de lasten en schulden van fugitiven enz. te Amsterdam in 1569 en de rekening van
de 2 impost op de uitvoer van Amsterdam naar Spanje 1552-1554.
In het kader van de nationale herdenking 1813-1963 organiseerde de dienst de
tentoonstelling '2x Amsterdam', welke van 25 maart tot 3 mei werd gehouden in het
Waaggebouw en waar in 125 tekeningen en prenten uit de historisch-topografische
atlas een vergelijkende wandeling door de stad van 1813 en van 1963 werd ge
toond. De tentoonstelling werd door 6203 personen bezocht, terwijl ca. 550 geïllu
streerde catalogi werden verkocht. Een geheel nieuwe opzet werd gegeven aan
de verzameling van niet-topografische afbeeldingen. Dit materiaal werd beschre
ven, geordend en ingedeeld in de navolgende hoofdrubrieken: gemeentediensten en
-bedrijven, justitie, defensie, verkeer en vervoer, handel en nijverheid, kerkelijk,
maatschappelijk en politiek leven, sport en spel, zeden en gewoonten, varia.
Krachtens zijn toezicht op de archieven van de gemeenteadministraties, -diensten
en -bedrijven bracht de gemeentearchivaris o.a. advies uit over de ten aanzien van
het archief van de opgeheven secretarieafdeling Levensmiddelen, Was- en schoon
maak-, bad- en zweminrichtingen te nemen maatregelen. Met inachtneming van de
daarvoor in het Besluit Post- en Archiefzaken gegeven regels werden aan archief
vernietigd: 75 m, 219 delen, 58 bundels, 1842 omslagen, 146 pakken, 1181 dozen
en 57829 stukken.
Het aantal afgelegde bezoeken bedroeg 5945 (v.j. 5199), het aantal ten behoeve
van gemeenteadministraties, -diensten en -bedrijven uitgeleende stukken 37436
(v.j. 89959). Deze sterke vermindering vindt haar verklaring in de grote daling van
het aantal aanvragen om stukken door de Gemeentelijke Sociale Dienst; ten ge
volge van de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet werden aan deze
Dienst slechts 19519 stukken uitgeleend (v.j. 73962). De aan de overige gemeente
instellingen uitgeleende stukken namen echter toe tot 17917 (v.j. 15977).
Delft. Het verslag over 1963 herinnert allereerst aan het op 1 augustus gevierde
25 jarig jubileum van de heer C. D. Goudappel1. Diens taak als hoofd van de
studiezaal wordt jaarlijks omvangrijker door het sterk vermeerderde aantal be
zoekers. De tijd van zijn assistent wordt voor een gedeelte in beslag genomen
door de talrijke aanvragen van de secretarie en van verschillende gemeentediensten.
Dat de archieven van diverse diensten zijn overgebracht deels tot en met 1938 en
deels zelfs nog verder, beschouwt collega Oosterbaan voor het gemeentearchief als
een nadeel, daar dit van zijn personeel vele werkzaamheden eist, die vroeger door
andere ambtenaren werden verricht. Daar een goed geoutilleerde archiefdienst
geen luxe is, doch een bedrijf dat zijn geld opbrengt, zal het Delftse gemeentebe
stuur wellicht te overtuigen zijn, dat het personeel van zijn archiefdienst moet
worden uitgebreid. Het zal dan niet nodig zijn de inventarisatie van het nieuw-
archief op de lange baan te schuiven. Naast zijn werkzaamheden van verschil
lende aard vond de archivaris toch nog tijd diverse historische studies te beginnen
of voort te zetten. Deze hadden vooral betrekking op de middeleeuwse historie
1 Ned. Archievenblad 1963, blz. 76.
[220]
van Delft. Ook ditmaal bleek hoe nodig het is tot de bronnen terug te gaan,
want meestal was over de aan de orde gestelde vraagstukken geen enkele studie te
raadplegen of bleek een reeds verschenen publicatie totaal onbetrouwbaar. Veel
aandacht werd besteed aan het optreden van de Sacramentariërs in Delft, die in
het begin van de 16e eeuw een afwijkende opvatting van de mis voorstonden, en
over wie bij tal van auteurs onnauwkeurige gegevens voorkomen. Met inven
tariseren en ficheren werd voortgegaan, zij het in verlangzaamd tempo door het
teruglopen van het aantal te werk gestelde hoofdarbeiders van 9 tot 5. Het
aantal bezoeken bedroeg 1871 (v.j. 1466). Deze vermeerdering met meer dan 400
in één jaar wordt geconstateerd als verheugend bewijs, dat, hoewel het eigentijdse
gebeuren zoveel aandacht opeist, velen de concentratie bezitten om zich in het
verleden te verdiepen.
Leiden. Met ingang van 1 januari 1966 werden bevorderd mr. W. Downer tot
referendaris en drs. B. N. Leverland tot hoofdcommies A.
Utrecht. Het verslag over 1964 wijdt uiteraard aandacht aan het met ingang van
31 augustus aan mr. J. W. C. van Campen verleende ontslag als archivaris wegens
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd2. Zijn fotografisch portret werd
evenals een foto van een aquarel van de Tolsteegpoort in het verslag opgenomen.
De viervoudige taak die de archiefdienst vervult, n.l. het beheer van archieven
en verzamelingen ttr informatie van gemeentebestuur, gemeentelijke diensten en
bedrijven, de bruikbaarmaking van dit bronnenmateriaal, het verstrekken van
mondelinge en schriftelijke inlichtingen aan in de stad Utrecht geïnteresseerden en
tenslotte de occasionele documentatie over de Domstad, kon op bevredigende wijze
geschieden met de beschikbare middelen. De plannen voor het nieuw te bouwen
gemeentelijk archiefgebouw werden verder voorbereid en het definitieve ontwerp
kon voltooid worden. Het toenemend gebruik van archief en verzamelingen en
de verstrekking van schriftelijke informate vormden een rem op de eigenlijke
werkzaamheden. Door een wijziging in de taakverdeling zal deze druk kunnen
worden verzwakt. Vele taken, zoals type- en eenvoudig bindwerk, werden door
de archiefambtenaren zelf verricht; de toestemming tot indienstneming van een
binder-restaurateur en een typiste betekent de mogelijkheid voor eerdergenoemde
functionarissen op meer geëigende wijze werkzaam te zijn. Klapperen van trans-
portregisters en reorganisatie van de historische atlas werden ter hand genomen,
gewerkt werd aan diverse kleinere archieven. Het totale aantal bezoekers om
vatte 540 personen, die tezamen 1515 (v.j. 1391) bezoeken brachten. Meer zeggend
dan deze getallen zijn de schriftelijk of mondeling gegeven inlichtingen over de
meest uiteenlopende onderwerpen, waarvan het verslag een gedetailleerde opgave
verstrekt.
Met ingang van 1 januari 1966 werd A. Graafhuis bevorderd tot hoofdcommies A.
2 Ned. Archievenblad 1964, blz. 112.
[221]