Conferentie inzake wetenschappelijke informatie Boekbespreking Naar aanleiding van het in Amerika verschenen rapport 'Weinberg' inzake weten schappelijke en technische informatie, heeft de Nederlandse Vereniging van Bi bliothecarissen op 12 en 13 maart jl. een studiebijeenkomst belegd in het Evert Kupersoord te Amersfoort. Deze conferentie, waaraan 60 personen (waar onder bibliothecarissen, documentalisten, vertegenwoordigers van overheid, in dustrie en wetenschap) hebben deelgenomen, was gewijd aan ons nationaal sys teem van kennisoverdracht. De vraag werd besproken op welke wijze een meer efficient gebruik gemaakt zou kunnen worden van de beschikbare documentaire informatie en wat zou moeten worden gedaan om het gehele bibliotheek- en documentatie-bestel tot verdere ontwikkeling te brengen, zodanig dat de in we tenschappelijke en technische literatuur beschikbare gegevens ter kennis komen van hen die daaraan voor wetenschappelijk onderzoek of beleidvoering behoefte hebben. De conferentie acht het van groot belang dat op nationaal niveau aan dacht wordt gegeven aan dit probleem en meent dat o.m. door middel van onder wijs en voorlichting en door de opleiding van informatie-deskundigen/literatuur- onderzoekers voorzieningen kunnen worden getroffen ter verbetering. De over weldigende vloed van literatuur vraagt om een verstandige beheersing en om een goed gestructureerd apparaat bezet door eerste rangs wetenschappelijke en tech nische werkers. Het in Amersfoort begonnen overleg zet tot verdere studie aan wil leiden tot een nationale concentratie op het probleem der wetenschappelijke communicatie in dienst van wetenschap, research en industriële ontwikkeling. Lexicon of archive terminologyElsevier lexica 6, Amsterdam-London-New York, 1964, 83 hlz., 12,50 De in 1948 onder auspiciën van de Unesco in het leven geroepen Internationale Archiefraad heeft zich onder meer ten doel gesteld de terminologie van het archiefwezen te normaliseren en equivalenten voor de verschillende begrippen vast te stellen in Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Nederlands, de talen waarin een belangrijke literatuur over de archivistiek bestaat. Tijdens het tweede internationale archiefcongres te Scheveningen in 1953 werd onder voorzitterschap [52] van mr. H. Hardenberg een comité international de terminologie archivistique ingesteld. Leden werden de heren M. Baudot en R. H. Bautier (Frankrijk), M. Bordonau (Spanje), A. Lombardo (Italië), H. Meinert en H. O. Meisner (Duits land) en P. Walne (Engeland. Gedurende het derde internationale archiefcon gres te Florence in 1956 werd besloten, dat in ieder der in het comité vertegen woordigde landen een lijst van de honderd meest gangbare archivistische termen met een verklaring van hun betekenis zou worden opgesteld. Aan de hand van deze lijsten kon het comité het lexicon samenstellen, dat ongeveer ten tijde van het Brusselse archief-congres van de pers kwam. Eerst worden behandeld de archiefstukken in het algemeen, naar hun uiterlijke vorm (al dan niet ingenaaid of gebonden), hun archivistisch aspect, hun ontwik kelingsstadium, hun inhoud en hun diplomatiek karakter. Vervolgens komen aan de beurt de opbouw der archieven met de daarbij toe te passen algemene orde ningsbeginselen; inventarissen en andere hulpmiddelen om de archieven toegan kelijk te maken; bewaring van archieven; beheer van archieven en tenslotte ge bruik en reproductie van archiefbescheiden. Alfabetische indices, verwijzende naar de 175 paragrafen waarin de stof is ingedeeld, besluiten het werk. De lezer zal ongetwijfeld reeds de overeenkomst zijn opgevallen met de volg orde van de 125 definities, die in de in 1962 verschenen Nederlandse archiefter minologie werden bijeengebracht. Dat nuttige boekje, waarvan het eerste ont werp in 1958 tijdens de studiedagen voor archiefambtenaren aan de kritiek der Nederlandse vakgenoten werd onderworpen', is immers, al hebben de samen stellers er bewust naar gestreefd hun werk ook onmiddellijk van nut te doen zijn voor het vaderlandse archiefwezen, ingevolge het in 1956 te Florence genomen besluit opgezet ten behoeve van het nu verschenen lexicon. Het Nederlandse comité had daarbij de eer, dat zijn nog onvoltooid ontwerp op de vergadering van het comité international te Wiesbaden op 19 en 23 mei 1958 als basis voor de verdere besprekingen werd geaccepteerd. De indeling van de lijst was min of meer vastgelegd door een besluit van het internationale comité. De Nederlanders hebben echter gemeend in de volgorde der rubrieken verandering te moeten bren gen. Hiervan werd het vooropstellen der typen van archiefbestanddelen algemeen aanvaard. Andere verschillen bleven bestaan. Systematische opbouw van een der gelijke termenreeks is niet goed mogelijk en de gebruiker wordt daarom geholpen door verwijzingen (bijv. bij afschriften, die ter sprake komen bij het ontwikke lingsstadium van het archiefstuk zowel als bij de door archiefbezoekers te ver krijgen reproducties) en alfabetische indices. De opzet der Elsevier lexica is er op gericht specialisten in boekjes van geringe omvang de internationale terminologie te verschaffen, die min of meer uitsluitend tot hun vakgebied behoort. Bij de archive terminology - die als zodanig dus niet speciaal voor deze serie werd geschreven is met name in de afdeling over de réproduction documentaire dit kader ruimschoots overschreden. Dia, lan taarnplaatje, vergroting enz. hebben precies dezelfde benaming of ze nu een ar- i Ned. Archievenblad 1958-1959, blz. 23-24. [53]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 30