het resultaat van het overleg van de commissie mondde uit in het standaardrap port 'Filmpraeservation. Konservierung und Restaurierung von Kinofümen', door Volkmann zelf geschreven (1962) en in twaalf talen vertaald. Ontegenzeggelijk heeft de regering van de D.D.R. in zeer ruime mate gelden be schikbaar gesteld om aan de rand van Berlijn in een luchtzuivere bosrijke om geving een filmarchief te bouwen dat zijn weerga niet kent. De F.I.A.F. hield hier in de zomer van 1967 haar congres en, aldus de schrijver van het artikel, de deelnemers uit alle landen waren eensgezind van oordeel dat het nieuwe com plex het modernste en veiligste ter wereld is. Van overal komen technici en archi tecten het nieuwe filmarchief bezien. Men wordt zich nu bewust van hoe grote documentaire waarde de film is. 'Es ist völlig klar, dass die Initiative für eine solche Entwicklung nur aus einem sozialistischen Lande kommen konnte, in dem Film- und Fernsehproduktion vom Profitstreben völlig gelost sind'. Bescheidenheidshalve wordt toegevoegd dat het eerste socialistische land, de Sovjet Unie, voorgegaan is in het conserveren van films en dat de Duitsers hun licht, dat nu zo helder straalt, in Rusland hebben opgestoken: 'In grosszügiger Weise wurde uns alles zuganglich gemacht, was für uns von Wert war. Wir sind Schüler der sowjetischen Genossen, von denen wir sehr wesentliche Erfahrungen über- nornmen haben, und wir sind sehr stolz darauf, dass unsere Lehrer uns jetzt loben und der Meinung Ausdruck geben, dass wir mit unserem Neubau aus- riistungsmassig und architektonisch das modernste Filmarchiv geschaffen haben'. Het nieuwe filmarchief bestaat uit een hoofdgebouw met o.a. een copiëerinrich- ting en 5 ondergrondse bunkers: 2 voor nitraatfilms, 2 voor Sicherheitsfüms en 1 voor tijdelijke opslag. De temperatuur en de luchtvochtigheid worden automatisch haarfijn geregeld via een bijzondere installatie. Er is op een ongelofelijk ingenieuze wijze voor gezorgd dat de schadelijke eigen schappen van het materiaal tot een minimum beperkt worden. Met name is er een geperfectioneerd beschermings- en waarschuwingssysteem uitgedacht voor het geval dat de temperatuur door onvoorziene omstandigheden toch nog zou stijgen boven de maat. De nitraatfilms zijn binnen elke bunker geborgen in 40 aparte tegen hitte bestendige cellen; binnen elke cel is een onderverdeling in stalen klui zen die plaats bieden aan ca. 10 horizontaal geplaatste filmtrommels. Bij warmte ontwikkeling binnen een bepaalde kluis gaat de deur door druk van binnenuit automatisch open en blijven de andere deuren binnen dezelfde ruimte tegelijker tijd dicht door druk van buiten af. Proefondervindelijk is bewezen dat elke on verhoopte brand tot één kluis beperkt blijft. In alle trommels zijn luchtgaatjes aangebracht, nodig voor de ontwijking van nitraatgassen, die hun weg verder naar buiten kunnen vinden omdat de deuren aan de onderkant niet hermetisch zijn afgesloten. De gassen worden dank zij een vernuftig ventilatiesysteem uit de cellen verdreven. In totaal is er plaats voor 80.000 trommels. In de Sicherheitsfilmbunkers is in totaal plaats voor 240.000 trommels. Men weet natuurlijk dat overbrenging van alle brandbaar filmmateriaal op onbrandbaar materiaal de beste oplossing zou zijn, maar heeft ermee gerekend dat deze overbrenging minstens 20 jaar in be slag zou nemen. In de Sicherheitsfilmbunkers zijn geen cellen. Evenals in de archieven liggen de films (horizontaal gestapeld) in open stalen rekken. Bij deze films wordt, in tegen stelling tot de nitraatfilms, afsluiting van de lucht nodig geoordeeld (derhalve gesloten trommels), terwijl omspoeling om de twee jaar wenselijk is. De grotere gevaren waaraan films blootgesteld worden zijn te hoge temperatuur, te lage en te hoge luchtvochtigheid. Als ideale relatieve luchtvochtigheid geldt hoogstens 65 voor Sicherheitsfüms 60 als ideale temperatuur 26° C (dus gemiddeld 4° C). Van belang is dat de temperatuur en dc luchtvochtigheid gelijkmatig blijven. De slotsom van alle research is wel dat men van een ideale temperatuur uitgaat, die veel lager ligt dan enige jaren geleden toelaatbaar werd geacht, dat een rela tieve luchtvochtigheid van 60 aannemelijk is, dat het oude nitraatmateriaal niet luchtdicht afgesloten maar wel in kleine gesloten ruimten bewaard moet worden en dat de trommels met het nieuwe onbrandbare materiaal in open stalen rekken gestapeld moeten worden, liefst wel luchtdicht afgesloten. Voor de bewaring van magnetische films geldt uiteraard dat inwerking van mag netische velden moet worden voorkomen. Onmiddellijke nabijheid van liften enz. kan funest zijn. Een nog niet opgeloste zaak is de bewaring van kleurenfilms. Men neemt thans aan dat een zeer lage temperatuur 18° C) de juiste is. Het is uitgesloten dat iedere instantie, die films onder beheer heeft, aan alle teechnische voorwaarden kan voldoen. Vandaar dat het van belang is te weten dat het Nederlands Filmmuseum gaarne ruimte beschikbaar stelt. Naar mij in 1967 werd opgegeven wordt voor opslag (en regelmatige controle) tot 150 trommels een bedrag van 1000,— per jaar berekend. Het zou te hopen zijn dat in de toekomst de mogelijkheid geopend wordt voor een geringer bedrag een kleiner getal films te deponeren, omdat voor instanties in het bezit van enige füms de kosten van 1000,veel te hoog liggen. Bovendien zou het ook verheugend zijn wanneer de Stichting Nederlands Film museum een rol als nationaal technisch filminformatiecentrum zou kunnen gaan vervullen. Het ontbreekt de directie der Stichting allerminst aan bekwaamheid en daarvan zou door andere bezitters van films dan het Filmmuseum zelf wel licht een ruim gebruik gemaakt kunnen worden. R. A. D. Renting. [225] [224]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 29