methode geordende archief. Schrijver pleit ervoor deze stukken thans weer op hun juiste plaats terug te brengen. De beperking, die hij daarbij maakt, nl. om zulks niet te doen als de archieven van vóór de registratuurperiode behoorlijk zijn geordend en geïnventariseerd, omdat de bedoelde stukken dan als het ware "in het luchtledige' terecht komen, is ons niet duidelijk. In een chronologisch geor dend archief met indicateurs en bijlagen zijn de uit de dossiers opgedolven stukken zonder meer tussen te voegen. De inventaris behoeft daarbij geen wijziging te on dergaan. Hoogstens moet een vermelding als 'nrs. tot ontbreken' geschrapt worden. Trouwens al ware het anders, dan zou de principiële fout van het door breken der chronologische afdelingen om een praktisch bezwaar toch niet besten digd dienen te worden. In de februari-aflevering vindt men ook de tekst van de lezing, die de heer H. H. M. Dinkgreve, hoofd van het Bureau voor documentatie en registratuur der gemeente Amsterdam, op 22 oktober 1965 te Gouda voor district III van de Studiekring voor documentatie en administratieve organisatie der overheid heeft gehouden over Programmatische besliskunde in de overheidsadministratie. Spre ker maakte onderscheid tussen programmatische en niet-programmatische beslis singen en nep zijn toehoorders op binnen hun eigen beheerseenheden dit verschil te maken en te proberen om te bepalen wat gemeenschappelijk is aan de pro grammatische beslissingen. Voor deze is veelal een computerprogramma opgesteld. Zo wordt m Amsterdam het maandsalaris van 27000 ambtenaren en 4000 leer krachten via een computer vastgesteld. Maar ook door het invoeren van o0ede formulieren, geperforeerde stroken, antwoord-kaarten, boekhoudkaarten, door schrijfsystemen enz. heeft de geprogrammeerde besluitvorming zich in de loop van de jaren sterk uitgebreid. Boekbespreking R. W. Roseval, De archieven der Hervormde gemeente Charlois c.a. 1583-c. 1954, Gemeentearchief Rotterdam 1966, XVIII 44 blz. In 1961 en 1962 werden de archieven van de hervormde gemeente Charlois aan het Gemeentearchief van Rotterdam in bewaring gegeven. Drs. H. R. van Omme ren, die reeds het archief en de handschriften van de grondheerlijkheid 'Charlois en annexe polders 1460-1887 had geïnventariseerd' en derhalve vertrouwd was met de geschiedenis van Charlois nam de inventarisatie van het kerkarchief op zich. Toen hij in 1964 naar Deventer vertrok was deze nog niet gereed. De heer Roseval heeft de werkzaamheden voortgezet en voltooid, daarbij gebruik makend van door de heer Van Ommeren gemaakte aantekeningen. Uit deze samenwerking ontstond een interessante en zeer leesbare inleiding, waarin de kerkgeschiedenis en de ontwikkeling van de kerkelijke instellingen van hervormd Charlois duidelijk uit de doeken worden gedaan. De paragraaf over de inventarisatie is daarnaast wat mager uitgevallen en moet voor een juist begrip samen met het woord ten geleide van de gemeentearchivaris gelezen worden. Dan volgt de inventaris van 525 nummers, gevolgd door een lijst van predikanten tot 1949, een index van persoonsnamen en een gedetailleerde inhoudsopgave. Daar de samensteller de oude orde in vele gevallen niet kon terugvinden heeft hij de voor dit soort archie ven gebruikelijke wijze van ordening zoveel mogelijk toegepast. Achtereenvolgens werden beschreven de archieven van de kerkeraad (144 nrs.), het kiescollege (2 nrs.), de diaconie (76 nrs.), de kerkmeesters en de kerkvoogdij (296 nrs.) en het college van notabelen (4 nrs.). In de eigenlijke inventaris volgen dan nog 3 num mers gedeponeerde archiefbescheiden, waarbij het woord gedeponeerd in een an dere zin wordt gebruikt dan de Nederlandse archiefterminologie onder nr. 113 dat doet. Wij hadden ze liever Varia of Stukken waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken genoemd. Een opmerkelijk bestanddeel van de inventaris vormen de appendices (nrs. 133- 144 en 517-518), waarin min of meer met de archieven van de kerkeraad of van kerkmeesters en kerkvoogdij samenhangende voornamelijk gedrukte en gestencilde stukken werden ondergebracht. Wij achten dit een aantrekkelijke oplossing voor een probleem, waar de inventarisator van niet-overheidsarchieven zich dikwijls voor gesteld ziet: waar laat ik boekjes en brochures, die samen met het archief in de archiefbewaarplaats beland zijn? Maar de preken, elders uitgesproken door niet 1 Besproken in Ned. Archievenblad 1965, blz. 124-125. [72] [73]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 40