naris van Holand werd op de dag van de moord op Johan de Witt, de bekendste
is). Dit familie-archief is, na dat van de Oranjes, het uitgebreidste, dat wij in
Nederland kennen.
Maar den 1 januari 1947 zal hij de waarnemend archivaris van de N.H.K. prof.
dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, die dan verder de toegewijde en stimulerende
voorzitter zal zijn van de commissie voor de archieven, opvolgen.
De vraag komt dan: Hoe hebt u het archiefwerk voor de kerk ervaren? Ant
woord: De moeilijkheid is, dat de kerk er vooral vroeger nooit veel voor over
heeft gehad. Het is een moeizaam werk belangstelling te wekken.
Een belangrijke verbetering mocht echter geconstateerd worden, nadat de kerk
orde 1951 de supervisie over de archieven stelde onder het generale college van
toezicht. En dit schakelt uiteraard de archivaris en zijn staf in.
Op Javastraat 100, in de synodale kluis, bevinden zich waardevolle archieven.
Uiteraard die van de synoden. Men kan er de Handelingen van de synoden van
Wezel (1568) en Emden (1571) vinden. Ook het archief van de kerkprovincie
Zuid-Holland is er én van de classis 's-Gravenhage, uitermate belangrijk voor
historici. Er komen bezoekers, bestudeerders en de archivaris staat ze bij.
Verder: de archivaris geeft adviezen over het ordenen en inrichten van de ar
chieven. Nieuwe gemeenten moeten er, als het goed is, direct mee beginnen.
Over het algemeen zijn de archieven van de grotere gemeenten wel in orde. De
kleine gemeenten hebben er vanouds het meeste moeite mee. Begrijpelijk: archief-
onderhoud vraagt aandacht en geld. Het komt vaak op één man neer, veelal op de
predikant. Heeft hij er gevoel voor? In de hele opleiding komt geen enkel
uur voor, waarop hij bij de techniek van het archivariaat bepaald wordt. Mr. Ten
Cate vindt, dat wellicht het seminariumverblijf daarvoor ruimte biedt. Persoonlijk
weet ik, iets van de praktijk van het seminarium kennende, dat nog niet. Mis
schien zou een eenvoudig, goed geredigeerd driemaandelijks periodiek, waarin
aardige vondsten vermeld worden en de noodzaak van een goed archief door voor
beelden steeds weer duidelijk gemaakt wordt, nuttiger zijn. Een spreker één uur
in een periode, waarin je veel meer vooruit dan in het verleden denkt, kan moeilijk
hetzelfde effect hebben, als een steeds weer op verschillende wijze herhaalde aan
moediging voor dit punt aandacht te hebben.
Tot de werkzaamheden van de archivaris behoort ook het toezicht op de ar
chieven. Over het algemeen, zo kon mr. Ten Cate zeggen, zijn de classikale ar
chieven (uiteraard van de oude classes) niet alleen goed geordend, maar ook heel
belangrijk. Ze zijn vaak een goudmijn voor wie de historie wil kennen. Soms zijn
ze ook een goudmijn en dan in de letterlijke zin voor wie de financiële ver
plichtingen van de overheid wil nagaan. Door archiefstudie kon bv. wel eens een
waterschapsverplichting tot betaling van pastoralia bewezen worden.
Wil men een belangrijk archief, dan ga men naar dat van de classis Amsterdam.
Daar zal men de rapporten vinden van de eerste predikanten van Nieuw Am
sterdam, het latere New York. O.a. daar, zijn ook de archieven van de correspon
dentie met de predikanten in de landen van de Oost-Indische Compagnie. In dat
van de classis Walcheren (nu Middelburg) zal men veel kunnen lezen over de re-
t HO]
latie van de hervormde kerk met de hervormde gemeenten, die langs het Engelse
kanaal hebben bestaan, zowel in Engeland als in Frankrijk. Somt komt men voor
vrrassingen te staan. Zo heeft men in het archief van de classis Alkmaar belang
rijke oude muziekboeken gevonden, van grote waarde voor de kerk-musicologen.
In vrijwel alle kerkelijke archieven bevinden zich belangrijke bewijsstukken van
diverse aard.
Het is natuurlijk onmogelijk en ook niet goed, alle archieven op één punt samen
te brengen. Daarom zal bij de inspectie van de bestaande archieven gelet worden
niet alleen op de toestand, waarin zich het archief van kerkeraad of kerkvoogdij
bevindt, maar ook op de ruimten, waarin zij zich bevinden.
Sinds 1947 zijn onder leiding van mr. Naudin ten Cate 700 archieven geïnspec
teerd en is van 125 archieven de inventarisatie voltooid. Dat is natuurlijk geen
eenmanswerk. Veel hulp heeft hij gehad van jhr. dr. B. M. de Jonge van Ellemeet,
de vroegere secretaris van de commissie voor de archieven en in toenemende mate
van archivarissen, die bereid waren in hun eigen streek een hand te helpen. En
natuurlijk mag bij dat alles niet vergeten worden de boekbinder, H. J. Middel
plaats, die meer dan 40 jaar met grote kunden en toewijding de vele reparaties
verricht heeft.
In 1960 kwam het overzicht van alle archieven van de hervormde kerk in het
noordelijk en oostelijk deel van ons land in druk gereed. Voor andere delen van
het land is zulk een uitgave nu in voorbereiding. Men weet natuurlijk heel goed,
dat zulke uitgaven duur moeten zijn. Géén uitgever maakt er een pocket-uitgave
van! Maar ze zijn erg nodig.
Ziehier het werk, waaraan mr. Naudin ten Cate ruim 17 jaar, tot zijn pensione
ring, zich gewijd heeft. En niet alleen daaraan. De afgetreden archivaris was van
1958 tot 1964 eveneens archivaris van de hervormde gemeente te 's-Gravenhage.
In zijn jaarverslag 1962 is te vinden, dat de archieven van 34 gemeenten onder
zocht zijn. Kort, maar veelbetekenend en met naam en toenaam staan daar de
kwalificaties van deze archieven. In zeven was de toestand van het archief goed;
in negen redelijk; in 15 ordeloos; in vier ordeloos èn verwaarloosd en in tien in
compleet. Drie instanties hebben zich van iedere medewerking onthouden of die
geweigerd, hebben noch op brieven geantwoord, noch de archivaris of zijn ver
tegenwoordiger persoonlijk willen ontvangen.
Zoiets in alle nuchterheid te lezen geeft een gevoel van dankbaarheid voor de
mensen, die dit werk willen doen. Mr. Naudin ten Cate moge weten, dat voor de
waarde van dit werk kennelijk meer oog komt dan in het verleden wel eens het
geval was.
Ds. L. H. Ruitenberg
Uit: Woord en dienst, 7 november 1964.
[111