rijksarchivaris er op, dat de archivaris niet in de eerste plaats een schrijver moet zijn, maar wel een inventarisator, niet louter voor de behoeften der administratie, maar ook en vooral voor de wetenschap. Hij noemde als voorbeeld het eerste auto ongeluk in Antwerpen in 1905, dat in het justitiële archief werd opgespoord. Wordt geen vieil archiviste, zo besloot prof. Sabbe, wel archiviste vieux. 's Middags volgde onder voorzitterschap van de heren H. Altman uit Warschau en F. Biljan uit Belgrado de voltallige werkvergadering over moderne methoden van archiefordening n.a.v. de rapporten van dr. J. Papritz (Marburg) en dr. A. Szedo (Boedapest).4 Vijftien sprekers droegen hun 'interventions' voor, waarvan de tekst in Archivum zal worden opgenomen. Zij waren over het algemeen meer van aanvullende dan van aanvallende aard. Zo wees R. Favreau (Parijs) op de archivisten, die als missionaires op ministeries werken om daar de vorming der archieven in goede banen te leiden en de samenwerking tussen beide takken van dienst te bevorderen, waartoe ook bureaux d'organisation en dépots intermédiaires werden ingesteld. Mr. Hardenberg gaf een nadere uiteenzetting van het standpunt der Nederlandse theoretici over organisme en structuur. Mr. Ribberink pleitte voor een behandeling van archiefbestanddelen naar hun eigen aard en brak de staf over uniforme systemen, die wellicht voldoen voor bibliotheken, maar bij archieven niet passen. Een kritisch geluid liet dr. Bein uit Jeruzalem horen, die meende, dat een lang van te voren begonnen systematisch onderzoek meer had kunnen op leveren, dan de betrekkelijk kort voor het begin van het congres rondgezonden questionnaires. Ook wees hij er op, dat in Israël de archivaris invloed heeft op de archiefvorming bij de administratie, waarvan hij zich meer een onderdeel voelt dan van de wetenschappelijke kring der universiteit. Een tegenstelling, voor ons vak reëler dan die tussen oost en west, kwam naar voren toen een der Duitse sprekers 'ein gutes Wort für die reine Archivistik' uitsprak, waarna een Fransman uitriep: 'l'archiviste est avant tout un practicien'. Om tegen zessen sprak voor een veel minder bezette zaal Pierre Durye, conser- vateur aux Archives Nationales te Parijs, over Matériel d'archives. Hij behandel de enige vraagstukken in verband met de in de archiefdepots te gebruiken stel lingen en hun plaatsing. Daarbij wees hij op de voordelen van verplaatsbare stel lingen met electrische of hand-bediening. Te Parijs gebruikt men met de hand te verrollen stellingen, geleverd door de Forges de Strasbourg voor 60 Franse francs per meter. Woensdagavond werden de congressisten door het gemeentebestuur van Brussel en de president van de Forges de Strasbourg op het stadhuis ontvangen. Waren er bij vorige archiefcongressen herauten ter opluistering, hier stonden op de trap 18de eeuwse lakeien met vijfarmige kandelaars met groene kaarsen de bezoekers op te wachten. Nadat men zich aan de rijk voorziene buffetten had gelaafd, ston den er charmante hostesses gereed om degenen die dat wensten, de prachtige zalen 1 Door het secretariaat van het congres werd ter zitting nog uitgereikt een rapport over Modern methods of arrangement of archives in the United States, dat een korte ontwikkelingsgeschiedenis van het Amerikaanse archiefwezen bevat. Het motto boven dit opstel staat op blz. 21 van het rapport. [118] De muziekuitvoering tijdens de ontvangst van de deelnemers aan het congres in het stadhuis te Brussel en kamers van het stadhuis te laten zien. De interieurs achter de gotische gevel zijn na het bombardement van 1695 tot stand gekomen in een rijke variatie van Lo- dewijkstijlen. Onze rondleidster sprak Nederlands als hoofdtaal, aangevuld met Frans voor de anderstaligen in ons groepje, en legde daarmee eenzelfde tweetalig heid aan de dag als de straatnaambordjes en andere openbare opschriften in de stad, waar aanplakbiljetten 'Stop la Flamandisation de Bruxelles!' en de weinige antwoorden, die men er in het Nederlands (zelfs van Vlamingen) krijgt, de moei lijkheden bij het handhaven van onze taal bitter duidelijk maken. De ontvangst op het stadhuis werd besloten met een uitvoering van renaissance- en barokmuziek door het gezelschap Hortus Musicus in een hal, waarvan de wanden beschilderd zijn met de wapens der landsheren en de emblemen der gilden en waar borstbeel den staan van 'Albert roi chevalier' en 'Elisabeth reine d'Yser'. 119]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 12