Berichten Gemeente- en waterschapsarchieven Maastricht. De verwachting, uitgesproken in het verslag over 1962 aangaande een verbetering van de brandbeveiliging van het magazijn, ging in 1963 in vervul ling. Een volkomen afdoende verbetering is echter uitsluitend te verwachten van de bouw van een nieuw magazijn volgens de geldende voorschriften. Ook de mate riële verzorging en de frequentie van het gebruik der stukken zouden bij een nieuwe bewaarplaats gebaat zijn. De 50 banden van het oud archief tot 1795, die nog gerestaureerd moesten worden, kwamen in 1963 gereed, zodat, daar het z.g. Frans archief (1795-1814) reeds gerestaureerd was, thans alle bestanddelen van vóór 1815 in prima staat zijn. Het ligt in de bedoeling om in 1964 met de restau ratie van het modern archief (tot ca. 1900) te beginnen. De aanwinsten beston den uit enige 20ste eeuwse archieven, o.a. van de commissie van de Victor de Stuersherdenking in 1950 en van de oprichting van het monument voor Fons Olterdissen in 1958. Bij de handschriften werd een devotieboek verworven, dat is ontstaan in het scriptorium van het Maastrichtse Begaardenklooster, waar het omstreeks 1475 werd geschreven door de kopiist van het enig bewaarde manu script van Veldeke's Sint Servaaslegende. -De archivaris inspecteerde de ar chieven van een aantal gemeentelijke diensten, bedrijven en instellingen. Ongeveer 200 m merendeels moderne archieven werden naar de hulpbewaar plaats in het stadhuis overgebracht. Geïnventariseerd werden een aantal kleine archieven van verenigingen en stichtingen. De grote belangstelling, welke uitging naar de geschiedenis van de stad in de periode 1794 tot 1814 gaf aanleiding tot het besteden van speciale aandacht aan he zg. Frans archief. Bij het raad plegen van deze stukken kwam aan het licht, dat de bestaande inventaris niet alleen te weinig in details afdaalt en afwijkt van de thans geldende regels, doch dat zij bovendien onvolledig is en op meerdere plaatsen foutief. In 1963 werd derhalve een begin gemaakt met de volledige herordening en herinventarisatie van de archie ven uit de Franse tijd, t.w. die van de Municipale Commissaris, het Gemeentebe stuur en de openbare liefdadigheidsinstellingen. Het bleek nodig daarbij ook het administratief archief van vóór 1795 en na 1813 alsmede de archieven der gast huizen en armentafelen te betrekken om na te gaan of daarbij vroeger geen losse stukken zijn ondergebracht, die tot het Frans archief behoorden, en omgekeerd. Reeds werden de administratieve archieven uit de Franse tijd geschift en werd voor het grootste deel daarvan een nieuwe, voorlopige beschrijving op fiches ge maakt. Begonnen werd met de schifting en de voorlopige inventarisatie van de archieven der instellingen voor openbare onderstand in de bedoelde periode. Terwijl onder leiding van prof. dr. W. Jappe Alberts het tweede deel van de middel- [138] eeuwse raadsverdragen van Maastricht (1390-1428) reeds in bewerking is, werd de transcriptie van het eerste register (1379-1390) in het Instituut voor Geschiede nis van de Rijksuniversiteit te Utrecht gecorrigeerd en overgetypt. Op het Maas trichtse archief zal de tekst nogmaals worden gecollationneerd en vervolgens van annotaties voorzien. Het gemeenschappelijk bezoekersregister van Stadsarchief en Bibliotheek telde 10.275 handtekeningen (v.j. 9.004). Streekarchivariaat Maassluis-Naaldwijk. In de Nederlandse Staatscourant van donderdag 24 december 1964, no. 251, is gepubliceerd een gemeenschappelijke regeling tot instandhouding van een archivariaat van de gemeenten Maassluis en Naaldwijk. Tot archivaris is benoemd de heer B. Ringeling te Naaldwijk. Streekarchief Zuidwest Utrecht. Te Vreeswijk is een tentoonstelling gehouden 'Vreeswijks verleden', door het streekarchivariaat Zuidwest Utrecht, die door 1800 bezoekers werd bezocht en aanleiding was tot een foto- en tekenwedstrijd. Buitenlandse archieven Staatsarchiv Basel-Stadt. Blijkens het Jahresbericht 1963 is er in dat jaar veel be langrijks met dit archief gebeurd op bouwtechnisch, administratief en wetenschap pelijk gebied. Aan restauratie van archivalia, verfilming ten behoeve van schaduw- archieven en het verwerven van reproducties van Baseier archiefstukken, die elders berusten, kon door verhoging van de daarvoor beschikbare credieten meer aan dacht besteed worden. Toen einde 1962 de nieuwe archiefbewaarplaats gereed kwam, waren de voorbereidingen voor de uitbreiding van het dienstgebouw reeds in volle gang. Meer ruimte was hier een gebiedende noodzaak, daar de accommo datie van rond 1900 was afgestemd op 2 ambtenaren en per jaar 800 bezoekers, welke aantallen nu zijn 10 (ongerekend de studenten en vrijwillige medewerkers) en rond 7200. Bibliotheek, prentenverzameling, kaartenkamer en zegelcollectie hebben ook dringend ruimte nodig, vooral nu het dank zij de steun van een aantal industrieën mogelijk geworden is de bibliotheek aanzienlijk uit te breiden. Het wetenschappelijk personeel werd tegelijkertijd met 2 personen uitgebreid. Als belangrijkste mededeling uit het verslag noteren we evenwel, dat in 1963 de ordening en opstelling van de archieven volgens het herkomstbeginsel gereed kwam. Het Baseier archief, waarvan de oudste stukken dateren uit de 12de eeuw, werd van de 15de tot de 19de eeuw door de archivarissen steeds weer op andere wijzen geordend en geinventariseerd: volgens de localiteiten en de stellingen of volgens onderwerpen of personen. Staatsarchivaris Rudolf Wackernagel, die van 1878 tot 1917 aan het hoofd van het Baseier archief stond, ordende alle aan hem toevertrouwde stukken naar de onderwerpen, waarop zij betrekking hebben, als één geheel, dat in het Repertorium des Staatsarchivs zu Basel in 1904 werd ge publiceerd. Sinds lang voldeed het aldus toegepaste pertinentiebeginsel in de prak tijk niet en het besef, dat bij deze willekeurige indeling de historisch bepaalde eigen structuur van de archieven niet tot haar recht kwam, leidde ertoe de stukken terug [139]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 22