J'ai cru devoir vous proposer ces formules qui sont généralement suivies en France et qui par leur simplicité peuvent contribuer a abréger les détails de l'admi- nistration. Au reste si quelques renseignemens peuvent vous être agréables, il ne me le sera pas moins de vous les communiquer.' Het bijgevoegde model telt acht kolommen. De eerste: numéro, en de tweede: date, zijn weer onderverdeeld. Numéro in 'inscrit sur chaque pièce' en 'd'ordre de la préfecture.' Date in 'de chaque pièce' en 'de l'enregistrement de chaque pièce.' De verder hoofden der kolommen zijn: autorité ou particulier qui écrit, sommaire de chaque pièce, bureau que l'affaire concerne, dispositions préliminai- res, dispositions définitives en date de la sortie. De op januari 1812 door de 2e divisie der Mairie begonnen indicateur week slechts weinig van dit voorbeeld af. Nummer en datum van het stuk zelf en van de inschrijving waren echter niet meer onder één hoofd verenigd. Begonnen wordt met: nummer welk ieder stuk ontvangt, dan volgt: datum van registratie. Als derde en vierde komen: nummer der ontvangen stukken en datum der ontvangen stukken. De verder hoofden: auto riteit of particulier die de ontvangen stukken heeft geschreven of aan wie men schrijft, zakelijke inhoud van ieder stuk, aan wie de zaak is gedemandeerd, wat voorlopig verlangd wordt, finale dispositie en datum der verzending, zijn vrijwel vertalingen van die uit het Franse voorbeeld. In het register van de missives van de maire over 1811 vinden wij op 31 mei het antwoord op de brief van de prefect van de 28ste:3 'Je vous suis infiniment obligé pour les pièces et les informations que vous avez eu la bonté de m'envoyer par votre lettre du 28e de ce mois no. 762, 3 div. relati- vement aux mesures d'ordre que vous avez établi dans vos bureaux. Je ne manquerai pas Mons. le Préfet de profiter autant que possible de ces renseignements dont je sens la grande utilité pour l'ordre et l'expédition des choses.' De tweede bijlage bij de missive van de prefect was een voorbeeld van de vorm, waarin een besluit van de maire zou kunnen worden opgesteld. Ook deze vinden we korte tijd later toegepast, maar in dit kader willen we daarop niet ingaan. Hier willen we slechts enige nadere gegevens mededelen over de totstandkoming en de ontwikkeling van het indicateurstelsel in Amsterdam. Daartoe zijn met de op 1 januari 1812 van kracht geworden organisatie van het 3e bureau van de 2e divisie der Mairie in de hand de registers zelf bekeken. Tot de taak van dit bureau (een onderdeel van wat we nu de afdeling Algemene Zaken zouden noemen) behoorde het bijhouden van de algemene indicateur en de ingangen daarop. De stukken werden rubrieksgewijze in genummerde pakken in een loketkast opgeborgen. Sommige voorschriften, zoals het aanduiden met letters van de bijlagen van een stuk in de laatste kolom van het register op de generale indicateur en het houden van een korte en eenvoudige indicateur voor de chef der tweede divisie, bleven een dode letter. Andere voorschriften werden al spoedig niet meer nagekomen, zoals de rode en zwarte nummers in de laatste kolom van het bedoelde register.4 3 Arch. Nw. Sted. Best. nr. 316, blz. 573. 4 Zie hierover het aangehaalde artikel van de heer Dinkgreve. [58] In de eerste jaren werd de indeling van de indicateur nog al eens veranderd. In 1813 kregen de hoofden Franse benamingen en werden vooraan een kolom: objet, en achteraan een kolom voor observations toegevoegd. Het laatste stuk werd in deze indicateur ingeschreven op 15 november 1813 en de rest van dat jaar deed men het zonder indicateur. Met 1814 werd weer begonnen, nu uiteraard in het Nederlands. In 1815 werden zes kolommen bestemd voor het vervolg der zaak. Gaf dat een grote vermeerdering van hun aantal, in 1817 kwam de in 1816 reeds niet meer gebruikte kolom voor het onderwerp te vervallen. Sedert 1812 zorgde een beredeneerd register op de indicateur voor een andere ingang tot het archief dan de chronologische. Vermeld werden de rubrieken in alfabetische volgorde, de zakelijke inhoud van ieder stuk, het folio van de generale indicateur, het nummer van het pak en de nummers der stukken in het pak. In 1812 werden in de laatste kolom de nummers van de pakken met zwarte inkt aan gegeven en de volgorde der stukken in het pak met rode cijfers. Eventueel werd daar ook verwezen naar de le of 3e divisie, de tegenwoordige afdelingen Financiën en Publieke Werken. In 1813 werd het nummer van het pak vooraan bij de naam van de rubriek geplaatst. In de loop van 1814 kreeg dit alfabetische register het etiket: indicateur der 2e divisie opgeplakt en werd voorzien van gedrukte kolom men met hoofden. Daar er alleen de door die divisie behandelde stukken in werden geboekt en de stukken waarbij naar andere afdelingen verwezen werd achterwege bleven, kreeg dit register inderdaad min of meer het karakter van afdelingsindica- teur. De hoofden waren onderwerp, de autoriteit of particulier die schrijft of aan wie geschreven wordt en dagtekening, inhoud, het nummer dat ieder stuk ontvangt en de dagtekening van registratie, voorlopige dispositie, afloop, dagtekening, num mer van het stuk in het pak. In 1826 kreeg het register een kleiner formaat en werden de hoofden der kolommen: datum, no., de autoriteit of particulier door wie geschreven wordt, onderwerp, no. van het pak (dat moest zijn: no. van het stuk in het pak, in 1827 werd deze vergissing hersteld), pag. der indicateur. Het nut van de laatste verwijzing, die van 1814 tot 1826 ontbrak, is mij nog niet ge bleken. De generale indicateur was niet gepagineerd en bij natellen kloppen de bladzijden niet. Het nummer van het stuk in het pak werd in 1814 in rood inge vuld, in 1826 in groen, in de jaren daartussen soms gewoon in zwart, in 1827 weer in rood. Toen in 1830 het systeem, waarbij de stukken in pakken onderwerpsgewijze in een loketkast werden opgeborgen werd afgeschaft om plaats te maken voor chronologische opberging, kwam dit beredeneerde register met zijn ietwat raadsel achtige karakter te vervallen. In 1814 had intussen het officieel op het etiket zo genoemde register op de generale indicateur zijn intrede gedaan, een hoofdenboek, waarin onder een honderdtal hoofden de korte inhoud der stukken werd vermeld met verwijzing naar hun nummer in de indicateur. In 1826 begon men als vierde toegang tot de stukken een alfabetische, niet lexicografische index te maken op de namen van degenen met wie gecorrespondeerd werd. In de indicateur zelf werden al spoedig ten einde het zakelijk verband te bewaren in de kolom voor aanmerkingen verwij zingen naar vroegere en latere op dezelfde kwestie betrekking hebbende stukken [59]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1964 | | pagina 2