Varia Archief Toen hij het gebouw binnenging, stond hij oog in oog met de strenge patriciër, die hier in de vorige eeuw archivaris was geweest en die zich ook na zijn overlijden verdienstelijk maakte door met zijn onderlichaam het kartonnen bordje tegen de muur te klemmen, waarop geschreven stond: Voeten vegen, s.v.p.! Boven aan de trap hield zijn opvolger met het achterhoofd de dringende boodschap staande, toch vooral jassen en tassen af te geven. In de studiezaal vroeg hij een in stofjas geklede bediende om een deel Resolutiën van Hunne Hoogmoogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlan den, met de vanzelfsprekendheid waarmee men een broodje tartaar bestelde. Toen hij het gebrachte werk in handen nam, werden die eerst zwart van het stof dat in geen eeuwen was gedaan, toen bruin, doordat de opperhuid van het boek was af geschilferd tot een viezig soort turf strooisel. Hij sloeg het lijvige deel op en begon te zoeken naar de naam van Prins Frederik Hendrik. Het was een hels karwei, het schrift was onleesbaar en hij had zin om het hele zaakje weg te schuiven, zoals hij onleeesbare brieven meestal verfrom melde. Maar hij bedwong zich: sterker dan hij die steden bedwingt is hij die zich zelf bedwingt, bedacht hij zich, slechts schijnbaar oubollig. Plotseling werden de letters duidelijker, namen herkenbaar. 'Wilt u dit even in vullen?' vroeg een tweede stofjas hem. Gretig ging hij op het aanzoek in. De be diende had zich intussen verwijderd, zodat hij op z'n gemak het bezoekersregister kon doornemen. De bladzijden waren in kolommen opgedeeld. Wat het eerst op viel, was de achterste kolom, waarin 'aard van het onderzoek' moest worden inge vuld. Meestal stond op de bovenste regel 'familieonderzoek' wat dan overal met kommaatjes was herhaald. Maar soms had iemand ineens 'genealogie' ingevuld. Het was aardig om te zien wat er dan gebeurde. Eerst werd ook dit woord een paar keer door kommaatjes geprolongeerd, totdat weer iemand het initiatief nam tot 'familieonderzoek', wat dan talloze reprises beleefde. Echte puristen natuurlijk, die familieonderzoekers. Zuiverheid van de taal. Zuiverheid van het bloed. Daar zou het wel mee begonnen zijn. Eens kijken of er niemand sibbevorsing had inge vuld. Nu de beroepen. Kantoorbediende, handelemployé, procuratiehouder. Ze hadden best weer met kommaatjes kunnen werken. Allemaal status-zoekers, zelfs in oude archieven zochten ze. De namen waren al even eentonig. Eén mooie was er. Jansma de Brunetière, die leerde zeker door voor een derde naam. Hij keek op van de namen, naar de gezichten die erbij hoorden. Gezichten voor kommaatjes. Weinig uitroeptekens, hoogstens enkele vraagtekens. Verrek, daar zat een pastoor. Zijn eerste opwelling was: heeft zo'n man dan voorouders? En hij dacht met begrip aan Prins Hendrik die aan een diner naast een pastoor zat en, om wat te zeggen, vroeg: 'Was uw vader ook pastoor?', waarop hij zich herstelde met 'O nee, pastoors hebben geen vader'. Hij schoof het bezoekersregister weg om zich weer met de onderliggende Prins [90] Frederik Hendrik te gaan bezig houden. Het schrift was nog even onleesbaar. Hij schoof onrustig op zijn stoel. Zijn keel was droog geworden, waarschijnlijk door het turfmolm. Hij stond op en verliet de studiezaal. Toen hij vijf minuten in het café zat, dat zich naast het archief bevond, kwam de pastoor binnen. De man ging tegenover hem aan de leestafel zitten en sprak hem vriendelijk toe: 'Zo, ook even wat drinken?' Hij knikte en had het gevoel dat hij iets moest zeggen, maar hij wist niet wat. Als hij nou ook eens vroeg: Was uw vader ook pastoor? Nee, dat was flauw. Toch klonk er iets van spot in zijn stem toen hij tenslotte vroeg: 'Zo, bent u ook bezig met voorvaderonderzoek?' 'Ja zeker', zei de man lacherig, 'dat grapje van u gaat niet op. Ik bij oud katholiek'. Andreas Danekes Uit: Propria Cures, 18 januari 1964. Rekenkamer Een van de vijf Hoge Colleges van Staat is de Rekenkamer. Heel onopvallend zetelt zij aan het Voorhout in een prachtig huis op de hoek van de Kleine Ka zernestraat. Een van de oudste colleges die wij kennen, waarin met moderne ef ficiency wordt gewerkt. Reeds in de late Middeleeuwen bestond er een reken kamer. In 1799 werd in de Bataafse tijd de Generaliteits Rekenkamer afgeschaft. Controle op het comptabele beleid van de regering werd toen zeker niet nodig geacht. Gemakshalve vernietigden toen ook de bestuurderen van ons land een groot deel van het archief. Bij soeverein besluit werd op 30 december van het jaar 1813 de Rekenkamer weer in ere hersteld en in 1814 werd dit bij de wet bevestigd. Volgend jaar bestaat dus de Rekenkamer wettelijk honderdvijftig jaar. Een feest dat dan, uiteraard met bij de Rekenkamer passende bescheidenheid, zal worden gevierd. Archief De Rekenkamer bezit een archief. Een zeer kostbaar zelfs, waarvoor grote ruim ten nodig zijn. Een gedeelte kan na verloop van zekere tijd worden opgeruimd, de belangrijke stukken gaan periodiek naar het Rijksarchief in Schaarsbergen. Maar wat overblijft is nog zo groot - en loopt vaak terug over periodes van dertig tot vijftig jaar dat er heel wat ruimte nodig is om de stukken in onder te brengen. Ongerekend nog de schatkistpapieren e.d. die er hun onderdak vinden. Achter het mooie huis aan het Voorhout, met een ingang in de, nu gelukkig nog ongeschonden, Kleine Kazernestraat, ligt het archief. Het is net gerestau reerd, vernieuwd en gemoderniseerd. Een dringend noodzakelijk karwei is dat geweest, dat met de gepaste zuinigheid, waorop de Rekenkamer altijd toeziet, ook bij anderen, is verricht. Moderne archiefruimten, waarin o.m. het Londense finan ciële archief is ondergebracht. Moderne inrichting voor de binderij en een pas send onderkomen voor de ambtenaren. [91]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1964 | | pagina 18