Uit het begrotingsdebat van de Amsterdamse gemeenteraad 1 Openbare vergadering op dinsdag 16 maart 1965 (De heer Le Cavelier1')Er zijn in Amsterdam een archief en een statistisch bureau, die de Gemeente onderhoudt ten bate van het Rijk. Het Rijk betaalt er echter niets aan. Is het nodig, dat Amsterdam een eigen archief en statistisch bureau heeft? Rotterdam en 's-Gravenhage hebben er geen. De Voorzitter1 adviseert de heer Le Cavelier, de bepalingen van de Archiefwet na te lezen. Deze zal dan zien, dat het een wettelijke verplichting van de Ge meente is. De heer Le Cavelier meent, dat het archief niet zo uitgebreid behoeft te zijn als het nu is. (De Voorzitter:) De heer Le Cavelier heeft als zijn zienswijze naar voren ge bracht, dat Amsterdam zou kunnen volstaan met een aanzienlijk minder archief dan thans wordt aangehouden. Spreker wil erop wijzen, dat het Gemeentearchief van Amsterdam tot de kostbaarste archieven van geheel West-Europa behoort. Hiertoe heeft waarschijnlijk ook de omstandigheid bijgedragen, dat dit archief als één van de weinige nimmer door brand is geteisterd4. Burgemeester en Wet houders menen derhalve, dat het onjuist zou zijn, tot een inkrimping van de werk zaamheden van de Archiefdienst over te gaan. Naar sprekers mening kan men ook zaken als de opheffing van de Archiefdienst en van het Bureau van Statis tiek niet zo maar nauwelijks bij een begrotingsbehandeling ter sprake brengen, daar hieraan vele facetten zitten. Natuurlijk dient het Gemeentebestuur ervoor te zorgen, dat niet onnodig gelden worden uitgegeven, doch anderzijds moet geen afbreuk worden gedaan aan de mogelijkheden, de stad op een zo goed mogelijke wijze te besturen. Woensdag 17 maart 1965 (De heer Smits5:) Ten slotte wil spreker gaarne nog een enkele opmerking maken 1 Overgenomen uit het Gemeenteblad van Amsterdam, 1965. afd. 2 blz. 333, 368, 369, 398, 399, 406, 414 en 416, toegelicht met noten van de redactie. 2 R. Th. J. le Cavelier, voorzitter van de raadsfractie van de V.V.D. 3 Mr. G. van Hall, burgemeester van Amsterdam. De Archiefdienst ressorteert in Am sterdam onder de burgemeester. 4 Niet geheel juist: men denke aan de stadhuisbranden van 1421, 1452 en 1652. H. J. Ch. Smits, raadslid voor de K.V.P. en lid van de commissie van bijstand voor het Gemeentearchief. [44] over het Archief. In het afgelopen jaar heeft hij er reeds bij Burgemeester en Wethouders op aangedrongen, te bevorderen, dat de reeds in februari 1963 aan gekondigde rijksgoedkeuring voor de uitvoering van de zogenaamde tweede fase, de uitbreiding van de werkruimte, wordt afgegeven. Helaas wordt in de geleide- brief medegedeeld, dat deze goedkeuring thans nog niet is verkregen met het ge- volg, dat de archieven in het gebouw aan de Herenmarkt nog niet naar het nieuwe gebouw aan de Amsteldijk kunnen worden overgebracht. Destijds heeft spreker er voornamelijk op aangedrongen, van de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid gedaan te krijgen, dat de bouw kan worden voortgezet en niet alleen omdat het gebouw aan de Herenmarkt ongeschikt is om daarin de archie ven behoorlijk te bewaren, maar vooral, omdat het als werkruimte totaal onge schikt is. Spreker heeft begrip voor het standpunt van de Minister, namelijk dat de woningbouw primair moet worden gesteld. Het huisvestingsvraagstuk baart inderdaad de grootste zorgen. Na de behandeling van de Bouwnota en in de ver wachting, dat daarover een dezer dagen nog wel het nodige zal worden gezegd, behoeft hij daarop thans niet nader in te gaan. Zijn fractie betreurt het echter, dat de ambtenaren van het Archief nog steeds moeten blijven werken in een ruimte, die daartoe dermate ongeschikt is, dat zelfs het woord 'levensgevaarlijk' is gevallen. De Voorzitter heeft de Raad in dezen gerustgesteld en medegedeeld, dat de Dienst der Publieke Werken er wel voor zal zorgen, dat het gebouw niet in elkaar stort, maar de werkomstandigheden van de ambtenaren zijn toch van dien aard, dat zij niet overeenstemmen met het zoëven door spreker geschetste personeels beleid, dat het gehele Gemeentebestuur gaarne wenst. De reden, waarom hij dit onderwerp thans weer aanraakt, is echter niet alleen gelegen in zijn ontevreden heid over de werksituatie, maar is van meer verheugende aard. Een dezer dagen werd bekend, dat de Nederlans Hervormde Gemeente van Amsterdam haar archief, dat was opgeborgen in lokalen onder de Nieuwe Zijds Kapel, geheel heeft afgestaan'1 aan het Gemeentearchief. De geschiedenis van deze gemeente in Am sterdam is wel zo belangrijk, dat spreker geen moment aarzelt om te zeggen, dat het Gemeentearchief een belangrijke aanwinst rijker is geworden. Voor de Ge meente schept dit echter verplichtingen en zij zal ervoor dienen te zorgen, dat het archief goed bewaard en geordend wordt. Een geschikte ruimte daarvoor is dan ook hard nodig. Ook sprekers fractie is van oordeel, dat een eigen Gemeentear chief voor Amsterdam uiterst belangrijk is en dat de daaraan verbonden kosten alleszins verantwoord zijn. Gaarne zal zij vernemen, of het College haar zienswijze kan delen. De Voorzitter herinnert eraan, dat de heer Smits zijn ongerustheid heeft uitge sproken over het uitblijven van de bouwvergunning voor de uitbreiding van de werkruimte voor het archiefpersoneel. Het is bekend, dat de omstandigheden, waaronder het personeel in het gebouw aan de Herenmarkt moet werken, inder- 6 Lees: in bewaring gegeven. [45]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 26