van Leeuwarder archieven en handschriften uit de bibliotheek van het Fries Genootschap, die begin 1967 werden ontvangen. Het aantal bezoekers met het aantal door hen gebrachte bezoeken bedroeg van 1960 tot en niet 1966 achtereenvolgens 83 en 221; 104 en 322; 98 en 333; 131 en 374; 117 en 396; 117 en 371; 127 en 347. Streekarchivariaat Tiel-Buren-Culemborg. De archivaris J. den Hoed werd door de Commissie voor de archieven van de Ned. Herv. Kerk benoemd tot inspec teur van de archieven van die kerk in het rayon van de classis Tiel. De gemeen telijke archiefbewaarplaats van Tiel bevindt zich in het oude raadhuis van de in 1956 opgeheven gemeente Wadenoyen te Drumpt. Daar berusten thans het ge hele oud-archief van Tiel alsmede een groot deel van het nieuw archief dier gemeente, het gehele archief van Wadenoyen en het archief van het Oud Burger Mannen- en Vrouwenhuis (vroeger Gasthuis) te Tiel, waarvan de oudst bewaar de stukken van omstreeks 1600 dateren. Het archief van de heerlijkheid Wa denoyen, dat in 1937 in geordende staat aan de Levensverzekeringmij Utrecht te Utrecht, die toen de heerlijkheid kocht van de familie Hijmans, werd overgedra gen, kon ondanks intensief speurwerk, waarbij ook mevrouw drs. E. P. Polak-de Booy haar medewerking verleende, niet achterhaald worden. In de winter van 19441945 gingen de archieven van het Burger Weeshuis, de Politie en de Lucht bescherming verloren. Verkregen werden het krijgshistorische gedeelte van het familiearchief Pauw en het archief van de Gecombineerde Grindweg Tiel-Buren- Culemborg 17511930. De in 1964 in gebruik genomen archiefbewaarplaats in Buren blijft goed voldoen. Het archief van het in 1613 door Maria van Nassau gestichte Koninklijke Wees huis berust thans in zijn geheel in de gemeentelijke archiefbewaarplaats. Ook werd het archief van de Boerenwagenclub in bewaring genomen. In Culemborg werd in het stadhuis naar verschillende oplossingen gezocht om een goede archiefbewaarplaats en een bruikbare werkkamer voor de archivaris te verkrijgen. In 1966 namen deze plannen een andere wending en werd besloten de Binnenpoort tot tijdelijke archiefbewaarplaats in te richten. Inventarisatie van de archieven en uitbreiding van de foto-collecties vonden zo veel mogelijk voortgang in alle drie gemeenten. Voor het laatste maakte zich in Culemborg bijzonder verdienstelijk de heer W. Prins, hetgeen vooral tot uit drukking kwam bij de tentoonstelling, die in 1965 ter gelegenheid van het 12} 2- jarig bestaan van de foto-collectie in de burgerzaal van het stadhuis te Culem borg werd gehouden. In alle drie gemeenten werden talrijke inlichtingen zowel aan de gemeentebesturen als aan particulieren verstrekt. Polder Over-Heicop. Het archief van deze polder werd bewaard in een oude bed stee van een café. Toen het daar weg moest bracht de in 1957 aangestelde secre taris-penningmeester, een Schoonrewoerdse veehouder, het in zijn veeschuur on der. Het polderbestuur vond dit geen ideale oplossing en schafte een stalen kast aan, die in het huis van de secretaris-penningmeester een plaats kreeg. Niet alle [250] archivalia konden er echter in en daarom machtigde het bestuur in 1963 zijn secretaris-penningmeester de waardeloze stukken uit het onder zijn beheer staande archief te vernietigen. Hij kreeg als richtsnoer daarbij de lijst van voor vernieti ging vatbare stukken uit waterschapsarchieven en probeerde deze voorschriften zo goed mogelijk op te volgen. Dat hij daarin niet slaagde, leidde ertoe, dat hij eind oktober 1967 door de Dordtse politierechter werd veroordeeld tot een boete van vijftig gulden. Hij was daarmee de eerste, die veroordeeld werd op grond van art. 5 van de Archiefwet van 17 juni 1918, S 378 juncto art. 5 van het Koninklijk Besluit van 7 oktober 1919, S. 596. De officier van justitie verklaarde in deze zaak: 'De man is geen misdadiger. Toch heeft hij fout gehandeld. De stukken die hij verbrandde hadden zakelijke en historische waarde. Hij, maar ook de rest van het bestuur, heeft dat te laat beseft toen afgesproken werd, dat waardeloze stukken vernietigd mochten worden. Maar ook de provinciale overheid had meer kunnen helpen. De bestuursleden van de polder zijn veehouders. Zij hebben een eigen bedrijf en maar weinig verstand van ambtelijke zaken'. Amersfoort. In 1966 werd nog geen oplossing gevonden voor het nijpende pro bleem waar een aan de wettelijk gestelde vereisten voldoende archiefbewaarplaats gevonden kan worden. De archivaris hoopt nu op een spoedige voorbereiding van de bouw of inrichting van een definitieve archiefbewaarplaats met daarbij be horende kantoor- en leeszaalruimte. Zo spoedig mogelijk zou op de gemeentebe groting een bedrag moeten worden gebracht, dat zou worden berekend aan de hand van het gemiddelde, dat vergelijkbare gemeenten voor hun oude archieven besteden. De jaarlijkse gewone uitgaven van het archief zouden evenwel niet stijgen, maar het verschil tussen het oude en het nieuwe bedrag zou opzij gelegd moeten worden voor de bouw of inrichting van de nieuwe archiefbewaarplaats. Er wordt daarbij herinnerd aan het feit, dat Amersfoort van 1921 tot 1956' geen noemenswaardige bedragen aan het oud-archief heeft besteed (met uitzon dering van de restauratie van een aantal der oudste charters omstreeks 1930). Het aantal archiefbezoekers bedroeg 50 (v.j. 35), die 144 (v.j. 92) bezoeken brachten. Arnhem. Met voldoening kan worden vastgesteld dat het archief zich in de Arnhemse samenleving en daarbuiten een onmiskenbare populariteit heeft ver worven. Lezingen, tentoonstellingen en rondleidingen hebben daartoe zeker veel bijgedragen. De aandacht, besteed aan studenten, die over een Arnhems onder werp een doctoraal- of candidaatscriptie wensen te schrijven, wordt vrijwel steeds bijzonder gewaardeerd en heeft het archief ook in universitaire kringen een goede naam bezorgd. Niet zelden laten hoogleraren de keuze van een geschikt scriptie onderwerp voor hun studenten geheel over aan de archivaris en zijn medewerkers. Verwacht mag worden dat de belangstelling der studenten nog gestimuleerd zal worden door de mogelijkheid, in 1966 geopend dank zij een extra post op de 1 Het jaar waarin collega Hovy zijn ambt als gemeentearchivaris aanvaardde, zie over het sindsdien beretkte Ned. Archievenblad 1965, blz. 166. [251

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 42