hun actueel belang verloren, voor de openbare archiefdiensten de overname en
bewaring van deze archieven mee. De genationaliseerde banken en industrieën
hielden als 'volkseigene Institutionen' de zorg voor hun archieven uit de vroegere
periode. In Guinee zijn de oudste archiefstukken van 1884-1889, maar de se
ries beginnen eerst bij de stichting van de kolonie in 1890. De archieven, die
nu in de hoofdstad Conakry in een gebouw van een oud lazaret zijn onderge
bracht, bevonden zich lange tijd op het eiland Tumbo 'ayant le privilège d'être a
l'abri des termites'. Maar bij gebrek aan insecten, hebben de wormen, kakker
lakken en ratten danig huisgehouden in de papieren. Gelukkig heeft de regering
van de jonge staat bij de vele moeilijke en dringende problemen, die zij heeft, ook
aan de archieven haar aandacht gegeven en er meer materiële middelen voor ter
beschikking gesteld dan er vroeger daarvoor waren. Op Madagascar, waar men
steunt op de Franse archiefleer en -praktijk, zijn oude archieven over de jaren
1820-1896. De volledige tekst is afgedrukt van de Engelse Public Records Act
1958, evenals van de Royal Warrant van 5 december 1959, waarbij de taak van
de op 2 april 1896 ingestelde Historical Manuscripts Commission werd uitge
breid, zoals Sir David Evans uiteenzette op die studiedagen voor archiefambtena
ren in I960.1 In Australië wordt op de Commonwealth Archives vaak een be
roep gedaan door de administratie, maar onderzoekingen van particulieren beper
ken zich tot ongeveer vijftig per jaar en soms stellen zij vragen, die niet beant
woord kunnen worden. Bij uitgebreide onderzoekingen wordt hen aangeraden ten
minste drie maanden tevoren hun bezoek aan te kondigen en zo uitgebreid mo
gelijk de aard van hun onderzoek op te geven. Over het algemeen zijn de centrale
archieven niet ouder dan 1900. Daarnaast zijn er de archieven van New South
Wales, The Queensland State Archives, (gehuisvest in het oudste gebouw van
Brisbane, in dwangarbeid opgetrokken in 1829), het Archives Department of the
Public Library of South Australia, de archieven van Tasmania en de Western
Australian Archives. Deze archieven, die soms een halve tot driekwart eeuw ver
der terug gaan dan die van de centrale administratie, worden veel meer door we
tenschappelijke onderzoekers geraadpleegd. Dat is ook het geval met de Nieuw
Zeelandse archieven, die in 1946 een eigen status kregen, welke in 1957 in de
Archives Act werd vastgelegd. De State Archives van Israël, welker organisatie
berust op de in januari 1955 na enige jaren van discussie door het parlement, de
Knesseth, aangenomen archiefwet, omvatten niet alleen de door de ministeries,
de president, het parlement en de rechterlijke colleges overgedragen stukken, maar
ook papieren uit de tijd van de Britse administratie in Palestina. De stukken en
de film over het proces-Eichmann werden in dit Staatsarchief gedeponeerd. Be
langrijke aanwinsten waren ook de particuliere archieven van 150 vooraanstaan
de Zionisten, die in de Central Zionist Archives, en de archieven van Joodse ge
meenschappen in Duitsland en Oostenrijk, waaronder Halberstadt, Hamburg, Ko
ningsbergen, Wenen en Worms, die in de Jewish Historical General Archives wer
den opgenomen. Deze beide archieven worden met nog 8 andere door de Israëli-
1 Afgedrukt in Ned. Archievenblad 1960, blz. 164-176.
sche regering naast de State Archives (waarin de militaire archieven een aparte
afdeling vormen) als Public Archives erkend, die tot op zekere hoogte onder toe
zicht staan van de State Archivist, aan wie zij rapport moeten uitbrengen over de
belangrijkste activiteiten, aanwinsten, enz.
De inhoud van het S.A. Argiefblad S. A. Archives Journal, de eenmaal per
jaar verschijnende publicatie van onze Zuid-Afrikaanse zustervereniging, die ons
'met komplimente' werd toegezonden, sluit zich in 1962, nr. 4, aan bij die van
Archivum XI. J. H. Snyman behandelt het archiefbeheer daar te lande van 1950
tot 1962. In 1876 kwam het archiefdepot van de Kaapprovincie tot stand, in
1887 dat van Transvaal, dat van de Vrijstaat in 1903 en dat van Natal in 1925.
In 1909 werd een hoofdarchivaris voor de Unie benoemd. Bij het veertigjarig be
staan van dit ambt verscheen het eerste nummer van het Argiefblad. In 1962 werd
de benaming hoofdarchivaris vervangen door directeur der archieven. De kern
problemen voor deze functionaris zijn de vernietiging van archiefstukken, waar
voor zijn machtiging vereist is, en de in 1960 aan hem opgedragen taak van de
Staatsdienstcommissie ten opzichte van liasseerstelsels. Een alinea uit dit voor Ne
derlandse archivarissen, die in het kader van onze nieuwe Archiefwet meer en
meer met deze vraagstukken te doen zullen krijgen, zeer lezenswaardig artikel
worde hier overgenomen: 'Noudat daar voltyds aandag gegee kon word aan die
probleem van die vernietiging van efemere rekords, is dit dan ook vanselfsprekend
dat die betrokke amptenare in 'n baie nou verband met die betrokke staatskantore
moes saamwerk. Gereelde besoeke aan departemente is afgelê en gereelde besoeke
is van departemente ontvang. Hierdie verskerpte aktiwiteite het daartoe bygedra
om die goedgesindheid van die departemente langsamerhand terug te wen aange-
sien hulle versoeke om vernietigingsmagtigings onmiddellike en daadkragtige aan
dag gekry het. Dit was vanselfsprekend 'n lang en moeisame taak maar dit kan
vandag sonder gevaar van teenspraak beweer word dat die afdeling oor die volle
en die hartlike samenwerking van alle staatsdepartemente en provinsiale admini-
strasies beskik. Hierdie aktiwiteite het by die betrokke argiefamptenare 'n lewende
belangstelling in die lopende rekords van departemente gewek aangesien nou eers
terdeë besef is hoe ineengestrengel die lopende en die geslote rekords van staats
kantore is, en dat dit feitlik onmoontlik is om aanbevelings vir die vernietiging
van sekere rekords te maak sonder om dit in hulle verband met die totale doku-
mentasie van die betrokke departement of kantoor te sien. Hierdie besef het da-
delik die aandag van die afdeling op die liasseerstelsels van die betrokke kantore
gevestig, en algaande het die besef deurgedring dat indien sorggedra kan word dat
die liasseerstelsels van staatskantore in orde is, daar ook baie min moeite ten op-
sigte van die uiteindelijke beskikkink oor rekords ondervind sal word'.
Ten aanzien van de andere bijdragen moeten we kort zijn. J. H. Cilliers wijdt
aandacht aan de Archiefwet van 1962, die in de plaats kwam van die van 1953,
die op haar beurt de eerste Archiefwet van 1922 had vervangen. Ds. F. G. M. du
Toit schrijft over kerkelijke archieven. Over handschriften in de bibliotheek van
de universiteit van Kaapstad is er een bijdrage van R. F. M. Immelman, over de
opleiding van assistent-archivarissen evenzo van J. H. Esterhuyse en over de in
[83]
[82]