Utrecht, van Mussert, Seyss Inquart, Himmler, en opnamen uit de slag om Arnhem. De genoemde Commissie heeft een kaartsysteem voor films tot nader order ge vestigd in het Documentatiecentrum voor Nieuwste Geschiedenis van de Uni versiteit van Amsterdam. De nummers der films zijn nauwkeurig overgenomen. In het Bundesarchiv zijn voorts aanwezig massa's kleinbeeld negatieven en con- tactafdrukken van P.K.-foto's, die in 1945 naar Amerika (Alexandria) waren meegenomen en sedertdien werden teruggegeven. Helaas bevinden zich bij de duizenden opnamen bijzonder weinig Nederlandse. Het heeft bovendien nog aan de mogelijkheid ontbroken de verzameling meer dan zeer globaal te catalogiseren. Er zijn veel opnamen bij van de Kriegsmarine in Frankrijk, Noorwegen; ook veel opnamen uit Polen en Rusland. Heel toevallig ontdekte ik enige opnamen van de verwoesting in Rotterdam. Verder zijn er een 200 foto's van de slag om Arnhem, wier aanwezigheid mijn Arnhemse collega ook allerminst ontgaan is! Toen in 1945 de foto's in aller haast met koelwagens uit Oost Duitsland naar het Westen werden vervoerd, zou te Jena de helft der trein om onverklaarbare rede nen achtergebleven zijn. De inhoud daarvan zou terecht gekomen kunnen zijn in Rusland (of misschien in de D.D.R.). Het zou niet verbazingwekkend zijn wan neer zich daarbij opnamen uit Nederland bevonden hebben. Wij mogen althans hopen dat die opnamen nog eens zullen worden ontdekt en vrijgegeven. Wel is er in de te Koblenz juist uit Amerika teruggekomen kleinere verzameling foto's van de Heeresfilmstelle een aantal Nederlandse foto's aanwezig, waaronder naast opvallend vele uit Maastricht en de Peellinie -verscheidene Rotter damse. Op 15 en 16 februari heb ik het Bundesarchiv bezocht. Evenals de heer Schuursma kan ik getuigen dat men er bijzonder vriendelijk en hulpvaardig was; ik had speciaal te maken niet de heer Hans Barkhausen (voor het filmarchief te Ehrenbreitstein), en met prof. dr. W. Gley (voor het fotoarchief) en hun assisten ten. Dank zij de gastvrijheid van de Prasident des Bundesarchives, dr. Wolfgang Mommsen, had ik bovendien het voorrecht onder deskundige leiding het Bundes archiv te mogen bezichtigen en van de werkwijze daar veel waardevols op te kunnen steken. Van de Rotterdamse foto's heb ik reproducties aangekocht; de UFA-Wochen- schaufilm bezaten wij reeds; de film 'Leibstandarte SS Adolf Hitler' was slecht van kwaliteit en liet vrijwel geen andere opnamen van Rotterdam zien dan de bekende. Naar aanleiding van dit bezoek lijkt het mij raadzaam enige mededelingen te doen over de aanpak van filmarchieven met name in Duitsland. Zowel in 'Der Archivar' (Bondsrepubliek) als in 'Archivmitteilungen' (D.D.R.) wordt regelmatig aandacht aan deze materie besteed, anders dan in Nederland, waar het archiefwezen als zodanig vrijwel niets met films te doen heeft. Slechts geleidelijk zijn enige gemeentearchieven zich gaan inlaten met dit belangrijke documentatiemiddel. In Nederland is in 1919 een centraal Filmarchief gesticht. Naderhand werden de [220] films overgedragen aan het Rijk als Rijks Historisch Filmarchief en verbleven ze tijdelijk onder de hoede van de Algemeen Rijksarchivaris. Toen volgde deponering in het Nederlands Filmmuseum te Amsterdam, dat zich belastte met conservering en de films overbracht naar een bunker in de duinen te Castricum. Onder de energieke leiding van de heer J. de Vaal is de Stichting Nederlands Filmmuseum uitgegroeid tot een dynamisch centrum van filmverzameling, film- conservering en filmdoeumentatie. Indien de heer De Vaal financieel ruimer armslag had, zou hij zeker nog veel meer hoogst noodzakelijk werk kunnen entameren dan hij nu met de beschikbare middelen doet. Het conserveren van oude films vraagt veel geld; de wijze waarop films bewaard moeten worden onder bepaalde temperatuur- en relatieve lucht- vochtigheidsomstandigheden, vereist een speciale kennis; de verwezenlijking van de vastgestelde voorwaarden maakt kostbare voorzieningen noodzakelijk. De directeur van het Filmmuseum, de heer De Vaal, zou zich terecht gaarne ge steund zien door wie hem steunen wil en kan, om zijn doel, een goed uitgerust centraal filmarchief (niet een zekere monopoliepositie) te bereiken. Het Film museum is alleszins bereid goede opslagruimte te verhuren voor deponering van moederfilms (negatieven). Ook wil men gaarne, met vergoeding voor conserve- rings- en documenteringswerk, copieën van oude films. Op deze wijze heeft het Gemeente archief van Rotterdam enige copieën kunnen verwerven. De directeur van het Filmmuseum gaat er daarbij vanuit dat op grond van het auteursrecht het negatief materiaal onder zijn hoede behoort te blijven. Kennelijk is bij de overdracht of deponering van films aan/in het Film museum het auteursrecht mee overgegaan. Wanneer ten behoeve van een op drachtgever op diens kosten nieuwe negatieven zijn vervaardigd, nodig voor de levering van copieën, worden daarom ook de negatieven in de kluis van het Film museum geborgen. Tot het uit handen geven van duplicaat-negatieven acht men zich eveneens op grond van het auteursrecht niet verplicht of niet gerechtigd. Mij dunkt dat het zijn voordelen zou kunnen hebben wanneer van een bepaalde film op meer dan een plaats een negatief zou worden bewaard. In de archief wereld gaat men in het algemeen nogal ver in die richting uit veiligheidsoverwe gingen. Men denke o.a. aan de medewerking die de Kerk van Jezus Christus der Heiligen der Laatste Dagen in vrijwel alle Nederlandse archieven hebben onder vonden bij het uitvoeren van hun microfilmplan. Dat kopers vrijelijk met de aan hen geleverde positieven voorstellingen geven, zou men natuurlijk ook een inbreuk op het auteursrecht kunnen noemen. Naar mijn mening vraagt de directie van het Filmmuseum bij dergelijke levering even wel geen restricties, zodat zij misschien het voorrecht voor de koper zijn nieuwe positief naar believen te gebruiken laat opwegen tegen het eigen voordeel, gratis de beschikking te krijgen over een kostbaar nieuw negatief. De koper subsidieert zodoende in feite het Filmmuseum. In verscheidene landen zoals Amerika (National Archives), Rusland, Polen, Joe goslavië en de beide Duitslanden wordt het conserveren en bewaren van films anders dan in Nederland gerekend tot het gebied der archiefdocumentatie. In [221

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 27