De deelnemerslijst bevat de namen van 592 congressisten uit 47 landen. De Franse groep van 140 personen was de grootste, daarna kwamen West-Duitsland met 80 en België met 72 deelnemers. Voor Nederland waren 58 personen inge schreven, waaronder de heer F. Flinrichs, hoofd van de onderafdeling Archief wezen en Geschiedenis van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. Engeland met 49, Spanje met 34 en Italië met 25 deelnemers behoor den ook nog tot de landen, die een grote afvaardiging gezonden hadden.' Van de deelnemers uit jonge landen noemen we het zestal uit Israël en de enkelingen uit Congo, Ghana, Syrië, Libanon, Jamaica en Maleisië. De zes ingeschreven archivarissen uit Oost-Duitsland waren niet gekomen, waar over zij blijkens het door de Belgische algemene rijksarchivaris en voorzitter van het organiserend comité, prof. E. Sabbe, in de openingszitting voorgelezen tele gram hun spijt betuigden.2 In de plenaire middagvergadering kwam dr. Below van de op de deelnemerslijst niet vermelde Russische delegatie hier nog op terug, in het Russisch, dat door een tweede Rus alinea voor alinea in het Frans werd ver taald. Prof. Sabbe gaf daarop een geëmotioneerde uiteenzetting: de Oost-Duitsers wilden geen visum aanvragen bij de intergeallieerde autoriteiten in West-Berlijn, maar verlangden dat te kunnen doen bij een Belgische diplomatieke vertegen woordiger in eigen land, en zulks mogelijk te maken lag nu juist geheel buiten de competentie van de Belgische algemene rijksarchivaris. Dit incident verwekte levendige reacties in de zaal en deed denken aan de te Stockholm aan het licht getreden tegenstelling tussen oost en west naar aanleiding van de uitdrukkingen 'ijzeren gordijn' en 'kapitalistische landen'.3 In de openingszitting, woensdagmorgen 2 september onder voorzitterschap van de president van de Internationale Archiefraad, de Zweedse algemene rijksarchi varis I. Andersson, werd het woord gevoerd door Z.Exc. H. Janne, Minister van Nationale Opvoeding en Cultuur van België en werd een boodschap voorgelezen van de directeur-generaal van de Unesco. Prof. Sabbe hield tenslotte een rede, waarin hij herinnerde aan het in 1910 te Brussel gehouden archief- en bibliotheek congres, waarbij voor Nederland de befaamde mr. S. Muller Fzn. aanwezig was. Overgaande tot een beschouwing van 'l'archiviste dans la litérature et dans la ré- alité' vroeg spreker zich af, of de door Alphonse Daudet, Anatole France, E. T. A. Hoffmann en Ibsen geschilderde figuur van Piet Perkament niet eer kenmerkend is voor de verstrooide geleerde in het algemeen dan juist voor de archivaris in het bijzonder. Prof. Sabbe herinnerde aan de opvallende Brusselse archivaris baron Van Zuylen van Nyevelt, die te paard naar zijn bureau ging. Komende tot de 'réalité' van inventariseren van archieven en verzamelen van documentatie ten einde de gegevens ter beschikking te kunnen stellen wees de Belgische algemene 1 Bij deze aantallen zijn de vergezellende dames niet inbegrepen. 2 Onder de talrijke brochures van toeristische en archivalische aard, die de congres sisten werden aangeboden, was de Staatliche Archivverwaltung der Deutschen Demo- kratischen Republik vertegenwoordigd met de keurig gedrukte en gebonden Ordnungs- und Verzeichnungsgrundsatze für die Staatlichen Archive der D.D.R. 3 Dr. W. J. van Hoboken in Ned. Archievenblad 1960, blz. 125. [117] Mevr. en dr. D. P. Oosterbaan ten stadhuize te Brussel na de receptie

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 11