uur, Russisch 138 uur, Piidagogisch-psychologische Grundlagen sozialistischer Leitungstatigkeit 48 uur, Körpererziehung 146 uur. Spezielle Grundlagenfacher: Deutsche Geschichte (mit Regionalgeschichte) 350 uur, Deutsche Wirtschaftsge- schichte 180 uur, Betriebsökonomie 156 uur, Französisch 144 uur, Historische Hilfswissenschaften (insbesondere Palaographie) 206 uur. Spezialfacher: Archiv- wisenschaft 210 uur, Geschichte des Staatsapparates 176 uur, Aktenkunde des Staates 138 uur, Aktenkunde der Wirtschaft 122 uur, Schriftgutverwaltung in Staat und Wirtschaft der DDR 153 uur. Toaal 2522 uur. Reinhard Kluge, Methodische Fragen der Erschliessung von Bestanden der Abteilung Kapitalismus, behandelt de vraag wat voor de ontsluiting van de archieven de voorrang moet hebben, de ordening of de (voorlopige) beschrijving in de volgorde zoals men de stukken aantreft of overneemt. De beantwoording van de vraag hangt af van de aard der archieven, maar de algemene tendens gaat toch in de richting van 'eerst 'ordenen' dan 'beschrijven'. Kunco Georgiew, Die Entwicklung des staatlichen Archtvwesens in Bulgarien. Pas na de tweede wereldoorlog is, volgens de schrij ver, in Bulgarije sprake van een organisatie van het archiefwezen. Deze brengt natuurlijk allerlei problemen mee. Zo is er strijd met bibliotheken en musea, welke instellingen zich tevoren met het verzamelen van documenten bezig hielden. Ver der zijn er de vraagstukken van opleiding, popularisering enz. Jn de vijfde aflevering zijn verschillende archiefverordeningen opgenomen. Het zou te ver voeren hier de inhoud weer te geven. Van belang is te weten, dat voor het gebruik verlof nodig is. De verleende vergunningen zijn voor inwoners van de DDR gedurende het lopende kalenderjaar geldig; voor buitenlanders is de tijds duur beperkt. Wordt van thema veranderd, dan moet een nieuwe aanvraag worden gedaan. Verzending binnenslands wordt bij uitzondering toegestaan, naar andere landen volgens bilaterale overeenkomst. Voor publikatie van bronnen na 1918 is toestemming nodig van de beheerder. I. N. Kuntikov, Das Archivwesen in der Democratischen Republik Vietnam. Met deze democratische republiek is Noord- Vietnam bedoeld. In Hanoi staat, volgens dit artikel, een archiefgebouw met een capaciteit van 8000 strekkende meter. Het archiefwezen verkeert nog in het eerste stadium van opbouw. In de zesde aflevering is een Terminologische Zwischenbilanz opgenomen van Heinnch Otto Meisner. De schrijver geeft een overzicht van de theorieën in Duits land over de begrippen registratuur en archief (bij ons niet onderscheiden). Ook blijkt, dat er geenszins een communis opino bestaat over de grenzen tussen archief en verzameling en tussen archief en documentatie. Zelfs de theorie, dat een stuk dat in een bepaald archief ontstaan is, daar altijd toe blijft behoren, waar het ook mag zijn, wordt bestreden. Er staan in de jaargang nog vele andere bijdragen, maar kortheidshalve moet met deze selectie worden volstaan. W. J. F. [70] Onze aandacht wordt gevraagd voor; Drie artikelen van S. A. Goedbloed in Overheidsdocumentatie van november 1965 en januari en februari 1966 over; Opbouw afgevoerde archieven en inventariseren van volgens het registratuurstelsel der Vereniging van Nedelandse Gemeenten ge ordende archieven. De auteur gaat er van uit, dat men hierbij de keuze heeft uit twee mogelijkheden, nl. de vernietigbare en niet vernietigbare dossiers in één serie te plaatsen of wel afzonderlijke series aan te leggen van vernietigbare en van niet vernietigbare dos siers. Bij grotere administraties of indien er slechts een beperkte archiefruimte be schikbaar is, wordt de voorkeur gegeven aan afzonderlijke series en kan ermee worden volstaan alleen de niet vernietigbare dossiers in de bewaarplaats op te ne men. Bij het aanhouden van één serie blijven de dossiers in codevolgorde bijeen, wordt daarentegen voor de niet vernietigbare dossiers een afzonderlijke serie ge vormd, dan kan daarbij een chronologische volgorde worden ingevoerd met ruirn- tebesparende (compacte) berging1. Voor de afzonderlijke serie van vernietigbare dossiers heeft men de keuze uit berging op basis van het jaar van vernietiging, in codevolgorde of in chronologische nummervolgorde. De eerste mogelijkheid lijkt op het eerste gezicht de aantrekkelijkste, maar is in de praktijk niet goed bruik baar, omdat de concrete vernietigingstermijn vaak niet is vast te stellen, terwijl wel vast staat dat deze zaken ooit vernietigbaar zijn (vergunningen, stukken be treffende financiële verrekeningen). Berging in codevolgorde blijkt dan het meest praktisch te zijn. De schrijver wijst erop, dat het aanbeveling verdient omvangrijke groepen van soortgelijke dossiers in afzonderlijke subseries te plaatsen. Bij de behandeling van het inventariseren bepleit hij het maken van afzonderlijke inventai'-sen voor lopend en afgevoerd archief. Mutaties zullen in het eerstge noemde veel meer voorkomen dan in het tweede. Werkt men met twee afzonder lijke inventarissen, dan kan de vorm van de inventaris beter worden aangepast aan de speciale eigenschappen van elk archiefdeel. Voor verdere aanwijzingen be treffende het inventariseren (ieder dossier nominatief inventariseren of inventari satie op basis van wat per map is bijeengebracht; neveningangen; overzichtelijke opbouw van de losbladige inventaris, etc.) raadplege men de genoemde afleverin gen van Overheidsdocumentatie, waarin voorbeelden van de inleiding van de in ventaris en van de inventarisvellen zijn opgenomen. Aan het eind van zijn drie artikelen wijst de heer Goedbloed op de geheel andere werkwijze met betrekking tot de afsluiting van de archieven, die veroorzaakt werd door de invoering van het registratuurstelsel der V.N.G. De tevoren vrijwel overal gebruikelijke jaarlijkse afsluiting werd met de invoering van de zaaksgewijze or dening onmogelijk. Bovendien werden alom bij het overgaan op het registratuur stelsel stukken van vóór de invoeringsdatum voor zover zij betrekking hadden op de op dat tijdstip nog lopende zaken overgebracht naar het volgens de nieuwe 1 Cf. de bijdrage van A. H. van Otterdijk in Overheidsdocumentatie van juli 1965, ref. in Ned. Archievenblad 1965, blz. 164. [71]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 39