Geluidsdocumentatie in Rotterdam C'est le ton qui fait la musique Kent u De Doelen in Rotterdam? U hebt er over gelezen in de krant en foto's gezien van de opening; misschien heeft u er al een concert beluisterd, het gebouw dus bekeken en waarschijnlijk bewonderd. Wij, in het gemeentearchief in Rotterdam, hebben behalve krantenberichten en foto's ook geluiden in en rond die Doelen. Geluiden die de bouw markeren: de eerste paal met speeches en muziek, het leggen van de eerste dakspant met zang van de Spaanse arbeiders, een proefconcert met publiek, de opening met speeches en het galaconcert; en een uiteenzetting van een der architecten over de bouw, over elf jaar passen en meten, artistiek en praktisch afwegen, over de acoustiek en de betekenis van de muziek voor de mens. De krant vatte deze toespraak sa men in twee zinnen; in het gemeentearchief kunt u hem hóren, in z'n geheel, op onnavolgbare wijze uitgesproken, bescheiden en toch indringend. Wij hebben De Doelen als voorbeeld genomen om u aan te tonen hoeveel van de bedrijvigheid en het karakter van de mens verloren gaat als men het geluid ver onachtzaamt. De verzameling geluid, of zoals we hier zeggen: het 'geluidsarchief', bestaat uit geluidsbanden en grammofoonplaten. Daar steeds het plaatselijk belang voorop staat worden alleen die platen gekocht, betrekking hebbende op Rotterdamse uitvoerenden, componisten of tekstschrijvers. Stelt u zich dus geen artistiek verantwoorde collectie voor; net als bij de banden geldt het uitgangspunt: van alles wat en zo gevarieerd mogelijk. Niet alleen het Rotterdams Philharmonisch Orkest of cabaretliedjes van Steije van Brandenberg en Marinus van Henegouwen, ook straatliedjes en harmonicaspelers uit de jaren 1910-1920 op 78-toerenplaten, aangekocht van de heer Sv. E. Veldhuijzen van het Haagse gemeentearchief, vindt u in de verzameling. Bij de aanschaf van nieu we platen wordt wel gelet op een zekere bekendheid, zodat u van de vele snel opkomende beat- en pop-orkestjes nog vergeefs een plaat bij ons zult zoeken. Verreweg de meeste geluiden liggen echter vast op geluidsbanden. In 1960 begonnen met het afscheid van de toenmalige gemeente-secretaris, omvat de verzameling op dit moment, juli 1966, 220 reportages met 53 in bestel ling en de stem van ruim 600 personen, waaronder die van 105 bekende Rotter- [46] dammers die wij speciaal verzochten iets over hun leven of belangstelling voor bepaalde problemen in onze stad te vertellen. Misschien zeggen deze getallen u niet veel; het gaat ook niet om getallen. Het gaat er om ons doel is die plaatselijke gebeurtenissen, stemmen, muziek en andere geluiden op de band vast te leggen, die van betekenis kunnen zijn voor komende geslachten. Stellig wordt bij het bepalen van de keuze de bekende wis sel op de onbekende toekomst getrokken; deze keuze moet dan ook met fantasie worden gedaan. Nu is het Rotterdam van de laatste jaren voor ons doel een dank bare stad; haar bewoners leggen op velerlei gebied thans de grondslagen voor die toekomst. Zo hebben wij o.a. in het archief het begin der Europoortwerkzaam heden in 1958 en de doorbaggering naar de Nieuwe Waterweg, uiteraard met speeches vol toekomstplannen, in 1960; raadsdebatten over de metro, het slaan van de eerste damwand in 1960, een uitleg van het werk aan de pers in 1961, de stand der vorderingen per november 1963. Maar ook de opening van de Lijnbaan, iets over het slechte drinkwater en hopelijk betere dank zij de nieuwe werken op de Berenplaat, over Erasmus, recreatie, toneel en beeldhouwwerken, het ambt van de waterschout, scheepvaart en scheepsbouw, het Korps Mariniers en het Zakkendragershuisje in Delfshaven, een mandoline-orkestje en iets over activitei ten van de jeugd; een bonte mengeling dus van mensen en feiten uit deze tijd die eens verleden tijd zal zijn, van geluiden die eens gestorven zullen zijn. Geput wordt uit de volgende bronnen: wat betreft officiële gebeurtenissen, hiervan verschijnt maandelijks een overzicht van het Bureau Voorlichting en Publiciteit van de gemeente. Wekelijks worden er persberichten uitgegeven en dagelijks gaan we de krant na. Is de keuze gemaakt, het contact gelegd en de toestemming verkregen, dan worden de opnamen ge maakt door onszelf of door de directeur van de Stichting Centrale Discotheek, de heer R. Maas. In geval van een bijzonder buitengebeuren wordt een enkele maal samengewerkt met een beroepsstudio. Verder hebben wij contact met particulieren, radio (van de N.R.U. werden vele copieën ontvangen van radiouitzendingen betref fende onze stad; incidenteel doen wij een beroep op de radio-verenigingen), het Instituut voor geschiedenis van de Rijksuniversiteit te Utrecht (met de heer drs. R. L. Schuursma is een overeenkomst gesloten tot onderlinge overname en uitwisse ling) en met de Nederlandse Vereniging van Geluidsjagers, sectie Rijnmond (de goede amateur legt zijn microfoon overal te luisteren en maakt dikwijls voortref felijke opnamen). Wat en hoe doen wij nu met al dit materiaal in het archief? Laten we eerst de technische, daarna de administratieve kant bespreken. Onze technische outillage bestaat thans uit: 2 bandrecorders (een REVOX D36 en een UHER 22 Special), een microfoon met vloerstatief, een stopwatch, een lasapparaat en een voorraad tape en diverse kleuren aanloopband; ter aanschaf fing staan nog op het programma een versterker en een luidspreker. Wij werken uniform op snelheid 19 volspoor en met het oog op veel heen en weer spoelen [47]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 27