c idem van de bemoeiingen van het college van b. en w. en de gemeenteraad
met de Luchthaven-Rotterdam en de Heliport.
Waartoe kunnen deze overzichten nu dienen?
In de eerste plaats om nieuwe of toekomstige raadsleden en bestuurders van de
gemeente Rotterdam in staat te stellen zich omtrent een bepaald onderwerp snel
te oriënteren; in ieder overzicht is te vinden, wat over dat onderwerp door an
dere raadsleden of door het college van b. en w. in de loop der jaren is gezegd
en geschreven, met de vindplaats. (Handelingen van de gemeenteraad, Verzame
ling van gedrukte stukken, Gemeenteblad, enz.).
In de tweede plaats om reeds langer zitting hebbende raadsleden en bestuurders
in staat te stellen snel te vinden, wanneer omtrent dat onderwerp iets is gezegd
of geschreven, door wie, en waar dat staat.
Tenslotte om aan zowel nieuwe als aan reeds vele jaren zitting hebbende raads
leden en gemeentebestuurders en ook aan het publiek! duidelijk te maken,
waarom bepaalde dingen in de loop der laatste jaren zo zijn gebeurd als ze zijn
gebeurd, en waarom niet anders.
Een vraag, welke voor de lezer van het Nederlands Archievenblad van belang is,
is: waarom is de contemporaine geschiedschrijving in Rotterdam nu juist aan de
gemeentearchivaris opgedragen?
Het antwoord hierop luidt: omdat het gemeentearchief in Rotterdam meer en
meer is geworden de centrale instantie van waaruit verbindingslijnen lopen naar
de afdelingen registratuur en archief van alle andere gemeentelijke diensten en
bedrijven, en omdat het gemeentearchief door middel van deze vaste contacten
(alsmede door zijn bevoegdheid die archieven te inspecteren) tot alle recente
bronnen gemakkelijk toegang heeft.
Het gemeentearchief in Rotterdam heeft zich ontwikkeld tot het gemeentelijke
wetenschappelijk documentatiecentrum bij uitstek, dat de beschikking heeft over
velerlei gevarieerd materiaal; hiér ligt voor de contemporaine geschiedschrijver
de stof als het ware voor het grijpen.
Kunnen wij met de reeds gemaakte overzichten nu tevreden zijn?
Ja, en neen.
Ja, in zoverre dat het overzicht (in twee delen) over de havens en industrieter
reinen in het Botlekgebied door belanghebbenden, geïnteresseerden en de pers
in het algemeen gunstig is ontvangen.
Zo schreef, om een enkel voorbeeld te noemen, een Rotterdams blad op de voor
pagina: 'Indertijd hebben wij aandacht besteed aan het eerste deel en onze grote
waardering daarover uitgesproken. Deze lof zij nu ook deel II toegezwaaid. Sa
mensteller mr. dr. P. Lucas, conservator bij het gemeentearchief, heeft opnieuw
bewezen dat zo'n gemeentearchief beslist geen dode en saaie instelling is'.
En de N.R.C. oordeelde: 'Het is alles bij elkaar een zeer uitvoerig, van verschil
lende kanten belicht overzicht geworden, dat zich kenmerkt door de objectiviteit
die men van de 'pur sang' geschiedschrijver mag verwachten'.
[52]
Toch was er van bepaalde zijde ook wel kritiek.
Zo kwam een bekend weekblad met het merkwaardige verwijt, dat ik het belang
van de Rotterdamse havens voor de Nederlandse economie zou hebben miskend,
terwijl een ander (Rotterdams) blad vond dat ik 'te somber en te eenzijdig' zou
zijn geweest.
Gelukkig waren dit uitzonderingen. De meerderheid oordeelde: 'zeer interessant'.
Of, zoals een der hoogleraren van de faculteit der economische wetenschappen
aan de Nederlandse Economische Hogeschool ons schreef:
'Zowel voor het huidige beleid als voor de toekomstige geschiedschrijving ver
heugt het mij, dat het initiatief tot het doen verschijnen van dergelijke publicaties
is genomen, en dat zij verschijnen'.
Toch ben ik zelf met de drie genoemde overzichten niet helemaal tevreden.
In de eerste plaats niet, omdat zo'n overzicht onvermijdelijk niet up to date blijft.
Dit betekent, dat het ieder jaar zal moeten worden aangevuld.
In de tweede plaats bedenke men, dat genoemde overzichten slechts een heel
klein gedeelte vormen van de vele tientallen onderwerpen, waarmede het bestuur
van een grote stad voortdurend heeft te maken. Om er enkele te noemen: zorg
voor bejaarden, brandweer, drinkwater, energievoorziening, financiën, gezond
heidszorg, jeugdzaken, kunst, luchtverontreiniging, marktwezen, onderwijs, open
bare werken, personeelszaken, parkeergelegenheden, politie, recreatie, sport, stads
ontwikkeling, streekplannen, stadsvuil, tram (of zelfs metro), verkeer, woning
bouw!
Zolang een gemeentebestuur geen overzichten bezit van al deze en dergelijke on
derwerpen, zijn de drie genoemde slechts drie druppels op een gloeiende plaat.
In de praktijk zullen raadsleden en gemeentebestuurders er slechts in zoverre iets
aan kunnen hebben, als zij toevallig iets willen weten juist over een van deze
drie onderwerpen. Welnu, dat is een kans van één op tien, twintig, ja nog minder!
Om in deze leemte te voorzien zou men veel meer dan één persoon met het sa
menstellen van dergelijke overzichten moeten belasten; eerst dan kan een rede
lijke hoeveelheid overzichten gereed worden gemaakt en up to date gehouden.
In de derde plaats ben ik mij gaan afvragen, of het principieel wel juist is dat
dergelijke overzichten die de bemoeiingen weergeven welke in de loop der
jaren zijn verricht door het bestuur van een gemeente worden samengesteld
door een ambtenaar van die gemeente.
Op het eerste gezicht lijkt de hem gegeven opdracht zo eenvoudig: schrijf een
overzicht over wat de gemeente in de loop der jaren omtrent een bepaald onder
werp heeft gedaan en wat daarover is gezegd en geschreven.
In de praktijk krijgt de schrijver dan, gerekend over een periode van tien of
twintig jaar, te maken met een grote hoeveelheid feiten, gebeurtenissen en opinies.
Vele daarvan blijken voor de gemeente gunstig te zijn geweest; andere handelin
gen daarentegen bleken minder succesvol en reeds spoedig stof te hebben opge
leverd voor kritiek.
Wat moet de gemeentelijke contemporaine geschiedschrijver daarvan nu opnemen?
In de genoemde drie overzichten is gestreefd naar een zo groot mogelijke volle-
[53]