Op de algemene jaarvergadering van 20 februari 1964 trad mejuffrouw mr. A.
Versprille af als bestuurslid. Haar plaats werd ingenomen door mr. J. H. van den
Hoek Ostende. Nu ik toch zijn naam noem, wil ik tevens met waardering zijn
werkzaamheden voor het Archievenblad vermelden.
Op deze jaarvergadering sprak voor ons de heer M. J. Dreese, voorzitter van de
Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchivarissen over 'Problemen bij de ordening
van bedrijfsarchieven'. Het is jammer, dat de heer Dreese de tekst van zijn voor
dracht niet heeft ingezonden, zodat wij van de inhoud niet nader hebben kunnen
kennis nemen in ons Archievenblad.
De voorjaarsvergadering werd gehouden te Brielle, waar wij door de burgemees
ter gastvrij werden ontvangen en waar de veelzijdige archivaris-conservator-beiaar-
dier J. Klok ons het een en ander vertelde over het archief, dat helaas geen bewaar
plaats heeft in overeenstemming met zijn belangrijke inhoud. Was het tijdens ons
verblijf in Brielle aanvankelijk nog droog, de tocht naar de Deltawerken werd
bedorven door regen- en stormvlagen. Het gezelschap, onder enthousiaste leiding
van de heer Van Schie, liet zich evenwel niet afschrikken om alles tot het einde
toe te bezichtigen. In ons Archievenblad is een en ander uitvoeriger beschreven.
In verband met het Internationaal archiefcongres werden het afgelopen jaar geen
studiedagen gehouden. De Brabanders echter hadden aan dit congres niet genoeg.
Op 18 en 19 september werd te Bergen op Zoom de zesde Brabantse archivarissen-
dag gehouden, waar 57 archivarissen uit het oude hertogdom aan deel namen.
Onze Afdeling van wetenschappelijke archiefambtenaren in overheidsdienst kwam
in 1964 niet bijeen. Het bestuur onder leiding van de heer Don heeft echter niet
stil gezeten, zoals u hebt kunnen horen op de vergadering diet kort geleden, in
januari, in Zaandam is gehouden. Het ging bij de gevoerde acties niet alleen om
onze materiële belangen, maar ook om het aanzien van het archiefwezen in het
algemeen. Daarom was er ook nauw contact op dit punt met ons bestuur, dat in
de persoon van dr. Van Buijtenen vertegenwoordigd was in de deputatie die een
bezoek heeft gebracht aan het ministerie van O.K. en W., naar wij hopen, met
enig resultaat.
Twee oud-bestuursleden van onze vereniging bereikten de pensioengerechtigde
leeftijd en legden hun functie neer: mejuffrouw dr. G. H. Kurtz als gemeente
archivaris van Haarlem, mr. J. W. C. van Campen als gemeentearchivaris van
Utrecht. Zij werden opgevolgd door resp. drs. N. M. Japikse en dr. J. E. A. L.
Struick. Ook mr. T. J. Naudin ten Cate legde zijn functie neer; hij werd als archi
varis der Nederlandse Hervormde Kerk opgevolgd door dr. J. P. van Dooren. Tot
archivaris der gemeente Schiedam werd benoemd drs. G. van der Feyst, tot archi
varis der gemeente Zwolle drs. Th. de Vries. Tot archivaris van het nieuwe streek-
archivariaat Maassluis-Naaldwijk werd aangesteld de heer B. Ringeling. In Over
ijssel werd eveneens een streekarchivariaat opgericht, nl. de kring Oldenzaal. Daar
werd de heer L. J. Abelmann archivaris. Aan pater C. 1. B. Lindeman werd eervol
ontslag verleend als archivaris der Augustijnen in Nederland; in zijn plaats werd
benoemd pater A. K. A. de Meijer. In Zeeland werd de combinatie rijksarchivaris
inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven hersteld in de persoon van drs.
[4]
P. Scherft. Een nieuwe functie was die van mevrouw drs. E. Polak- de Booy, die
als chartermeester bij het Algemeen Rijksarchief werd aangesteld, gedetacheerd bij
het rijksarchief in Utrecht. Haar bemoeienis omvat de huis- en familiearchieven in
particulier bezit.
Tot chartermeester aan het gemeentearchief van Amsterdam werd benoemd
drs. Th. E. Jensma, tot adjunct-commies aan het gemeentearchief te Utrecht de
heer A. B. R. de Vries, aan het gemeentearchief te 's-Hertogenbosch de heer
F. J. J. van Rheden, aan het gemeentearchief te Breda kwam als adj. commies
le klasse de heer B. Dooremans. Commies A ter inspectie van Zuid-Holland werd
de heer J. H. Streefland. De heer G. Staderman, ambtenaar bij de inspectie van
Zeeland, tevens gemeentearchivaris van Goes, Hulst en Tolen, ging met pensioen.
Bij Bijzonder vermeldenswaard is de benoeming van drs. J. L. van der Gouw tot
docent in de paleografie aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam.
Koninklijke onderscheidingen ontvingen mr. B. van 't Hoff, mr. G. J. ter Kuile,
mejuffrouw M. W. Jurriaanse, dr. J. Woltring, mr. J. W. C. van Campen en mejuf
frouw dr. G. H. Kurtz. Dr. J. Taal werd door de paus onderscheiden met de orde
van St. Sylvester.
Mr. A. P. van Schilfgaarde herdacht op het huis Bergh zijn 40-jarig jubileum
als archivaris.
In het Museum Meermanno-Westreenianum werd een tentoonstelling gehouden
van een gedeelte der Collectie Fabri, de particuliere verzameling oude en kostbare
boeken van mr. dr. J. P. W. A. Smit, oud-rijksarchivaris in de prov. Noord-Brabant.
Als gewoonlijk organiseerde het gemeentearchief van Rotterdam weer tentoon
stellingen, zoals 'Rotterdam vanuit de lucht' en 'Oeververbindingen, veren, brug
gen, tunnels'. Amsterdam vergeleek 1813 met 1963 op een tentoonstelling 2x Am
sterdam en de archivaris van het streekarchivariaat Zuidwest Utrecht bracht in
Vreeswijk een tentoonstelling 'Vreeswijks verleden'.
Niet alle lezingen welke onze leden hebben gehouden wil ik hier vermelden, zelfs
al zouden ze mij bekend zijn. Toch wil ik de aandacht vestigen op de voordracht
van mr. J. H. de Vey Mestdagh op de Forumavond van de studiegroep departe
mentale archieven over 'Inventarisatie overgebrachte archieven volgens decimaal
stelsel geordend' en van mr. K. Schaap op de studiedag van de S.p.a. Voor deze
politiemannen sprak mr. Schaap over 'Moderne registratuut en nieuwe archiefwet'
(Overheidsdocumentatie februari 1965). Deze lezingen noem ik, omdat ze nuttig
zijn voor onze betrekkingen met de verzorgers van de lopende archieven. Om de
zelfde reden vermeld ik hier, dat de heer R. J. Jansen te Groningen slaagde voor
het diploma Archiefverzorging li van de S.O.D.
In de loop van 1964 traden 14 nieuwe leden toe tot onze vereniging, 5 bedankten,
terwijl wij 3 leden verloren door de dood: mejuffrouw A. W. J. Mulder, ons oud
bestuurslid, de heer F. C. van der Meer van Kuffeler en de heer H. J. M. van Rooy.
Op 31 december telden we 225 leden, terwijl zich reeds weer verschillende nieuwe
leden hebben aangemeld.
Ik moge eindigen met de wens, dat 1965 voor onze vereniging een goed jaar
mag zijn.
[5]