wsw Ontwerp-regeling van de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeente lijke organen, als bedoeld in artikel 23 van de Archiefwet 1962. Artikel 1. Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor het inrichten en in stand houden van de gemeentelijke archiefbewaarplaats, bedoeld in artikel 24 van de wet, als mede van de archiefbewaarplaatsen, bestemd voor de bewaring van de archief bescheiden der gemeentelijke organen, voor zover deze bescheiden niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn overgebracht, een en ander overeenkomstig de daaraan bij de krachtens de wet gestelde eisen. Artikel 2. Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor het aanwijzen van degenen, die belast zijn met het beheer van de archiefbescheiden der gemeentelijke organen, voor zover deze bescheiden niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn overgebracht. Artikel 3. Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor het aanstellen van een voldoend aantal ambtenaren zowel bij de gemeentelijke archiefbewaarplaats als voor het verrichten van de werkzaamheden, verbonden aan het beheer van de niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de ge meentelijke organen. Artikel 4. Burgemeester en Wethouders stellen voorschriften vast voor het beheer van respectievelijk a. dc in de gemeentelijke archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden, en b. de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, voor zover deze beschei den niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn overgebracht, een en ander met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de wet te dier zake is bepaald. Artikel 5. Burgemeester en Wethouders dragen er zorg voor, dat de uitgaven ter bestrijding van de kosten, aan de uitoefening van de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen verbonden, op de ontwerp-begroting van de gemeente wor den geraamd. Artikel 6. Burgemeester en Wethouders doen jaarlijks aan de Raad verslag omtrent hetgeen door hen is verricht ter uitvoering van artikel 23 van de wet. 188] Ontwerp-regeling van het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de Archiefwet 1962. 1. De gemeentearchivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 25, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich te doen vervangen door aan de gemeentelijke archiefdienst verbonden hogere of middelbare archiefambte naren in de zin van artikel 9 van de wet. 2. De gemeentearchivaris en degenen, die hem vervangen of bijstaan, hebben, met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van ge heimen, toegang tot de ruimten, waarin de archiefbescheiden worden bewaard. 3. De gemeentearchivaris ziet toe, dat het beheer van de archiefbescheiden ge schiedt overeenkomstig de bepalingen van de wet en van de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften. 4. De gemeentearchivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan degene, die door Burgemeester en Wethouders is be last met het beheer van de archiefbescheiden alsmede, wanneer hij hiertoe aan leiding vindt, aan Burgemeester en Wethouders. 5. De gemeentearchivaris brengt jaarlijks aan Burgemeester en Wethouders vei- slag uit van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht gedurende het afgelopen jaar. 189]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 11