Archivmitteilungen 1965. Wanneer men enige jaren achtereen dit blad gerecen
seerd heeft, wordt men wel beu van de ideologische gemeenplaatsen en de ver
heerlijking van eigen prestaties die het ontsieren. Maar waarschijnlijk zien de
schrijvers zelf er ook niet meer in dan inhoudloos geworden clichés die nu een
maal gebruikt moeten worden. Toch is het blad niet zonder betekenis omdat de
ordening van moderne archieven zo dikwijls wordt behandeld. Dit komt reeds in
het eerste artikel aan de orde: Verbesserung der Schriftgutverwaltung durch An-
wendung der neuen Einheitsaktenplane für die örtlichen Rate, von Horst Linke
und Joachim Rohrmann. Voor de plaatselijke raden waren in 1956 Einheitsakten
plane opgesteld die in hun geleding aansloten bij de toenmalige Verwaltungsstruk-
tur dezer raden. Moeilijkheden ontstonden naarmate deze struktuur veranderde.
Daarom zijn nieuwe plannen opgesteld die met ingang van 1 januari 1965 in
werking zijn getreden. Het 'afdelingenstelsel' werd opgeheven en vervangen door
een zaaksgewijze ordening over de hele linie. De opbouw van de plannen is 'drei-
stufig' en wel 00-99 voor de hoofdgroepen, 00 00-99 99 voor de 'Sachgruppen'
en 00 00 00 - 99 99 99 voor de Aktenbetreffe'. Geen decimaal dus, maa,r een
centesimaal. Op te merken valt nog, dat de bescheiden vóór 1965 niet worden om
gewerkt. Reinhard Kluge, Hugo Cordshagen en Botho Brachmann behandelen
in drie artikelen, Zur Wertermittlung und Kassation an den Bestanden der sozia-
listischen Epoche, Zur Wertermittlung und Kassation an Bestanden der Abteilun-
gen Kapitalismus und Feudalismus der Staatsarchive der DDR en Das Vordruck-
wesen und Fragen der Wertermittlung, het vernietigingsprobleem, dat in de DDR
nog klemmender is dan bij ons, omdat door de socialisatie van bedrijven ook be
drijfsarchieven overheidsbedrijven zijn geworden. Ondanks de dwaze opmerking
van Kluge: 'Wissenschaftliche Massstabe für die Wertermittlung und Kassation
kann allein der historische Materialismus vermitteln, da er die Triebkrafte der
Geschichte richtig erklart und die allgemeinen historischen Gesetzmassigkeiten
aufdeckt', bezien zij de problemen toch net als wij. Zo wordt het vraagstuk van de
dubbele bewaring aangesneden. Dit hangt samen met verschillen in waarde van
archieven van hogere en lagere autoriteiten. Cordshagen betoogt, dat ook de
waarde van oude (vóór 1800) archieven moet worden bekeken. De daaraan bestede
moeite moet evenwel opwegen tegen het verwachte nut. Brachmann wijst op het
toenemend gebruik van formulieren en bespreekt de mogelijkheid of reeds bij de
druk de eventuele vernietigbaarheid kan worden aangegeven.
In de tweede aflevering beschrijft Anna Palarcsykowa Die Nazibehörden des
Konzentrationslager Auschwitz, deren Kanzleien und ihr Aktennachlass. Bij de
ontruiming ven het kamp werden de archieven verbrand. Wat op het ogenblik
over is, is toevallig aan deze vernietiging ontsnapt. Het wordt bewaard in het mu
seum van Auschwitz en beslaat ongeveer 25 strekkende meter. Bovendien zijn er
20 strekkende meter bescheiden die hiermee samenhangen. De inrichting van het
kamp is evenwel na te gaan uit enige bewaardgebleven instructies. Deze worden
in het artikel besproken, terwijl ook de archivalia zelf nader worden behandeld.
