is dat het geval met de ambtelijke bezetting en de technische apparatuur. De vaste ambtelijke bezetting bestaat uit de archivaris, de chartermeester en drie middelbare archiefambtenaren. Voor een archief van de omvang en betekenis van het Utrecht se is dit een vrij povere bezetting. Het gemeente-archief van Amsterdam heeft 32 personeelsleden, Rotterdam 19, s-Gravenhage 16®. Bij de steeds toenemende be langstelling van het publiek, de uitbreiding der verzamelingen, de noodzakelijk heid beschrijvingswerkzaamheden te entameren, die noodgedwongen grotendeels blijven liggen, het toezicht op het beheer van de archieven van de diensten en be drijven, dat de nieuwe archiefwet op de schouders van de archivaris gaat leggen, is het wel duidelijk, dat uitbreiding van het personeel dringend gewenst is. In 1953 zegde het rijk de gemeente met een termijn van zes jaar de huur op van het per ceel Drift 27, waarin het gemeentearchief gevestigd is. Aanvankelijk was het de bedoeling, dat het rijksarchief het gehele gebouw in gebruik zou nemen en het gemeentearchief voor een nieuw gebouw elders te zorgen zou hebben. Toen geen geschikte plaats gevonden werd men dacht aanvankelijk uitsluitend aan de bin nenstad werd de huur tot 31 december 1962 verlengd. Inmiddels was bij het rijk de gedachte gegroeid het gehele complex aan de Drift voor andere doeleinden be schikbaar te stellen en een nieuwe rijksarchiefbewaarplaats te stichten. Daardoor ontstond de mogelijkheid, rijks- en gemeentearchief in min of meer nauw verband bijeen te houden en ontwikkelden zich geleidelijk plannen voor een gecombineerd, maar toch van elkaar gescheiden gemeentelijk en rijksarchiefgebouw op een ge deelte van een terrein aan de Alexander Numankade, hoek Hengeveldstraat, tot dan toe in gebruik bij de diergeneeskundige faculteit van de Universiteit. Men zal aan de gedachte moeten wennen beide archieven in de toekomst niet meer aan te treffen in de nabijheid van de universiteitsbibliotheek en een aantal instituten. Onder het hoofd: 'Voortgang der werkzaaamheden' wijst de Utrechtse gemeente archivaris er op, dat het haast een wonder mag heten, dat, ondanks de vele hulp die hij en zijn medewerkers aan bezoekers bij hun onderzoekingen verleenden, nog tijd en gelegenheid overbleven om ten minste iets te doen, dat onder het met dit hoofd aangeduide begrip vallen kan. Alsof voorlichting en beantwoording van brieven geen werkzaamheden zouden zijn! Het is eigenlijk de verkeerde wereld, dat bezoekers en correspondenten feitelijk het tempo bepalen, waarin het belang rijker werk voortgang kan vinden. Zeer veel klapperwerk aan transport- en plecht- registers en notariële protocollen moet nog verricht worden om deze bruikbaar te maken voor wetenschappelijk en populair onderzoek. Een voorlopige inventaris werd gemaakt van het archief der Waals-gereformeerde gemeente, dat in bewaring is genomen zolang de restauratie van de Pieterskerk zal duren. Ook werd geïnven tariseerd het archief van de Muzikale Kring (1893-1939). Bij de voorbereiding van veel wetenschappelijke publicaties, herdenkingen en tentoonstellingen was het 1 Over deze vier steden sla men nog eens de noot na op blz. 95 van Ned. Archievenblad 1958-1959. Utrecht komt qua inhoud van het archief niet op de vierde, maar op de tweede plaats. De vergelijking van de personeelssterkten is niet geheel juist, daar te Utrecht alleen wetenschappelijke ambtenaren zijn geteld, in de andere plaatsen ook binders, amanuenses en concierge. [172] gemeentearchief betrokken. Van de laatste dient speciaal genoemd '400 jaar Utrecht', van 27 september tot 19 november in het Centraal Museum gehouden door de verenigng 'Oud-Utrecht' bij haar 40-jarig bestaan. Zij bestond uit een kleine honderd tekeningen en prenten van stadsgezichten en gebouwen uit de to pografische atlas van de dienst. Een foto van een gedeelte der tentoonstelling is in het verslag opgenomen. Het aantal bezoekers bedroeg 8317, wat wijst op een wel zeer veranderde instelling bij het publiek vergeleken bij een kwart eeuw geleden, toen 'Oud-Utrecht' met dergelijke tentoonstellingen ophield wegens gebrek aan belangstelling. Als uitermate nuttige bijlage is aan het verslag een overzicht van de inhoud van het gemeentearchief toegevoegd. Vlciardingen. De voornaamste werkzaamheden van de archivaris en zijn mede werkers waren in 1963 het mondeling en schriftelijk geven van inlichtingen en ad viezen aan gemeentelijke instanties en particulieren. Aan een aantal indices werd verder gewerkt. Enige overgenomen archieffragmenten werden in supplement inventarissen beschreven. De leeszaal werd bezocht door 153 bezoekers (v.j. 106), die 512 (v.j. 356) bezoeken brachten. Buitenlandse archieven Over een tweetal Franse departementale archieven, die voor de stellingen in hun bewaarplaatsen gebruik maken van door de Forges de Strasbourg ontwikkelde systemen, ontvingen de deelnemers aan het Brusselse Archiefcongres brochures. De Archives de la Cöte d'Or te Dijon zijn sedert 1833 gevestigd in het oude stadhuis, dat oorspronkelijk het huis was van de Bourgondische kanselier Rolin. In 1500 werd het door de stedelijke overheid in gebruik genomen, die het rond 1700 liet verbouwen. Mozart speelde clavecimbel in de zaal met het prachtige stuc- plafond in 1766. Tot 1840 was de militaire gevangenis nog in een gedeelte van het gebouwencomplex gehuisvest. Van 1842 tot 1846 werden aanbouwsels op de bin nenplaats afgebroken, waaraan nog een enkele zuil in de Engelse tuin herinnert. In 1905 bedroeg de planklengte der archieven 7 kilometer, waarvan 3700 m. bezet was met stukken van het ancien régime: Intendance de Bourgogne et Bresse, Bu reau des Finances, Chambre des comptes met vele charters van de hertogen van Bourgondië, les fonds de l'abbaye de Citeaux en die van de grand-prieuré de Cham pagne de l'ordre de Malte. De oorlog 1914-1918 en de administratieve hervormin gen van 1926 veranderden het beeld. In de hoofdstad van de Cöte d'Or met 30 regionale staatsdiensten en vele departementale diensten moesten steeds meer mo derne archieven in de bewaarplaats worden opgenomen. Intensiever gebruik der ruimten bracht de beschikbare planklengte op 8800 meter, in een hulpbewaarplaats werd in 1939 nog 347 meter gewonnen. In 1953 bracht inwendige reorganisatie, waarbij de hoofdverdieping en de grote salon hun oude luister terugkregen, de berg- [173]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 13