Buitenlandse archivistische literatuur The American Archivist van januari 1965 begint met de afscheidsrede van Everett O. Alldredge als president van de Society of American Archivists, gehouden op 8 oktober 1964 en getiteld Still to be done. Wij noemen van hetgeen de aandacht der Amerikaanse collega's vraagt: het tentoonstellen van archiefstukken; de be waring van technische en natuurwetenschappelijke archieven, bedrijfsarchieven en kerkelijke archieven; de taakverdeling over het archiefpersoneel en de opleiding van archivarissen. Kort voor haar dood leidde Mary Bryan1 de heer Alldredge rond door het in aanbouw zijnde archiefgebouw van de staat Georgia. Zij wees hem daarbij een marmeren plaat, waarop zij graag een rhapsodische verdediging van de archieven zou zien aangebracht. Alldredge dacht zich die in deze geest: What are archives? Quarry and brickyard and lumber pile from which the researcher builds edifices that educate the statesman and the citizen and illuminate the common man's story. The quiver in which the historian finds those arrows of truth that shoot down myths and main errors. Aladdin's lamp that when skilfully rubbed calls forth the genie of yesteryear the yesteryear that explains today and is the prologue to tomorrow. The enduring documentation of deeds and decisions that provide an enduring memory forever available, valuable, and useful. Samuel P. Hays behandelt Archival Sources for American Political History, waar bij hij vooral ingaat op verkiezingsuitslagen en hun analyse. Morris Rieger doet verslag van het vijfde internationale archiefcongres, waarbij de woorden aan sluiten, die hij uit naam van dr. T. R. Schellenberg op 2 september te Brussel in de werkvergadering over moderne methoden van archiefordening uitsprak. B.B.C. popularizes Archives heet de bijdrage van F. G. Emmison van het Essex Record Office over een serie van acht radiouitzendingen van een half uur elk, die in maart en april 1964 werd gegeven. Behandeld werden: Wat zijn archieven? de student en de archieven; dorpsgeschiedenis en dorpsarchieven; stadsgeschiede- 1 In Memoriam in The American Archivist van oktober 1964. [62] nis en de stedelijke archieven; de stamboom; hoe men een biografie schrijft; on derwerpen van plaatselijke geschiedenis en werken met archiefstukken. Behalve het eerste kwartier van de eerste en de tweede uitzending, die aan een inleiding waren gewijd, werd de gehele zendtijd voor discussies gebruikt. Charles Kecskeméti bespreekt oorsprong en geschiedenis van de Guide des Sources de l'Histoire d'Amérique Latine, waarin de bronnen worden vermeld, waaruit in archieven, bibliotheken en musea over de gehele wereld materiaal voor de ge schiedenis van dat werelddeel geput kan worden. Deze gids, waaraan in een groot aantal landen sedert 1959 wordt gewerkt, zal nu weldra kunnen verschijnen. De overige vier artikelen van de eerste aflevering zijn gewijd aan Oral History, 'in spite of its recent and unprecedented popularity, a subject on which American historians are astonishingly uninformed', zoals D. C. Swain zijn bijdrage Problems for Practitioners of Oral History begint. Verder schrijven C. T. Morrissey over Truman and the Presidency Recods and Oral Recollections; Saul Benison over Reflections on Oral History en G. P. Colman over Oral History An Appeal for More Systematic Procedures. Hele projecten zijn ontwikkeld van men sen, die, na zich ingewerkt te hebben in de persoonlijkheid en de betekenis van hun 'slachtoffer', een politieke of wetenschappelijke topfiguur gaan interviewen, al of niet met de geluidsband erbij. Op deze wijze verkrijgt men een biografie, die als aanvulling op de schriftelijke neerslag van het werk van de betrokken per soon moet worden beschouwd. Swain voelt voor korte gesprekken en zeker niet altijd met de tape recorder erbij, Benison wil liever een uitgebreide verhandeling. Hij zou ook de gehele geluidsband willen bewaren en niet slechts een klein stuk alleen ter bewaring van de stem, zoals nu gebeurt nadat de tekst is overgetypt. Ook zou Benison gesprekken met gewone arbeiders en boeren, immigranten en negers willen vastleggen, ja zelfs 'the envelope of sound in which we all live'. Colman wijst op de verantwoordelijkheid van de interviewer om de gebeurtenis sen weer te geven zoals ze werkelijk waren, dus ook de onderbrekingen in het ge sprek, het tussentijds afzetten van de recorder, etc. De transcriptie moet woor delijk gelijk zijn met de tekst op de band en niet taal- en stijlkundig bijgewerkt. Eigenlijk zouden ook de omgeving en de stemming waarin het onderhoud plaats had gereleveerd moeten worden. Bij de besproken boeken is het Lexicon of Archive Terminology, waarin de recensent Alan D. Ridge ook het Portugees en de Slavische talen opgenomen had willen zien. In de afdelingen constateert hij on derling wat overlappingen, maar 'every archivist should have a copy alongside his Schellenberg and Jenkinson'. Uit de Abstracts of Foreign Periodicals blijkt o.a. dat de Archives and Manuscripts, the Journal of the Archives Section of the Library Association of Australia, dat sedert november 1955 in voorlopige vorm verscheen, m.i.v. de jaargang 1963 wordt gedurkt. Een bibliografisch overzicht betreffende college- en universiteitsarchieven, technical notes en news notes be sluiten aflevering 1. Aflevering 2 opent met een kleurenfoto van het op 10 april 1962 in gebruik ge nomen Texas Archives and Library Building in Austin. Het eerste artikel is van J. C. Olson en behandelt The Scholar and Documentary Publication. Een van de [63]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 35