D. Aue, L. Erxleben, I. Grützmacher, Ueber einige Erfahrungen aus der Be-
arbeitung von Nachlassen im Zentralen Parteiarchiv der SED. Voor de ordening
[68]
van deze archieven laat zich het volgende schema opstellen: I. Biografisch mate
riaal, II. Aantekeningen van de 'Nachlasser', III. Correspondentie, IV. Werkma
teriaal, V. Materiaal over de 'Nachlasser'. Een scheiding in persoonlijke en zake
lijke correspondentie is in de regel niet te maken. Een algemeen schema is echter
niet te geven. - UIrich Hess, Umfang und Gliederung der Abteilung Kapitalis
mus in de Staatsarchiven der DDR. In de DDR zijn, naar men misschien weet,
althans in de staatsarchieven de archieven verdeeld in drie afdelingen: Feodalisme,
kapitalisme en socialisme. De caesuur tussen kapitalisme en socialisme ligt in 1945.
De grens tussen feodalisme en kapitalisme, gekenmerkt door vervanging van cen
trale bestuurscolleges door vakministeries naar Frans voorbeeld, is eveneens scherp,
maar ligt in de verschillende landen verschillend. Ook kan er onderscheid zijn
tussen hogere en lagere organen. Vreemd voor onze begrippen is, dat men gede
poneerde huis- en stadsarchieven ook indeelt bij een der drie afdelingen. Huis
archieven bij feodalisme en stadsarchieven van geval tot geval verschillend. Zelfs
een splitsing van een stadsarchief en een verdeling over drie afdelingen worden
niet verworpen. Johannes Lachs und Friedrich Karl Raif, 80 Jahre wissen-
schaftliches Stadtarchiv Rostock. Rostock bezit na Leipzig het grootste stadsarchief
van de DDR, 3500 strekkende meter vóór 1945. In de oorlog is ongeveer 10
verloren gegaan. Het artikel geeft nadere bijzonderheden over de geschiedenis van
het archief, dat in 1252 aanvangt. Uit de 13e eeuw zijn 49 oorkonden over, uit
de 14e eeuw meer dan 1000. Verdeeld over de afleveringen 2 en 3 is het artikel
van Karei Bednar over Die Fotografie mit unsichtbaren Strahlen. Het is een
theoretische beschouwing. Het procédé is duur en nog niet voor de praktijk ge
schikt.
De derde aflevering begint met Die Bestande der Kreisverwaltungen 1945-1952
und ihre Bearbeitung im Landeshauptarchiv Potsdam, von Hans-Joachim Schrec-
kenbach. In de periode 1945-1952 zijn niet alleen de grenzen van de 'Kreise' ver
anderd, maar ook de functies van hun besturen. Uiteraard stelt dit de archief
dienst voor grote problemen. Provenienzprinzip und Bestandsbildung bei der
Ordnung archivalischer Kartenbestande im Landeshauptarchiv Potsdam, von Hart-
mut Harnisch. Het kaartenmateriaal bestaat uit ongeveer 10.000 kaarten die tot
archieven behoren en even zovele andere. Schr. schetst de moeilijkheden die de
toepassing van het herkomstbeginsel, waarnaar gestreefd wordt, meebrengt. Hij
geeft verder bijzonderheden over de inhoud van het kaartenbezit. E. Schetelich,
Archiv und Schule. Op 21 maart 1965 is voor het eerst in de DDR een congres
gehouden van geschiedenisleraren, archivarissen en museologen over een betere
samenwerking tussen school en archieven en musea. De problemen die aan de
orde gesteld worden zijn dezelfde als bij ons. De samenwerking moet niet inci
denteel zijn, maar regelmatig plaats vinden. De leraren moeten zelf voorlichting
krijgen, materiaal moet voor de school beschikbaar komen, eventueel moet men
zelfs originele stukken tonen.
In de vierde aflevering trekt het meest onze aandacht het artikel van Waldemar
Schupp, 10 Jahre Fachschule für Archivwesen. De studie duurt thans drie jaar.
Allgemeine Grundlagenfacher zijn: Marxismus-Leninismus 253 uur, Deutsch 102
[69]