Nieuwe paleografische hulpmiddelen
Filmcollecties en archieven
Kurt Diilfer und Hans-Enno Korn, Schrifttafeln zur deutschen Palaographie des
16.-20. Jahrhunderts
Teil I: Tafeln, Teil II: Transkriptionen (Veröffentlichungen der Archivschule
Marburg-Institut für Archivwissenschaft) 2 Auflage. Marburg 1967. 4° (prijs c.f.
18.—).
Vijftig voortreffelijke reproducties (met gestencilde transcripties) van stukken in
de voor velen zo afschrikwekkende Duitse cursieven, die ook in het oosten van
ons land gedurende de zestiende en zeventiende eeuw algemeen gangbaar waren.
De inleiding van Kurt Diilfer onder de titel 'Bemerkungen zum Verhaltnis von
Schreibschrift und Kunst der Neuzeit', vullende meer dan 37 compact getypte
pagina's, is voor de Nederlandse lezer door het gebruik van een mystieke paleo
grafische terminologie in de stijl van Fichtenau (Mensch und Schrift im Mit-
telalter) onbegrijpelijk, maar de oefeningen zijn voortreffelijk voor wie van dit
soort handen in de bekende Nederlandse paleografie-atlassen te weinig vindt.
Emanuel Poule, Paléographie des Ëcritures Cursives en France du XVe au XVlIe
siècle. Recueil de facsimilés de documents parisiens avec leur transcription, précé-
dé d'une introduction. Genève, 1966. facs. in folio tekst in 8°. (prijs c.f. 50,-
Dertig prachtige reproducties van teksten in handen, die ook in de minuten uit de
Bourgondische Nederlanden geen zeldzaamheid zijn. (vgl. mijn Oud Schrift nos.
6062). Op de wijze, waarop men in de introduction de verschillende vormen
van eenzelfde letter achter elkaar zet valt wel wat af te dingen en de nauw ge
zette ontcijferaar van de stukken zal zelfs wel eens een enkele maal tot een
andere lezing komen dan de auteur van het werk, maar paleografie-atlassen zon
der misslagen in transcripties bestaan niet. Wie ooit in de noodzaak komt zich met
dit soort gewriemel bezig te houden, zal de auteur dankbaar zijn voor het prach
tig leermiddel, dat hij gedurfd heeft uit te geven.
Van der Gouw
[218]
Op 1 februari 1961 werd mij op mijn verzoek, toegestaan in een bunker in de
nabijheid van Diisseldorf het Duitse Ufa-Wochenschau-filmmateriaal uit de oor
log, voor zover dat betrekking heeft op Rotterdam en in het bezit was van Tran-
sit-Filmvertrieb, te bezichtigen. Helaas was slechts één film (300 m) aanwezig, die
fragmenten toont van de Duitse invasie en de strijd om Rotterdam, een film die
in ons land reeds bekend was, maar in de filmverzameling van het Gemeente
archief van Rotterdam nog ontbrak. Transit-Filmvertrieb (bezitter van het auteurs
recht) was direct bereid een duplicaat-negatief en een positieve copie van deze
film te leveren op voorwaarde dat de film slechts intern zou worden gebruikt als
documentatiemateriaal.
Men wees er mij op dat fotomateriaal betreffende Rotterdam in de Tweede
Wereldoorlog wellicht aanwezig was in het Bundesarchiv te Koblenz en bij de
Ullstein Verlag te Berlijn.1
Pogingen om het fotomateriaal en eventueel ook filmmateriaal te Koblenz te
achterhalen waren vruchteloos. Mij werd medegedeeld dat er geen foto's betref
fende Rotterdam aanwezig waren. Toen en ook later, in 1965, bleek de te Koblenz
aanwezige fotocollectie niet compleet en moeilijk toegankelijk te zijn. In decem
ber 1967 ontving ik evenwel bericht dat het Bundesarchiv uit Amerika een grote
collectie Duitse P.K. (Propaganda-Kompanie)-opnamen had teruggekregen, waar
onder drie kartons met foto's uit Nederland. Men was gaarne bereid alles te tonen
evenals het in de vesting Ehrenbreitstein aanwezige Kriegswochenschau-filmmate-
riaal.
Het toeval wilde dat juist drs. R. L. Schuursma, wetenschappelijk hoofdmedewer
ker aan het Instituut voor Geschiedenis van de Rijksuniversiteit te Utrecht, een
bezoek gebracht had aan de film- en fotoafdeling van het Bundesarchiv.
Hij vertelde mij o.a. gezien te hebben de film, die wij in 1961 uit Diisseldorf
hadden betrokken en een film van de inval in Nederland van de SS-Leibstandarte
Adolf Hitler. Hoewel hij niet speciaal aandacht had besteed aan Rotterdam, kon
hij wel zeggen dat er foto's van Rotterdam waren.
In de Mededelingen van de Commissie voor Beeld- en klankdocumentatie voor de
Wetenschap (jan. 1968) bracht de heer Schuursma nader verslag uit over zijn
bezoek aan het Bundesarchiv op 16 en 17 november 1967. Betreffende Rotterdam
had hij niet meer dan het genoemde filmmateriaal gezien. De overige vrij weinige
'Nederlandse' filmgedeelten lieten o.a. beelden zien van Amsterdam, Den Haag,
1 Te Koblenz noemde men mij naast de Ullstein-Bilderdienst te Berlijn Siiddeutscher
Verlag, Bilderdienst, te München.
[219]