussen bestuur en burger. Het is niet onmogelijk, dat ook bij het tegengaan van deze vervreemding de registratuur een taak dient te krijgen. De moderne mens wordt in een snel veranderende gemeenschap bewerkt, bepraat, beëxperimenteerd en beïnvloed. Tot deelnemen komt hij niet of nauwelijks, aan het bestuur draagt hij, tenzij als lijdend voorwerp, niet bij. Ver is dit van de tijd, dat de schout als hoogste dorpsautoriteit in het Hollandse een herberg placht te exploiteren. Rechtsgedingen en andere bijeenkomsten vonden er plaats en met bier werd uitputtende voorlichting geschonken.13 Vandaag vormen glazen deuren, portiers, telefooncentrales, automatische liften, dienstreizen, besprekingen en volle agenda's één, en dan nog niet de hoogste,' drempel. Om deze vervreemding te keren hebben de zweedse registraturen leeszaaltjes, waar de ambtelijke post toegankelijk is voor de geïnteresseerde staatsburgers, voorname lijk journalisten. Finland volgde dit voorbeeld en in zijn diesrede 'Openbaarheid van Overheidsdocumenten' van 18 october j.l. bepleitte de Nijmeegse hoogleraar Van Wijnbergen dit ook voor Nederland: Publieke stukken open voor publieke inspectie.11 De Verenigde Staten van Noord-Amerika volgden het Zweedse voor beeld met de Freedom of Informationact van 1966, die zich echter niet uitstrekt tot de plaatselijke besturen en de gerechtelijke instanties. Als gevolg van deze wet heb ben de meeste diensten er leeszaaltjes of plannen daartoe, waar registratuurbe scheiden kunnen worden ingezien. Om 'troebel watervissers' te ontmoedigen, moet bij de aanvraag met de omschrijving ook het doel van het onderzoek worden aan gegeven. Tevens overweegt men het heffen van leges. Zo geven de posterijen in de Verenigde Staten thans tegen betaling de adressen vrij, die zij middels verhuis kaarten te weten zijn gekomen en die voordien enkel intern mochten worden ge bruikt. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de Verenigde Staten geen bevol kingsboekhouding kennen. De wet is in zijn huidige vorm vaag en voor velerlei uitleg vatbaar. De voorstellers van de wet voelden al gauw waarheen het ging. Om de woorden van een van de initiatiefnemers, de senator E. V. Long aan te halen: 'Sure that there are bureau crats who are going to hang on to their secrecy until the bitter end'. 'We have worked for too long and hard on this law to see it mangled by federal red tape'. Wat is nu de praktijk. P- Nienhuis, Inventaris van archivalia betreffende Nieuw-Guinea 19191949 getVDt Den Haag 1966. 6 yy iqcl' LAVoanT?er Gouw' Het ambacht Voorschoten, Zuid-Hollandse studiën V Voorburg 1956, p. 28: Het was een oud gebruik op de meeste Hollandse dorpen, dat de schout een 14 cfc T u' Waar recbtszitbngen en andere openbare bijeenkomsten werden gehouden, de Rijn 1968ar0" bnbergen' °Penbaarheid van overheidsdocumenten, Alphen aan [212] Het 'Witte Huis' geeft alles uit, wat niet is gerubriceerd. 'Slechts voor officieel ge bruik' is echter een routine-stempel. Het ministerie van Defensie van de U.S.A. spreekt in een interne circulaire over het verstrekken aan het publiek van een maximum aan gegevens. Na negen uitzon deringen o.m. in het belang van de nationale verdediging en het buitenlandse beleid werd gewaarschuwd, dat men niet mocht weigeren met het doel ambtelijke fouten of ondoelmatigheid te verbergen. Naast de gebruikelijke als min of meer geheim gerubriceerde bescheiden blijven ook hier alle stukken met het routine-stempel 'slechts voor dienstgebruik' voor het publiek gesloten.15 Deze uitwerking van de 'Vrijheid van Informatiewet' doet den ken aan het grapje over amerikaanse lawyers, dat mr. Beyen in zijn herinneringen aanhaalt. Het toppunt van hun formuleertechniekzin zou zijn: Nothing in this agreement is supposed to mean the opposite of what it says unless such is expressly stated'.18 Zo vangt het amerikaanse ministerie van Justitie een leiddraad voor de uitvoering van de wet aan met de hooggestemde verklaring, dat de wet een verandering in beleid en houding eist en dat de opening van zaken een doel is, waar alles voor moet wijken. Daarna worden ontoegankelijk verklaard: interne nota's en officiële rapporten, indien schade het gevolg zou kunnen zijn; alle gegevens, die op ver trouwelijke basis zijn verkregen; alle bescheiden, waarvan de bekendheid de 'per soonlijke levenssfeer' van bedrijven of personen zou aantasten, enz. enz. De F.B.I. geeft geen rapporten of dossiers vrij, zelfs de F.B.I.-handleiding; bij de registratie- bureaux voor dienstplichtigen zijn enkel de keuringsuitslagen vrij, nadere bijzon derheden worden niet gegeven. Een idealistische wetgeving, die onwaarachtig de werkelijkheid ontweek, dwong de administratie tot zelfverdeding. Zulk een ad ministratieve zelfverdediging heet in de Verenigde Staten red tape: bureaucratie. Red tape is een registratuurterm, het roze lint, waarmede in de eerste helft van de 19e eeuw ook in ons land de dossiertjes kruiselings gebonden bijeengehouden wer den. De hele Freedom of Informationact van 1966 schijnt met deze red tape te zijn gesmoord. Een onvermijdelijk gevolg van een demagogische wetgeving, maar toch wel triest. Indien belangstellenden en belanghebbenden op de registratuurleeszaaltjes inzage kunnen krijgen van de stukken met betrekking tot hun problemen, kan immers onrust voorkomen en vertrouwen gewekt worden. Als opvolger in rechte lijn van de middeleeuwse clerc, voor wie de titel servus servorum dei dienaar der die naren de hoogst bereikbare onderscheiding was, heeft de nederlandse ambte naar van vandaag ook hier plichten. Clerc, een woord van griekse oorsprong, duidt op roeping en ideaal. Wie clerc zegt, denke aan Philips van Leiden, de grote clerc- registrator van de graven van Holland, die als woordvoerder van de Kabeljauwse partij betoogde, dat het belang van het individu moet wijken voor de belangen van 15 Naar welwillende informaties van collega E. Fens. Zie ook: Freedom of infor mationact (Compilation and analysis of Departmental Regulations Impleting 5 U S C 552), Washington 1968. 16 J. W. Beyen, Het spel en de knikkers, Rotterdam 1968, p. 82. [213]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1969 | | pagina 17