Berichten Afl. 3 wijdt in verband met de Archivtag 1963 te Emden aandacht aan de twee grote archieven in Oost-Friesland. W. Stöningh schrijft over Das Emder Stadt- archiv en G. Möhlmann over Das Niedersachsische Staatsarchiv in Aurich. De verdere artikelen in deze aflevering zijn: E. Weise, Die Neugriindung des Nieder- sachsischen Staatsarchivs in Stade (dat reeds bestond van 1651 tot 1870); M. Ga briel, Die Schriftgutverwaltung als Informationszentrum eines Mittelbetriebes; W. J. Schütz, Lochkartentechnik in der Pressedokumentation; H. Thomas, Rekon- struktion der Ostgrundbiicher im Archiv fiir Grundbesitz (een in 1950 opgerichte vereniging, eerst in Giessen en sinds 1954 in Bad Ems gevestigd); B. Zeiler, Das Schiller-Nationalmuseum und das Deutsche Literaturarchiv in Marbach a. Nec- kar en H. Kownatzki, Das Teilungsverzeichnis (gibt Rechenschaft Liber den Ver- bleib der Akten ein und derselben Registratur, die sich a) schon im Archiv, b) noch bei der Behörde, c) an dritten Stellen befinden können). Uit het vele, vermeld in berichten, aankondigingen, enz., stippen we slechts aan, dat in de Duitse landen regels worden vastgesteld omtrent het gebruik van rnikro- films ter voldoening aan de wettelijke bewaringsplicht voor boekhoudkundige be scheiden. Afl. 4 begint met een overzicht van de organisatie van het archiefwezen in de Sovjet Unie, geschreven door G. A. Belov. De vertaler Heinz Buttkus, die een aantal opmerkingen in noten aan dr. Belov's tekst toevoegde, geeft vervolgens een bijdrage over de ontwikkeling van het Russische archiefwezen. K. H. Schwebel brengt verslag uit over de 8e Table Ronde des Archivs, van 12 tot 15 juni 1963 in Boedapest gehouden. Hugo Stehkamper vertelt over zijn ervaringen met het tentoonstellen van archiefstukken in het archief te Keulen. Berichten enz., waarbij ook melding wordt gemaakt van het bezoek van enige leden van de Vereinigung Deutscher Werks- und Wirtschaftsarchivare op 12 juli 1963 aan het archief van de Staatsmijnen in Heerlen, besluiten deze laatste aflevering van 1963. J. H. v. d. HO. 166] Gemeente- en waterschapsarchieven Amersfoort. De bemoeiingen van de Raadscommissie van bijstand voor culturele aangelegenheden werden in 1963 uitgebreid tot de zaken, het oud-archief der ge meente betreffende, zulks in overeenstemming met het feit, dat genoemde zaken reeds sedert lange tijd ressorteerden onder de wethouder voor culturele aangele genheden. De archivaris hield voor de commissie een uiteenzetting over de oorsprong van het Amersfoortse oud-archief, taak en doelstelling van de gemeentelijke archief diensten in het algemeen en de bijzondere problemen in dezen te Amersfoort. De beschrijving van het archief over 1259-1813 werd voortgezet. Collega Hovy is teruggekomen van zijn eigen indelingsschema voor de archiefbibliotheek en zal de UDC gebruiken. Dit stelsel bleek hem, mits op de juiste wijze en in een voudige vorm toegepast, ook voor een weinig omvangrijke bibliotheek grote voor delen te bieden van expansibiliteit en differentiatie, al heeft het voor degenen, die niet met zijn grondslagen vertrouwd zijn, de schijn wel zeer tegen zich. Het aan tal bezoekers bedroeg 17 (v.j. 25), die 184 (v.j. 101) bezoeken aflegden. Amsterdam. Het verslag over 1963 (verschenen augustus 1964) kreeg mede inge volge de door de gemeentelijke commissie voor de jaarverslagen opgestelde richt lijnen een iets andere indeling dan in vorige jaren. De opmerkingen over personeel werden tot een derde teruggebracht en de personeelsmutaties volgen nu als bijlage 1Bij de voortgang van de inventarisatie en andere werkzaamheden wordt afzonderlijk aandacht gewijd aan de externe activiteiten. Door gelijksoortige in lichtingen samen te brengen kon het daaraan gewijde gedeelte aanzienlijk worden bekort. Voor het eerst worden ook enige gegevens over de uitgaven van de dienst in het verslag opgenomen naast de gebruikelijke opbrengsten van de legesgelden en de verkoop van oud papier. In de inleiding, waarmee het verslag begint, stelt de archivaris, dat de vervulling van de verschillende taken, waarmee de archiefdienst is belast, op normale wijze voortgang vond en de resultaten in het algemeen het zelfde beeld vertonen als in de voorafgaande jaren. Verbetering is in sterke mate afhankelijk van het gereedkomen van de in uitvoering zijnde uitbreiding van het gebouw Amsteldijk, waardoor de gehele dienst in één gebouw zal kunnen worden geconcentreerd. Helaas vorderde dit niet in het gewenste tempo: de nieuwe ar chiefbewaarplaats, waarvan de bouw in 1961 is aangevangen werd in 1963 nog niet voltooid en de goedkeuring van rijkswege voor de uitvoering van de tweede fase van het bouwplan werd nog niet verkregen. Door ingebruikneming van de bovenste verdieping van de nieuwe archiefbewaarplaats was het intussen reeds mogelijk de tijdelijke bergruimten in de Centrale Markthallen, die vele jaren bij de dienst in gebruik zijn geweest, te ontruimen. [167]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1965 | | pagina 10