zicht van de rijksarchiefdienst zodanig te redigeren, dat duidelijk wordt gesteld,
dat dit geen betrekking zal hebben op de administratie van de post- en archief
zaken.
De subcommissie archiefmateriaal heeft na grondigeoverweging niet tot invoe
ring van een standaardfiche voor het fichedoorschrijfsysteem kunnen adviseren,
daar wegens de uiteenlopende aantallen door de verschillende administraties ge
vraagde doorslagen en de gevarieerde eisen aan de indeling gesteld van deze
standaardisatie geen financieel voordeel verwacht mag worden. Wel beveelt zij
aan om althans binnen de eigen organisatie naar normalisatie op dit punt te
streven. De permanente commissie heeft zich met deze conclusie kunnen ver
enigen.
Een naar aanleiding van een in de permanente commissie gestelde vraag bij de
ministeries gehouden enquête naar de formulieren voor koninklijke besluiten
toonde aan, dat die formulieren bij alle ministeries thans op kleine afwijkin
gen na eenvormig zijn.
De subcommissie microfotografie heeft rapport uitgebracht aan de permanente
commissie, die zich in het algemeen daarmee heeft kunnen verenigen. Ofschoon
het door de minister van binnenlandse zaken gevraagde advies in hoofdzaak de
technische uitvoering van de microfotografering betrof, zoals de keuze van het
materiaal, de formaten, de verkleiningsfactor, de gevolgen voor de administratie
en de toegankelijkheid, heeft bestudering van het vraagstuk tevens tot de over
tuiging geleid, dat alvorens tot microfotografering wordt overgegaan met het
doel om archiefruimte vrij te maken, de archieven eerst gezuiverd moeten wor
den. De oplossing van het vraagstuk van het ruimtegebrek voor archieven dient
dan ook in de eerste plaats te worden gezocht in een tijdige aanpak van de ver
nietiging. Voorts moeten vernietiging, zuivering en microfotografering hand in
hand gaan om de archieven op effciënte wijze in dezelfde gang met het streven
naar bezuiniging van archiefruimte rijp te maken voor overbrenging naar een
rijksarchiefbewaarplaats. Continuïteit in de werkzaamheden is daarbij nodig en
met een incidentele aanpak kan niet worden volstaan. De commissie heeft aan
de minister van binnenlandse zaken voorstellen gedaan over de wijze waarop
deze continuïteit het beste verkregen kan worden.
J. H. v. d. HO
Jaarverslag 1964 van de Algemene classificatiecommissie
voor de overheidsadministratie (ACCO)
Deze commissie, die tot taak heeft om voor de gehele overheidsadministratie te
komen tot een verantwoorde normalisatie op het gebied van de classificatie, her
dacht op 18 februari 1964 het feit, dat zij tien jaar geleden werd geïnstalleerd.
Zij is samengesteld uit leden, afkomstig uit rijks-, provinciale-, gemeentelijke en
waterschapsadministratie en uit de fédération internationale de documentation.
De behandeling van ontwerp-archiefcodes wordt voorbereid door werkgroepen,
waarvan er in 1964 zes werkzaam zijn geweest, t.w. voor economische zaken, fi
nanciën, volkshuisvesting en bouwnijverheid, bescherming bevolking, buitenlandse
[58]
zaken en sociale zaken en volksgezondheid. De commissie zelf kwam acht maal
bijeen.
Dat de vermeerdering van het technisch kunnen ook in deze kring problemen
schept blijkt uit de in het begin van het verslagjaar tot het N.I.D.E.R. gerichte
aanvrage om te bevorderen, dat in de UDC wordt opgenomen 351.815 'verkeer
en vervoer door de ruimte'. Dit is het meest aansprekende, maar niet het enige
probleem. In bestaande classificatieschema's moeten de nieuwe begrippen, voort
gekomen uit de verdieping van de wetenschappelijke kennis en het technisch
kunnen op passende wijze ingevoegd kunnen worden tussen de reeds aanwezige
begrippen. Wanneer invoegen niet goed mogelijk is, doordat op de juiste plaats
geen vrije notaties in de bestaande indeling voorkomen, is aanpassing van de ge
hele desbetreffende rubriek onvermijdelijk. Verandering kan geschieden door een
nieuwe uitwerking op te nemen op de bestaande rubrieknotatie of door een vrije,
aan de oorspronkelijke rubrieknotatie gelijkwaardige, notatie nieuw uit te wer
ken. Naast de begrippen, voortgebracht bij de verdieping van reeds aanwezige
kennis en kunde, staan die, welke voortvloeien uit de ontdekking van en het
onderzoek in geheel nieuwe gebieden van wetenschap. Volgens het op dat mo
ment geldende classificatieschema zal een dergelijk nieuw gebied een onderdeel
vormen van een groter geheel. Door echter dat nieuwe wetenschapsgebied als
uitgangspunt te kiezen voor verder onderzoek wordt het als het ware gelijkwaar
dig gemaakt aan het oorspronkelijk hogere gebied. Op dat ogenblik zal de onder
schikking in het classificatieschema als een achterstelling worden aangevoeld en
zal zich de drang tot het veranderen van de onderschikking in een nevenschik
king doen gelden.
Het jaarverslag eindigt met enige mededelingen over de binnen de maatschap
pelijke wetenschappen onder handhaving van de bestaande notaties in uitvoering
zijnde herziening van de UDC. Het registratuurbureau-VNG gaat de zevende
druk van de code archiefordening en documentatie voor overheidsadministratie
voorbereiden.
J. H. v. d. HO
Buitenlandse archivistische literatuur
The American Archivist 1963 afl. 1 begint met het 'Presidential addres van dr.
R.H. Bahmer tot de jaarvergadering van onze Amerikaanse vakgenoten op 1 ok
tober 1962, getiteld The Management of Archival Institutions, waarin, onder ver
melding van de op 1 januari 1962 tot stand gekomen reorganisatie van de Na
tional Archives, het probleem wordt aangeroerd van de academisch gevormde
archivaris, die bij het stijgen op de maatschappelijke ladder geconfronteerd wordt
met problemen van administratieve en bedrijfstechnische aard, die hem niet lig-
[59]