teruggebracht tot het archief, waar uit het afkomstig is en in dat archief op zijn oorspronkelijke plaats'. Dit is de jongste formulering, welke het beginsel bij ons in de 'Nederlandse Ar chiefterminologie' (blz. 26 nr. 84) heeft gekregen. Elsevier's 'Lexicon of Archive terminology' (Amsterdam 1964, blz. 35 nr. 100), samengesteld in opdracht van de 'Conseil Internationale des Archives' door een internationale commissie onder voorzitterschap van mr. Hardenberg, geeft precies dezelfde formulering: 'Le prin cipe de provenance est le principe selon lequel chaque document doit être placé dans le fonds d'archives, dont il provient et dans ce fonds, a sa place d'origine'. Het beginsel bepaalt in deze formulering dus niet alléén tot welk archief een afzonderlijk bestanddeel behoort, maar ook op wélke plaats in dat archief. Het gaat daarin misschien zelfs iets verder dan Muller, toen deze in 1908 het her- komstbeginsel zijn naam gaf, en het daarbij als volgt omschreef: 'Het herkomstbe- ginsel is de methode van archiefregeling(-ordening), volgens welke elk stuk ge bracht tot het archief en tot de afdeling van het archief, waartoe het, toen het ar chief nog een levend organisme was, laatstelijk heeft behoord'. Toen Papritz het herkomstbeginsel in zijn vragenlijst omschreef, om daaraan de vraag te verbinden óf en in hoéverre dit beginsel in het land van de ondervraagde wordt aanvaard en toegepast, formuleerde hij het beginsel essentieel anders. 'Proveniënz-prinzip d.h. das Prinzip, dass das Schrifgut jeder eigenstandigen dokumentierenden Stelle oder Person im Archiv (d.w.z. in de archiefbewaar plaats), seiner Herkunft nach, gesondert als Archiv-fonds beisammen gelassen, oder wenn es nicht mehr beisammen ist, wieder vereint wird. Es wird als Archiv- bestand mit einer eigenen Bezeichnung aufgestellt und nicht mit Schriftgut anderer Herkunft vermischt'. Papritz heeft dus bewust alles, wat aan het beginsel een verdere strekking zou geven dan het behouden of zo nodig herstellen van de oorspronkelijke eenheid van dat archief, laten wegvallen; hij bedoelt met het Provenienz-prinzip op zijn vragenlijst niet meer dan: 'Grundsatz der Wahrung der Herkunftsgemeinschaft', zoals ook de Oost-Duitsers dit doen in hun 'Grundzüge einer deutschen Archiv- terminologie' (Meisner-Leesch, in 'Archiv-mitteilungen' Jahrg. X (1960), Lief. 4, S 138). In deze formulering beperkt zich de strekking van het herkomstbeginsel dus tot de uitwendige ordening van een archief (het vormt in de bewaarplaats een eigen, 'afzonderlijk geheel en mag niet met archiefbescheiden van andere herkomst worden vermengd), en heeft het niet de bedoeling de inwendige ordening van een archief te regelen (de ordening van de archiefbescheiden ten opzichte van elkaar in het archief, waartoe zij behoren). Papritz heeft aan zijn formulering van het 'Provenienz-prinzip' opzettelijk deze beperkte strekking gegeven; hij beschouwt deze beperkte strekking als de kern van het beginsel, die overblijft, wanneer alles wat er niet uit zijn aard onafscheidelijk mee is verbonden, daarvan is losgemaakt. Zodoende was de mogelijkheid gegeven, schrijft Papritz zelf (p. 3) dat alle ant woorden op zijn vragenlijst betreffende het herkomstbeginsel zich, met handhaving van alle nationale 'Kombinationen und Varianten zurn 'Provenienz-prinzip beken nen konten'. Dat hebben inderdaad alle berichtgevers gedaan; het beginsel is in [14] genoemde formulering door niemand afgewezen. In zoverre is een uitzonderlijke internationale eenstemmigheid bereikt. Misschien krijgt U neiging te juichen! maar dit zou voorbarig zijn. Er blijven nog genoeg problemen over, ook omtrent dit beperkte herkomstbeginsel. Nadat Papritz de juist omschreven eenstemmigheid heeft vastgesteld, gaat hij onmiddellijk verder: 'Eine unbedingte Durchfiihrung mit allen sich daraus erge- benden Konsequenzen wird kaum noch gefordert'; deze uitspraak zal bevestigd worden, wanneer straks de zogenaamde 'Mischfonds' of Mischbestande' ('ge mengde archieven, wij hebben er voorzover ik weet geen nederlands woord voor) ter sprake komen. De beperkingen, welke men aan de strekking van het beknotte Provenienz- prinzip, ondanks de principiële aanvaarding ervan, volgens de ingekomen ant woorden wil opleggen in de praktijk zijn volgens Papritz talrijk en gevarieerd; zij brengen hem tot de volgende beschouwing. Ondanks de uiterst belangrijke, principiële en dus zeer verstrekkende betekenis van het herkomstbeginsel, het 'respect des fonds' is dit beginsel géén dogma. Het kan slechts in zoverre gelding opeisen, als de gronden, de argumenten die er voor Belangstelling van drie Rotterdamse burgemeesters. Op 26 april 1966 opende oud-burgemeester mr. P. J. Oud in het Rotterdamse Gemeentearchief de tentoonstelling 'Rotterdam 1940-1945'. Hierbij waren aanwe zig burgemeester WThomassen en oud-burgemeester mr. G. E. van Walsum.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 11